hooibaal
hooibaal

Mythes over hooi

Nieuws

Over de kwaliteit van hooi gaan veel boerenwijsheden en mythes de ronde. Dit maakt het soms best moeilijk om te beoordelen wat wel en niet goed is voor je paard. Wetenschappers van de Universiteit van Kentucky bespreken de meest voorkomende mythes over hooi.



Mythe 1: tweede snede hooi is altijd het best


Eerste snede hooi kan zeker een hoge kwaliteit en voedingswaarde hebben. Kwaliteit en voedingswaarde zijn namelijk van veel meer factoren afhankelijk dan alleen de oogsttijd. Bijvoorbeeld het weer, het groeiproces, de manier van bemesten en de grondsoort. Je kunt de kwaliteit en voedingswaarde van je hooi alleen zeker weten door een hooianalyse te laten doen.

Mythe 2: paarden hebben altijd beter hooi nodig dan koeien


Over het algemeen hebben paarden inderdaad een betere kwaliteit hooi nodig dan vee, omdat hun spijsverteringssysteem heel anders werkt. Omdat koeien herkauwen en meerdere magen hebben, kunnen ze hooi verteren waarmee paarden meestal niet goed uit de voeten kunnen. Maar bij elk dier - paard of koe - zijn de individuele behoeften het belangrijkst. Een sober paard met wat licht recreatief werk heeft ander hooi nodig dan een volbloed die regelmatig op wedstrijd gaat. Ditzelfde geldt voor koeien. Een koe in een wildgebied heeft andere voeding nodig dan een koe die volop melk produceert. Hou voor de keuze van je hooi rekening met conditie, gezondheid, werkintensiteit, hoeveelheid weidegang en type gras.

Mythe 3: er is een beste soort hooi voor alle paarden


Als je het hebt over kwaliteit van hooi, gaat het niet per se om welke grassen of kruiden er in je hooi zitten. Belangrijker nog voor de kwaliteit en voedingswaarde van hooi zijn de manier van oogsten, bemesten, grondsoort en welke stoffen al in de bodem aanwezig zijn. Voedingswaarde moet afgestemd zijn op de behoeften van je paard. Oogsten en opslag moet altijd op een goede manier gedaan worden om de kwaliteit van het hooi hoog te houden. Natuurlijk kan het altijd zo zijn dat je paard op een bepaald type gras beter reageert of dat je erg goede ervaringen hebt met kruiden in het hooi.

Mythe 4: voor geen hooi dat natgeregend is


Het is niet goed voor je hooi als het natgeregend is, maar dit betekent niet dat je het na één buitje al weg moet gooien. Als hooi niet goed is opgeslagen en het regent continu nat, wordt het vochtig en broeierig in de pakken. Dit is een heerlijke voedingsbodem voor bacteriën en schimmels. Bescherm je hooi altijd goed tegen de regen en let ook op of je hooileverancier het hooi netjes en droog opslaat. Is je hooi een keer nat geworden? Let dan bij het voeren goed op of je schimmel ziet.

Mythe 5: hooi moet zes weken opgeslagen worden voor je kunt voeren


Hooi kan elk moment na oogsten gevoerd worden. Tot acht weken na het oogsten kan de samenstelling van het hooi nog iets veranderen. Daarom is het voor een hooianalyse beter om het hooi ongeveer zes weken te laten liggen. Zo is de analyse betrouwbaarder en kun je de rest van je voer beter afstemmen.

Bron: University of Kentucky, The Horse