111007239_ABFweb
111007239_ABFweb

Het perfecte voltigepaard

Nieuws

Bij voltige worden allerlei acrobatische kunsten uitgevoerd op de rug van het paard, soms wel met zijn tweeën of drieën tegelijk. Je kunt je voorstellen dat niet ieder paard daar geschikt voor is, daarvoor moet hij wel aan een aantal eisen voldoen. Voltigebondscoach Diana van Klaveren vertelt welke eisen dat zijn.


 “Het belangrijkst is dat het paard gezond is”, vertelt voltigebondscoach Diana van Klaveren. “We zien vaak dat paarden na hun sportcarrière als dressuur- of springpaard worden ingezet in de voltige. Soms kan dit ook wel, afhankelijk van wat de reden is waarom dat paard in de andere discipline moest stoppen, maar over het algemeen denk ik niet dat het een goede optie is. Een voltigepaard moet namelijk best zwaar werk doen en moet dus gewoon goed gezond zijn.”

Ruglengte


 “Wij werken over het algemeen met best grote paarden. Maar dit helemaal geen ‘must’, het is eigenlijk zelfs meer luiheid van de voltigeurs. Want hoe groter het paard, hoe meer lengte het paard heeft en hoe meer ruimte er dus is om de oefeningen op het paard te doen. Het nadeel is wel dat een groot paard vaak heel moeilijk te trainen is. Een groter paard is namelijk moeilijker aan elkaar te rijden (wat naast het voltigeren ook moet gebeuren), en heeft – vind ik – meer kans op blessures. Een wat kleiner paard is daarom ook prima, zolang het paard maar een wat lange, maar wel sterke,  rug heeft.”

Karakter, gangen en leeftijd


“Als ik naar een paard ga kijken, dan let ik er altijd op of het paard mensgericht is. Als hij bijvoorbeeld gelijk naar je toekomt en aandacht zoekt, dan zit het vaak wel goed. Ze moeten natuurlijk ook niet al te zenuwachtig en angstig zijn, maar lekker nuchter. Daarnaast is het belangrijk dat ze over een goede drietaktgalop beschikken, en voor de hogere sport moeten ze minimaal zeven jaar oud zijn.”

Hoe komen top-voltigeurs aan het perfecte voltigepaard?


“Er zijn voor voltigeurs verschillende manieren om aan een paard te komen”, vertelt Diana. “Bij de hogere teams zoals de selectieteams zie je steeds vaker dat iemand echt een paard aanschaft voor het team, bijvoorbeeld de instructeur. Maar wat bij het nationaal juniorenteam gebeurt, is dat we paarden aangeboden krijgen van mensen die het paard in de dressuur of een andere discipline hebben lopen, en het paard zo nu en dan best willen inzetten voor voltige. Voor de wedstrijden is er vaak een vast paard (met een reservepaard op de achtergrond), maar voor trainingen hebben we bij voorkeur wel vier à vijf paarden nodig. Zo’n training is namelijk vaak maar één keer in de twee weken en duurt dan gelijk de hele dag. De paarden die we aangeboden krijgen zijn vaak al bekend met het voltigewerk, maar het komt ook wel voor dat ze hier nog helemaal groen in zijn.”

Groen in het voltigewerk


 “Om te bepalen of een paard geschikt kan zijn voor voltige, ga je – als het paard voldoet aan de eisen qua ruglengte, karakter, gangen en leeftijd – eerst kijken of je het paard onder controle hebt tijdens het longeren. Is dit namelijk niet het geval, dan is het zeer gevaarlijk om op de rug van het paard acrobatische kunsten te gaan uitvoeren. Vervolgens kun je kijken hoe het paard reageert als je op andere plekken zit dan waar normaal het zadel zit. Met je handen/voeten zijn kont aanraken, verder naar achteren gaan zitten, bewegen, et cetera. Als dat in stap allemaal goed gaat, kun je dat proberen in draf en galop. Daarna kun je kijken hoe het paard reageert als je voltigeoefeningen gaat doen op het paard.”

Natuurlijk vluchtgedrag


“Dit klinkt allemaal erg simpel en vanzelfsprekend, maar dat is echt niet voor ieder paard zo. We hebben wel eens paarden meegemaakt die het aan de longeerlijn keurig deden met alle voltigespullen op – wat ook al erg knap is met een dek op van een meter lang die tot aan de heupen van het paard komt, wat de meeste paarden erg vervelend vinden – maar die helemaal explodeerden zodra we er iemand op zetten. Daarnaast is het natuurlijk voor een paard ook best beangstigend als er iemand naar hem toe rent. Een paard is een vluchtdier, heel veel paarden schrikken hiervan en rennen weg. Dat is ook logisch, dat is een natuurlijke reactie. Maar enkele paarden stoppen dan, die komen kijken wat je komt doen. Die paarden zijn heel vaak heel geschikt voor voltige. Nadat het paard geselecteerd is volgt nog een lange weg om het paard te trainen, zodat hij bij alle oefeningen ook met twee of drie voltigeurs, regelmatig en in balans blijft lopen. ”

Bron: Bitmagazine.nl