Blog: Marktwerking
NieuwsZoals elk jaar op 1 april, worden er ook in 2017 op die datum wijzigingen aangebracht in de reglementen van de KNHS. Een van die wijzigingen, waar door velen verontwaardigd op gereageerd wordt, is het loslaten van de inschrijf- en prijzengelden. Nu zijn er regels voor de hoogtes en verhoudingen tussen deze gelden, maar vanaf 1 april 2017 mogen wedstrijdorganisaties zelf gaan bepalen hoeveel inschrijfgeld ze vragen en of ze voor dat bedrag een goed gevulde envelop of een roze rosborstel cadeau doen.
De verontwaardiging onder de leden lijkt dus terecht. Maar is dat wel zo? Zou dit niet juist voor een heel gezonde marktwerking kunnen zorgen? Ik verwacht dat het er in de praktijk op neer gaat komen dat de grotere en drukkere concoursen meer inschrijfgeld gaan vragen. Maar de kleinere concoursen, op de iets minder chique accommodaties, zullen dat echt wel uit hun hoofd laten!
Vergelijk het met restaurants. Bij een restaurant met één of meer Michelinsterren mag je aan het einde van de avond al gauw € 200 per persoon afrekenen, terwijl je bij een leuke bistro voor € 30 ook heerlijk hebt gegeten. Het eten bij de bistro is goed en je zit gezellig, maar in die sterrenzaak is het eten en de service uitmuntend en de ambiance is perfect voor bijvoorbeeld zakelijke gesprekken. En voor beide is er een markt.
De mooie nieuwe hallen, met perfecte bodems, zijn ideaal voor professionele ruiters die hun paarden graag optimaal voorstellen. Op deze accommodaties lopen veel andere profs en potentiële klanten rond, en tijdens de wedstrijd kan een mooie video of actiefoto van het paard worden gemaakt. Voor het op peil houden van deze accommodaties mag dan best worden betaald.
Op de oudere maneges en kleinere concoursen kun je ook prima rijden. Echt slechte bodems zijn er bijna niet meer, maar vaak ziet het er op deze accommodaties net iets minder ‘hip and happening’ uit. Meestal zijn dit wel heel gezellige maneges, waar je leuk op concours kunt. De wedstrijd is qua uitstraling eenvoudiger en de kosten zijn dus lager. In de toekomst worden dit soort concoursen dus goedkoper dan die op de luxere locaties. Ideaal voor amateurs en profs met paarden die nog niet helemaal klaar zijn om te etaleren.
Ook kunnen kleinere verenigingen, die bij een wedstrijd financieel moeilijk rondkomen, vanaf volgend jaar wat met het prijzengeld schuiven. Men kan de prijzenschaal sneller laten aflopen, minder uitkeren bij volgprijzen, et cetera. Iets waar ruiters niet direct hinder van hebben, maar wat voor een organisatie behoorlijk scheelt.
Kortom, er ontstaat dus een natuurlijke splitsing tussen amateur en prof, zonder dat de een niet bij de ander mag gaan snuffelen. De wedstrijden op de luxere accommodaties (sterrenzaken) worden duurder en de wedstrijden op minder luxe accommodaties (bistro’s) blijven even duur, of worden misschien wel goedkoper als ze met het prijzengeld gaan schuiven. Althans, zo denk ik dat het zal gaan. De organisaties moeten hierin hun draai gaan vinden en de toekomst zal het leren.
