De beste quotes van Charlotte Dujardin
NieuwsCharlotte Dujardin had heel wat advies tijdens een clinic afgelopen week in Canada. PS Dressage verzamelde haar beste citaten.
Over dapper zijn:
“Mensen zijn zo bang om los te laten en bang om eraf te worden gebokt. Als je een beenhulp geeft, dan moet je ook los durven laten. Ik zoek niet per se naar snelheid, maar naar een reactie op het been.”
“Je kunt niet bang zijn voor power, je moet het gebruiken.”
Over aandacht besteden aan de details:
“Hoeveel mensen oefenen eigenlijk de stap? Ze denken dat het tijd is om te zitten en sms’en. Je wil dat je paard echt marcheert. Je moet het gevoel hebben dat hij je voorwaarts meeneemt.”
“Je hoeken en korte zijdes maken je oefeningen. Negen van de tien keer moet je iets vanuit een hoek doen. Als je een slechte hoek rijd, rijd je een slechte oefening.”
Over een relatie opbouwen vanaf de grond:
“Ik denk dat de beste combinaties in de dressuur de mensen zijn die vanaf de bodem naar boven hebben gewerkt, in plaats van de mensen die een paard kopen dat al getraind is. Ik maak de jonge paarden nog steeds zelf zadelmak. Ik denk dat dat zo belangrijk is. Je krijgt zoveel van een partnerschap en connectie met het paard. Ik wil ze van binnen en van buiten kennen en hun vertrouwen winnen.”
Over je prioriteiten:
“Ik zei tegen Dean, mijn verloofde: je weet dat de paarden eerst komen. Als je dat niet leuk vindt, weet je waar de deur is.”
Over de basis:
“Houd het makkelijk en simpel. Daar gaat het allemaal om.”
“Hete paarden moeten leren te worden gereden met je been eraan. Luie paarden moeten leren te worden gereden zonder je been eraan.”
“Elke overgang die je thuis rijdt moet een goede zijn.”
“Doe minder, minder is meer.”
“Hoe meer hij nee zegt, hoe meer ik daar zit en zeg ‘Uh, ja!’”
“Je handen moeten altijd voor het zadel zijn en je paard als het ware naar het bit duwen. Ze mogen hem nooit terughouden.”
“De luie paarden zorgen ervoor dat je ze continu achterna wilt zitten. Maar je moet ze betrokken en sneller krijgen, niet de hele tijd achterna zitten.”
Over jonge paarden:
“Je moet een jong paard echt belonen en het zwart-wit houden, met snelle reacties.”
“Rechtheid is een van de lastigste dingen in de dressuur. Zelfs als ze jong zijn, moet je een paard rechtrichten.”
Over wat een topscore maakt:
“De beste Grand Prix-paarden zijn degenen die kunnen zitten en duwen. Veel paarden kunnen één van de twee heel erg goed, maar een paard vinden dat beide kan is lastig.”
“Bij de uitgestrekte draf moeten ze kunnen overstappen. Sommige paarden op het hoogste niveau zien er wel geweldig uit, maar je ziet alleen maar voorbeen. Het achterbeen ontbreekt en dat is geen goed teken.”
Over het welzijn van paarden:
“We nemen onze paarden altijd mee voor een kort ritje na het rijden. Atleten stretchen en een paard is een atleet. Het is heel erg belangrijk dat je daaraan denkt. Hij is je materiaal en je beste vriend.”
“Als iets heel goed gaat, geef dan een beloning en wat lucht. Word niet hebberig.”
“Als ruiter moeten we ervoor waken dat een paard niet gewend raakt aan wat we doen. We kunnen niet elke dag dezelfde oefeningen en proeven rijden. Bij de pirouettes bijvoorbeeld; die rijden we groter, kleiner, sneller, langzamer, we variëren in de buiging en we doen oefeningen om de proef beter te maken zonder elke dag die pirouettes te oefenen.”
Bron: PS Dressage
