141009901_ABFweb
141009901_ABFweb

5 fouten bij het inschatten van de afstand tot de sprong

Nieuws

Een goede springruiter kan de afstand tot een sprong inschatten, zodat hij zijn paard zo goed mogelijk op iedere hindernis kan voorbereiden. Soms klopt de afstand en kun je in hetzelfde tempo doorrijden. Soms is de afstand tot de hindernis wat kort, waardoor je de galopsprong iets kleiner moet rijden. Als de afstand tot de sprong te lang is, kun je de galop iets verruimen of een extra galopsprong toevoegen om toch goed uit te komen. Het goed in kunnen schatten van de afstand tot de sprong is dus belangrijk, maar niet altijd makkelijk. Waar moet je op letten? HorseCollaborative zette de vijf meest gemaakte fouten op een rij.





  • Je paard te veel willen sturen.


    Veel ruiters willen te veel doen om hun paard goed over de hindernis te krijgen, waardoor ze het paard uiteindelijk alleen maar in de weg zitten. Natuurlijk moet jij als ruiter kijken, sturen en het tempo bepalen maar vergeet niet dat je paard zelf ook best weet wat hij doet. Soms is het goed hem een beetje ‘te laten gaan’. Je zult zien dat je paard er zelf ook alles aan zal doen zo goed mogelijk voor de sprong uit te komen.


  • Te zwaar zitten.


    Ook al vind je het nog lastig om de afstanden goed in te schatten, zorg dat je altijd netjes verlicht zit. Dit helpt je paard om soepel te springen, waardoor jij zelf ook sneller het ritme te pakken krijgt en de afstanden leert herkennen.


  • Niet direct reageren.


    Als je ziet dat je de afstand wat krap is, reageer dan direct door een ophouding te maken en de galopsprong iets te verkleinen. Dit heeft alleen effect als je snel handelt, wacht dus niet te lang.


  • Je paard reageert niet snel genoeg.


    Zorg dat je je paard al tijdens het losrijden scherp aan je hulpen hebt. Net als dat het belangrijk is zelf snel te reageren, kun je pas echt een goed parcours springen als je paard alert is en snel op jouw (kleine) hulpen reageert. Zorg dat je snel kunt schakelen in tempo en ook kleine tempowisselingen kunt rijden. Dit heb je nodig om voor de sprong bijvoorbeeld iets ruimer of iets kleiner te kunnen galopperen of een extra galopsprong toe te voegen.


  • Niet (op tijd) naar de sprong kijken.


    Dit klinkt misschien logisch, maar toch gaat het hier vaak verkeerd. Zorg dat je altijd ver van te voren je ogen op de sprong gericht hebt. Zo heb je meer tijd om je paard te corrigeren. Tel in je aanloop naar de sprong toe de galopsprongen mee. Zo kom je goed in het ritme en leer je de afstand vanzelf beter herkennen.


Wil je jouw oog voor de sprong verbeteren? In deze instructievideo geeft Bianca Schoenmakers je tips hoe je dit doet.

Bron: HorseCollaborative/Bit Magazine