weigering
weigering

Help, mijn paard weigert op de sprong!

Nieuws

De oren van je paard staan recht naar voren, jouw blik is gericht op de sprong en in gedachten analyseer je de afstand. Je kijkt naar de juiste plek om af te zetten voor de hindernis. Het gaat goed, denk je, maar plotseling besluit je paard om niet te springen. Het stopt abrupt en draait ineens weg van de hindernis. Je belandt op de nek van je paard. Wat ging er mis?

 

Als weigeringen en wegrennen voor de sprong gewoonte worden, is het tijd om eens serieus te kijken naar de reden waarom je paard nee zegt, vindt Cindy Hale. Zij schrijft regelmatig voor Horse Illustrated en is auteur van de boeken Riding for the Blue en A Passion for Horses. Vier gebruikelijke weigerscenario’s, hun mogelijke oorzaak en manieren om ze op te lossen volgens Cindy Hale in een artikel voor Horsechannel.

De sliding stop


Schijnbaar was je er niet van bewust dat je paard aanleg heeft om reiningkampioen te worden. In elk geval is hij er goed in om richting een sprong te galopperen met de inzet van een steeplechaser en dan ineens op de rem te gaan staan. Verbazingwekkend nietwaar? Dat hij zijn voorbenen centimeters voor de afzet ineens stijf kan houden en letterlijk op zijn kont gaat zitten. Het nadeel daarbij is dat de plotselinge onderbreking van de voorwaartse beweging ervoor kan zorgen dat jij door de lucht vliegt en op de hindernis belandt.

In veel gevallen is de slidingstop voortgekomen uit een ruiterfout. Dat kan lastig zijn om te accepteren, maar meestal stopt een paard vlak voor een hindernis, omdat het beseft dat het de sprong van die positie niet kan maken. Zo kan een goudeerlijk paard dat altijd springt iedereen verrassen door te stoppen voor een hindernis dat mogelijk doen om zichzelf en zijn ruiter voor een ramp te behoeden. Dit paard moet simpelweg beter gereden worden.

Een paard dat echt verzet toont, kan gecorrigeerd worden met een of twee tikken van de zweep achter het zadel. Meer heeft geen zin. Ruiters moeten het verschil tussen corrigeren en mishandelen in acht houden.

Het gevaar bij een paard dat meerdere keren verkeerd is gereden is dat het leert dat het net zo makkelijk is om een sliding stop te maken als om over de hindernis te springen vanaf een ongebruikelijke afzetplek. Dat paard wordt al gauw aangeduid als een gemene stopper. Het is dan aan een ervaren ruiter om dit gedrag te corrigeren.

’Daar ga ik echt niet heen!’


De gemene stopper kwam tenminste nog bij de hindernis. Het paard dat niet durft te springen is zo stellig in zijn overtuiging dat het niet over een hindernis heen kan, dat het er het liefst zo ver bij uit de buurt blijft. Mogelijk stopt het paard al zodra het de bocht moet maken richting de hindernis. Zijn lichaamstaal lijkt op alle manieren te roepen dat je zeker een geintje maakt. Andere kenmerken van het paard met angst voor de sprong zijn mogelijk uitpuilende ogen, opengesperde neusgaten, oren in de nek en een gestrekte hals. Wanneer het paard wordt gevraagd voorwaarts te gaan, kan het gedrag omslaan in boosheid, waarbij het de oren plat in de nek heeft en met de staart zwiept. Het paard kan zelfs gaan steigeren als de ruiter het dwingt naar de sprong te gaan.

Groene of jonge paarden die overvraagd zijn,  kunnen weigeren om bepaalde hindernissen te springen. Oudere paarden kunnen dit gedrag in extreme mate tonen, zeker bij beginnende ruiters. Ze intimideren de ruiter met bijvoorbeeld een bolle rug als deze probeert ze richting de hindernis te krijgen.

Om dit te voorkomen, zou het jonge paard rustig moeten wennen aan dezelfde hindernissen die het ook in de wedstrijdring kan tegenkomen. Een verscheidenheid aan obstakels, zoals kunstbloemen, kleine hekken, gestreepte blokken en kleine houten kisten kunnen thuis gebruikt worden om een paard te laten wennen aan een nieuwe omgeving. Elke hindernis dat het paard eng vindt tijdens een wedstrijd, zou thuis nagebootst moeten worden om het beter op te leiden. Bij een ouder paard dat weigert, zou een ervaren ruiter uitkomst kunnen bieden. Dat kan het ongewenste gedrag afleren, zodat het paard weer betrouwbaar wordt voor zijn eigen ruiter. Ook zou het goed zijn om het paard na te laten kijken door een dierenarts, om te kijken of er geen andere oorzaken zijn.

Uitbreken


Een rechte lijn kunnen rijden is onmisbaar in een parcours. Wanneer een ruiter zijn paard niet in een rechte koers kan houden, mist hij mogelijk een volgende hindernis in het parcours of komt hij oog in oog met de staanders van een volgende sprong te staan. De enige optie is dan vaak om er maar langs te gaan.

Sommige paarden hebben de natuurlijke eigenschap om scheef te gaan of uit te breken. Je kunt het al zien aan het begin van hun springcarrière. Eerst zou moeten worden gekeken of er een onderliggende reden is waarom het paard voorkeur heeft om zijn gewicht naar een bepaalde kant te dragen. Als een medische oorzaak is uitgesloten, zou de ruiter zich moeten richten op het rechtrichten en de gedragenheid van het paard in zijn training tussen de hindernissen. Ook zou het paard moeten leren de hulpen van de ruiter te respecteren. Of het paard nou groen is of ervaren, als het niet reageert op een subtiele kuitdruk van de ruiter, zal het niet op een rechte lijn blijven tussen een serie van hindernissen.

Een goede manier om een rechte lijn te oefenen is om grondbalken te gebruiken om het pad richting de hindernis te markeren. De balken liggen dan haaks op de hindernis. Een ander hulpmiddel is om een pylon of iemand die meekijkt vanaf de grond aan het einde en precies in het midden van de hindernislijn te zetten. Dat is dan het punt waar de ruiter zich op moet richten en helpt om de rechte lijn aan te houden.

Laatste afslag


Er zijn ook paarden die graag op het laatste moment besluiten om de hindernis niet te springen door de laatste afslag te nemen. Dat wil zeggen dat het op het laatste moment zijn schouders in de strijd werpt, langs de hindernis vliegt en er dan hard vandoor gaat.

Bij een groen paard kan de oorzaak liggen in angst voor een hindernis.  Zijn laatste en simpelste uitweg is gewoon langs de hindernis gaan. De notoire langs-de-hindernis-vlieger weet dat hij ongehoorzaam is en zorgt ervoor dat hij op het laatste moment voor de hindernis afwendt en er heel hard vandoor gaat om represailles proberen te vermijden.

Er zijn volgens Hale twee belangrijke manieren om dit gedrag te corrigeren. Ten eerste door langzamer te gaan. Vaak neemt een paard de laatste afslag, doordat het te hard op een hindernis afgaat. Dat intimideert het groene paard en kan het meer ervaren paard doen besluiten zelf het heft in handen te nemen. Als je langzamer gaat, heeft het groene paard meer tijd om zich voor te bereiden op de sprong. Het ondeugende paard blijft zo beter onder controle. Ook terug in draf gaan – en de hindernis daaraan aanpassen – kan helpen. Het is in draf makkelijker om de juiste afstand tot de sprong te bepalen en om het paard onder controle te houden.

De tweede manier om een paard te corrigeren is halthouden. Daarna kun je het in de tegengestelde positie plaatsen van de kant waarnaar het normaliter uitbreekt. Dus als het aan de rechterkant van de hindernis uitbrak, hou je halt en draai je het paard naar links. Zorg ervoor dat je niet de route kiest die het paard op wilde gaan.

Jezelf herpakken en doorrijden


Het allerergste dat kan gebeuren is dat je paard weigert tijdens een wedstrijd. Hoe kun je je verontwaardiging, teleurstelling en vernedering verbergen. Misschien als je bedenkt dat het zelfs de besten overkomt. Alleen maken zij er geen groot drama van tijdens het parcours. Ze herpakken zich en rijden rustig verder, en misschien benaderen ze het gevreesde obstakel wel een beetje anders. Of ze geven een tik op de kont van het paard of klikken met de tong, vlak voor de afzet. Achteraf zullen ze analyseren wat de oorzaak van de weigering was en zullen ze een strategie bedenken om deze een volgende keer te voorkomen.

Ook jij kan veel bereiken door rustig te blijven als je paard voor een hindernis stopt. Probeer uit te pluizen wat de oorzaak was van de weigering. Denk na over hoe je je rijden kan verbeteren en je paard kan corrigeren voor de volgende poging en blijf scherp, zodat de fout niet nogmaals voorkomt.

Het is zeer waardevol om een instructeur mee te laten kijken tijdens een wedstrijd en om je te begeleiden tijdens het losrijden. Zeker als je een paard hebt dat snel weigert of uitbreekt. Bij een instructeur valt jouw zwakke plek sneller op, waardoor hij kan helpen het probleem op te lossen. Ook is het geen schande om een meer ervaren ruiter eens jouw paard te laten trainen. Bovendien helpt morele steun en advies van een expert om vooral vol te houden.

Bron: Horsechannel.com
1347897