Dressuurtraining van professionele ruiters geanalyseerd

27 augustus 2015, 00:00 Nieuws
De onderzoekers volgden acht ruiters die elk drie paarden reden. De ruiters werd gevraagd om een normale trainingssessie te doen. Die werd opgenomen en later geanalyseerd. Hierbij werd rekening gehouden met het niveau van het paard en de ruiter.

Wat volgens het team het meest opviel, is de korte tijd die gebruikt werd voor het herhalen van oefeningen. De gemiddelde tijd daarvoor was 1 minuut. De ruiters wisselden regelmatig van tempo en van oefening. Dit duidt volgens het team op sterk variërende trainingen.

Uit de analyse kwam onder andere dat de ruiters 38 procent van de training werken in stap, 39 procent in draf en maar 17 procent in galop. Waarvan 8 procent in de linkergalop en 9 procent in de rechtergalop. Verder werd er 28 procent van de tijd besteed aan het rechtrichten van het paard en het rijden van bochten. Zijwaartse gangen namen 8 procent van de tijd in bezit.

De duur van de training en de duur van de individuele oefeningen bleken ook sterk afhankelijk van het niveau van het paard en de tijd die het paard al bij de ruiter onder het zadel is. Zo werd er tijdens de training van paarden die qua niveau hoger waren meer galopwerk gedaan, evenals meer zijwaartse gangen. Bij paarden die al langer dan een jaar onder het zadel van de ruiter waren, werd ook gezien dat de tijd die aan de galop wordt gewerkt langer is. Dat gaat dan ten koste van de tijd in draf.

Naar aanleiding hiervan vermoeden de onderzoekers ook dat de galop een gang is die in relatie staat met de communicatie en de samenwerking van paard en ruiter en dat die naarmate het niveau hoger wordt, steeds belangrijker wordt. Het percentage van het rijden van bochten in de training van jonge paarden of paarden die de ruiter nog maar kort onder het zadel heeft is hoger. Hieruit concluderen de onderzoekers dat dat komt omdat het rijden van lijnen de beginselen van de training zijn en dat het een basis is voor de moeilijkere oefeningen.

Bron: Horsetalk