160208021_ABFweb
160208021_ABFweb

Bit duikt in... Mennen met 28 paarden

Nieuws

Het is een spannend gezicht: 28 paarden voor één wagen. We zagen het onlangs in het filmpje van de dag. Maar hoe doe je dat? Hoe houd je zoveel paardenkracht in bedwang en wat komt er allemaal bij kijken? We vragen het aan menexpert Koos de Ronde.



‘Als de uitdaging daar is, wil ik het ook wel een keer doen’



“Als de uitdaging daar is, wil ik het ook wel een keer doen.” Vierspanmenner Koos de Ronde uit Zwartewaal - tweevoudig Nederlands kampioen, meervoudig teamgoudwinnaar op een WK en EK en World Cup-winnaar - vindt het een machtig zicht, zoveel paarden voor de wagen.
Zelf heeft Koos niet meer dan acht paarden voor de wagen gehad. “Ik snap het wel hoor, als je er meer voor zet. Het geeft een bepaalde kick om er zoveel mogelijk voor te krijgen. Toen ik er acht had, wilde ik er tien doen.” Dat laatste is er toch maar niet van gekomen. Er zijn dan ook nogal wat praktische bezwaren, volgens de vierspankampioen.

Vertrouwde paarden


“Denk alleen al aan het materiaal dat je nodig hebt. De lengte van de leidsels. Is dat het waard, want hoeveel keer ga je dit doen?” Bovenal moet de veiligheid voorop staan, vindt Koos. “Je moet 28 goed vertrouwde paarden hebben. Je zet sowieso de allermakste voorop en de eventueel wat groenere paarden tussenin. Als er een paar rotzakken tussen zitten, heb je een probleem. Een paard is een kuddedier, dus als 28 paarden op hol slaan, heb je heel veel kracht nodig om ze te kunnen stoppen.” En dan heb je het nog niet eens over het aantal leidsels dat je in je handen hebt. “Bij 28 paarden heb je ook 28 tweespanleidsels in je handen. Afgezien van of je die vast kunt houden, moet je je eens voorstellen hoeveel dat weegt.”
‘De voorpaarden moeten goed op je stem reageren’

Om het overzicht te kunnen houden, moet de wagen hoog genoeg zijn, vindt Koos. “En niet alleen je materiaal moet goed zijn, je moet ook zorgen voor voldoende hulp.” Dan is er nóg een praktisch probleem: “Je kunt niet met je zweep bij alle paarden komen, dus de voorpaarden moeten goed op je stem reageren. Ook moeten ze allemaal goed sporen.”

Ruimte


Als je 28 paarden voor je wagen wil zetten, heb je ruimte nodig. “Je moet een groot veld hebben”, zegt Koos. “Overigens heb je twee opties om de paarden voor de wagen te zetten. Je kunt ze twee aan twee zetten, dus zestien keer twee of je zet ze vier breed. Maar meestal zie je twee aan twee.” In het filmpje van het artikel over meerdere paarden voor de wagen, zie je overigens dat de voorste paarden drie aan drie staan. Dichterbij de koets staan ze in rijen van vier.
Koos zegt niet de ambitie te hebben om ooit 28 paarden voor zijn wagen te kunnen inspannen, maar als het hem ooit wordt aangeboden zo’n span te mennen, zal hij het niet laten. Voor een keer dan. “Je hebt wel een show, met zoveel paarden. Zomaar voor de fun ga je niet met 28 paarden rijden. Je moet wel een doel hebben.” Dat is dan ook de reden dat hij vierspan rijdt. “Dat zie je het meest in de wedstrijden. Voor meerspannen zijn er geen wedstrijden. Mijn doel is dan ook trainen voor de wedstrijd.”
‘De techniek is anders dan bij een enkelspan of tweespan. Het is veel moeilijker’

En wie denkt dat als hij met één of twee paarden voor de wagen kan rijden, het ook wel met meerdere kan, heeft het mis. “Bij het vierspanrijden is de techniek anders dan bij een enkelspan of tweespan. Het is veel moeilijker.”

Aankomend weekend (15 t/m 17 april) wordt het NK Vierspannen voor paarden verreden in het Limburgse Horst aan de Maas. Er verschijnen twaalf Nederlandse vierspannen aan de start, waaronder Koos de Ronde en titelverdediger IJsbrand Chardon.