Nieuwe rubriek: Bit kijkt mee

26 maart 2014, 00:00 Nieuws
Dressuuramazone Fleur Louwe rijdt met de vijfjarige Europe (v. Zenon) sinds kort L1-dressuur. “Hij pakt nieuwe oefeningen goed op, maar tijdens de voorbereiding op de oefeningen gaat het nog weleens mis bij ons. Ondanks dat ik altijd veel wendingen rijd, blijft dit moeilijk. Zodra ik een wending inzet, komt er al een spanningsveld dat moeilijk te doorbreken is. Ik kan hem er niet goed doorheen houden en dat heeft altijd weer invloed op de daaropvolgende oefening. In de proef kom ik dit altijd tegen bij het wijken, oefeningen moeten vrij snel achter elkaar en het moet ook nog in één keer goed gaan, of verwacht ik dan te veel?

De inzet van het wijken mislukt steeds, hoe kan ik dat verbeteren?

Hoi Fleur,

Wat een leuk paard heb je! Echt eentje om fijn mee aan het werk te gaan. Ik raad je aan om de wending voor het wijken beter voor te bereiden. Neem een paar meter voor de plek waar je wilt wenden alvast stelling. Je vraagt met de binnenteugel het hoofd naar binnen, terwijl je je paard gewoon rechtdoor laat lopen. Daar wordt vaak niet bij nagedacht, maar bij veel combinaties stapt het paard meteen naar binnen als stelling wordt gevraagd. Je moet echter in staat zijn om gewoon rechtuit te blijven gaan, met het hoofd al naar binnen gebogen. Oefen dat eerst. Denk erom dat je de stelling ook mogelijk moet maken door voldoende ruimte te bieden met je buitenteugel. Het paard mag daar niet heel erg op gaan leunen. Sommige ruiters hebben de neiging om heel veel druk op de buitenteugel te nemen om het paard mee op de hoefslag te houden. Dat is niet de bedoeling, want dat is een kwestie van evenwicht. Je mag heus wel even iets meer druk nemen ter correctie, om aan te geven wat je bedoelt, maar daarna weer even licht zijn op beide handen en het paard in evenwicht op de hoefslag laten lopen, met alleen zijn hoofd naar binnen. Ga niet wenden voordat het paard zonder problemen met stelling rechtuit loopt. Doe dat een paar keer en maak zijn hals weer recht, zodat stelling ook niet altijd automatisch wordt gevolgd door een wending.

Pas als je wilt wenden, neem je je paard mee tussen twee teugels. Belangrijk daarbij is dat je zelf goed kijkt in de nieuwe richting. Daardoor geef je met jouw lichaam aan wat je bedoelt. Blijf in het midden zitten. Vraag eens iemand om te kijken of je niet naar binnen of naar buiten wegzakt.

Rijd na de wending eerst een stukje rechtuit. De meeste paarden weten al dat het wijken eraan komt en laten zich lekker naar buiten vallen. Dan leunen ze al tegen je buitenbeen en is het evenwicht zoek, dus is het wijken gedoemd om te mislukken. Je moet dus ook niet iedere keer wijken na een wending. Rijd eens wat vaker gewoon rechtuit of zet het wijken pas na de helft van de lijn in.

Ook een goede oefening is stelling oefenen op de AC-lijn of op de binnenhoefslag. Je paard moet gewoon rechtuit blijven gaan met alleen het hoofd naar binnen gebogen, zonder dat hij naar binnen of naar buiten valt. Lukt dat, dan zul je merken dat je een betere wending kun rijden, zonder dat je paard daarna meteen zijn balans verliest.

Veel succes!

Tessa

Tessa van Daalen is schrijfster, instructeur en dressuurjurylid ZZ-Licht. Ze reed meerdere paarden naar de Z en rijdt momenteel met Socrates ZZ-Licht en met Dutch Design in de M2. Tessa schreef onder andere de boeken ‘Paardrijden met Gevoel’ en ‘Door de ogen van de jury’. “Geduld, duidelijk zijn en werken vanuit het positieve staan voor mij centraal.”

Heb jij hulp nodig bij een rijtechnisch probleem? Bit-redacteur Tessa helpt je graag uit de brand. Heb je bijvoorbeeld problemen bij het wijken, komt de middendraf niet uit de verf of gaat jouw paard scheef bij het achterwaarts? Film jouw probleem of maak er een foto van, mail het naar Bit@eisma.nl en wie weet kiest Tessa jou wel uit. Let op: het moet een kort filmpje zijn (maximaal 30 seconden) waarin duidelijk te zien wat jouw probleem is.