Bianca Schoenmakers
Bianca Schoenmakers

Blog: Dressuurpaarden in de topsport

Nieuws

Na afgelopen week is het mij weer compleet duidelijk waarom ik springruiter ben! Het paard springt erover of niet, het balkje valt of niet, de ruiter blijft op zijn paard zitten of hij ligt op de grond te koekeloeren en over de elektronische tijdwaarneming valt eigenlijk ook weinig te discussiëren.


Daarnaast is het ook prettig dat landgenoten in deze tak van sport vierkant achter ‘onze’ jongens blijven staan. Ook wordt er veel bewondering getoond, genoten en probeert men te leren van de springruiters uit andere landen. En vanuit andere landen gebeurt dit binnen de springwereld net zo.
Juryleden beïnvloeden door middel van een ruiter, zijn management of zijn trainingsmethode afkraken op alle mogelijke sociale media is namelijk compleet nutteloos.

Als een springruiter zijn paard concours na concours kan laten presteren, dan zal dat paard zich namelijk wel kiplekker voelen. Een ongelukkig, slecht behandeld paard, dat op een slechte pijnlijke manier getraind wordt, kan namelijk geen 1,60 meter parcours foutloos springen. Genoeg voorbeelden daarvan in de basissport: paarden die staken, weigeren, of simpelweg niet vaak foutloos springen, omdat je ziet dat het paard lichamelijke ongemakken heeft door het minder goed rijden en trainen van de ruiter.

Maar is dit bij de dressuur niet net zo? Ik denk van wel. De dressuurpaarden in de topsport krijgen geweldige verzorging, worden als topsporter getraind en krijgen topsport voeding. Deze prestaties kunnen onmogelijk geleverd worden door paarden die met een grasbuik een keer of drie in de week een rondje door het bos sjokken. En is dit dan niet zielig? Ik denk van niet. Deze paarden groeien langzaam in dit werk. Ze krijgen genoeg vrije tijd om paard te zijn wanneer zij niet op concours zijn. Ze worden, op de momenten dat weidegang niet mogelijk is, verschillende keren per dag uit de stal gehaald voor (lichte) training, een poetsbeurt of een wandeling om de staluren tot een minimum te beperken. En er wordt alles aan gedaan om ze het leven zo comfortabel mogelijk te maken.

Op de meest natuurlijke manier leven ze waarschijnlijk niet. Maar in hoeverre zijn de behoeften daar naar bij deze paarden? Men moet niet vergeten dat de paarden in de topsport door het decennia lang selecteren in de fokkerij enorm gedomesticeerd zijn en daardoor mijlenver van bijvoorbeeld het Konik- of Przewalskipaard af staan. De bouw, het karakter, maar ook de behoeften zijn anders. Nou ben ik zeker voorstander om een sportpaard weidegang en contact met andere paarden te bieden, zoals op de meeste topsportstallen ook gebeurt. Maar de behoefte om 24 uur per dag in de regen, sneeuw, felle zon of tussen stekende vliegen te staan, is bij hen minder hoog. Bij een goed management is een topsportpaard niet ongelukkig. Dat zou je namelijk zien aan zijn prestaties. Een paard kun je nou eenmaal niet dwingen om hoge punten te halen of foutloos te springen, daar moeten ze in mee willen werken.

Dat betekent natuurlijk niet dat je als niet-topruiter dit management en trainen maar klakkeloos moet kopiëren. Daarvoor heb je er gewoon niet genoeg kaas van gegeten om het goed te doen. Basissport vergt basistraining, topsport vergt topsporttraining; dat kun je het beste zo laten. Maar het overgrote deel van de paardenliefhebber heeft gewoon geen flauw idee hoe je een paard in de topsport optimaal kunt laten presteren.

Dat er in de dressuursport iets moet veranderen in het jurysysteem - en vooral de mogelijkheid ze te beïnvloeden - dat is duidelijk. Dat, zoals verteld wordt, een kreupel paard doorgelaten wordt tijdens een vetcheck, dat mag natuurlijk nooit meer gebeuren en dat jurylid mag van mij daarvoor ook behoorlijk berispt worden als het waar is. Dat ditzelfde paard bij duidelijk onregelmatig draven in de proef niet uitgesloten wordt, moet ook zeker aangepakt worden. Maar het van achter je beeldscherm steeds weer aanvallen van top dressuurruiters, zonder het naadje van de kous te weten en zonder precies te weten hoe het reilt en zeilt op zo’n stal, voegt aan het verbeteren van de dressuursport weinig toe.