Gisella Bartels
Gisella Bartels

Blog: Een halszaak

Nieuws

Geen deel van de wervelkolom van het paard is zo flexibel als de hals. En dat is maar goed ook. Een paard moet kunnen grazen, kunnen groomen, vliegen verjagen, op kunnen kijken, om kunnen kijken en meer. Al die beweging vindt plaats door een prachtige samenwerking tussen wervels, kapsels, banden, spieren en het zenuwstelsel van waaruit de aansturing plaatsvindt. In het springen gebruikt een paard zijn hals om te balanceren. Van een lage halspositie, naar oprichting, van flexie net na de afzet (rond maken), tot extensie (in de landing) en van linkerbuiging naar rechterbuiging en andersom. In de dressuur is de houding en positie van de hals helemaal een belangrijk punt. Oprichting, halsstrekken, buiging en meer dient heel precies volgens de normen te worden uitgevoerd.


Zo ingenieus, flexibel en sterk als de hals dan mag zijn, zo kwetsbaar is hij blijkbaar ook. De laatste jaren wordt steeds duidelijker dat er diverse halsproblemen voorkomen bij paarden.  Door verbeterde diagnostische en beeldvormende technieken zijn we steeds beter in staat bepaalde problemen in beeld te brengen. Zo blijkt er geregeld artrose aanwezig te zijn op de facetgewrichten van de halswervels, zien we daar ook nogal eens synovitis (een ontsteking van zo’n gewricht) en blijken diverse kreupelheden en neurologische problemen hun oorsprong in de hals te kunnen hebben.

Je laat doorgaans niet zomaar röntgenfoto’s of een echo maken van de hals van je paard. Er zijn echter genoeg symptomen die ons er op kunnen wijzen dat er iets niet helemaal in orde is in de hals. Zo kun je aanleuningsproblemen ervaren met je paard. Variërend van te sterk tot geen verbinding willen maken en van eenzijdig te sterk of niet in willen buigen tot problemen met oprichting of juist laag instellen. Ook onverklaarbare of wisselende kreupelheden en verminderde coördinatie kunnen je in de richting van de hals wijzen.

Met de carrot stretch waarbij je je paard naar links, naar rechts of tussen de voorbenen laat buigen kun je een hele grove indruk krijgen van de beweeglijkheid van de hals. Een paard is echter een meester in compenseren en gebruikt zonder dat dat heel duidelijk te zien of te voelen is gerust een aantal van de zeven halswervels niet naar behoren. Het vergt een geoefend oog om dat te constateren. Eén van de symptomen die vaak duidelijk zichtbaar zijn, is het gebrek aan bespiering onderin de hals, net boven de onderste halswervels en net voor het schouderblad. Daar zie je vaak een driehoek die minder goed gevuld is met bespiering. Daartegenover staat soms een bovenmatige spierontwikkeling zo’n 15-20 cm achter de oren.

Overigens is het niet zo dat als de röntgenfoto’s in orde zijn dat dat betekent dat een hals ook goed functioneert. Op een foto zijn met name benige veranderingen zichtbaar. Op een echo is wel te zien of een gewricht overvuld is, wat kan duiden op een ontsteking met bijbehorende pijnlijkheid. Maar het voorstadium, waarin een gewricht stijf en/of gevoelig is is doorgaans niet zichtbaar op een foto of echo. Dat is echter wel het moment om in te grijpen, juist om uiteindelijk grote problemen te voorkomen.

De oorzaken van halsproblemen zijn heel divers. Soms is het aangeboren, maar ook kan het veroorzaakt zijn door een trauma. Helaas blijkt heel vaak de training het grootste probleem.  Tot op het hoogste niveau zien we paarden in een houding lopen die problemen kan veroorzaken aan de wervelkolom. In plaats van oprichting die voortkomt uit flexie onderin de hals (de halswervels ‘liften’ als het ware in een mooie boog naar boven) en in de schoft zien we vaak de onderkant van de hals naar beneden gedrukt, de rest van de hals omhoog gericht, waarna voorin het paard weer rond gehouden wordt. Maar ook diverse andere houdingen kunnen problemen veroorzaken. Herkennen van een niet optimaal gebruik van de hals is niet altijd eenvoudig. Vandaar dat veel ruiters/amazones, trainers en juryleden dit niet of onvoldoende opmerken. Dat is overigens geen verwijt! Het is aan alle professionals in de paardenwereld om door samenwerking deze complexe problematiek beter te leren herkennen en begrijpen om zo halsproblemen zoveel mogelijk te voorkomen.

Voor een heel aantal van de geconstateerde problemen is gelukkig wel behandeling mogelijk. Zoals eerder gezegd: het is beter om niet te wachten tot er daadwerkelijk benige afwijkingen ontstaan, of totdat de hals echt heel pijnlijk is. Juist in het stadium daarvoor is het paard met fysiotherapie, chiropractie, goede training en management goed te helpen. Zijn er eenmaal toch problemen of afwijkingen die veterinair ingrijpen noodzakelijk maken, dan zijn er inmiddels diverse mogelijkheden. Toch denk ik dat de meeste ruiters, amazones en eigenaren hun paarden liever behoeden voor ongemak. Geeft hij slecht na? Buigt hij niet goed? Blijft de bespiering achter? Of zie je onverklaarbare onregelmatigheden?  Laat je paard dan nakijken en werk hem niet ‘erdoorheen’ met grotere, grove hulpen. Enig idee hoe dat zou voelen? En ja, soms voelen ze ‘beter’ als je een keer streng bent. De kans is dan echter groot dat het paard zich genoodzaakt ziet nog meer te compenseren om toch te doen wat je vraagt. En dat is niet wat een paardenliefhebber wil, ook niet of juist niet als je serieus sport beoefent.

En wil je echt liever voorkomen dan genezen? Laat je paard dan een aantal keer per jaar controleren door een deskundige, vóórdat er problemen ontstaan. Dan wordt het geen halszaak :-)!