Tanden
Tanden Foto: Arnd Bronkhorst \ Arnd.nl

Tandenknarsen bij paarden: Kijken naar bit en gebit

Verzorging

Tandenknarsen is vaak een uiting van ongemak. Het kan onder meer veroorzaakt worden door stress, maagzweren, pijn in de mond of juist een rijtechnische oorzaak hebben. 

Paardengebitsverzorger Vera Spoor uit Valkenswaard vertelt welke gebit gerelateerde klachten tandenknarsen kunnen veroorzaken.

Om erachter te komen wat de oorzaak is, dienen de eventuele aanleidingen voor het tandenknarsen een voor een te worden uitgesloten. Hierbij is het zaak om goed naar je paard te kijken. De momenten waarop hij tandenknarst kunnen namelijk al veel inzicht geven. Doet hij dit bijvoorbeeld alleen tijdens het aansingelen, tijdens het rijden, op momenten dat het druk is op stal of op willekeurige momenten in de wei?

Gebit gerelateerde oorzaken 

De oorzaak is niet per se eenduidig en het kan als eigenaar even puzzelen zijn om de oorzaak te achterhalen. Vanuit het oogpunt van ongemakken in het paardengebit, zijn er drie veel voorkomende oorzaken te noemen:

1. Wisselen van de melktanden 

Jonge paarden wisselen hun melktanden en -kiezen als zij tussen de tweeënhalf en vijf jaar oud zijn. “Het wisselen gaat niet altijd even makkelijk en het onprettige gevoel in de mond kan voor een paard reden zijn om te gaan tandenknarsen”, vertelt Spoor. “Resterende melkkiezen worden soms niet goed weggeduwd door de nieuwe kiezen. In dat geval wordt er gesproken van doppen op de kiezen. Vooral de derde melkkies is een lastige.” 

Dat een paard aan het wisselen is, kan te zien of te voelen zijn aan een bult in de wang of op de onderkaak. “Wisselen hoort er natuurlijk gewoon bij, maar het is belangrijk om in de gaten te houden of alles goed gaat”, geeft ze aan. “Daarbij is het raadzaam om regelmatig naar het gebit te laten kijken, zo’n een keer in het half jaar. Als alles goed verloopt blijft het bij een jaarlijkse controle.” Na het wisselen zou het tandenknarsen gewoon over moeten zijn. 

2. Ongelijke slijtage

In het geval van ongelijke slijtage wordt de druk in de mond niet goed verdeeld. Daarnaast kan dit een afwijkende kauwcyclus veroorzaken. “Zeker als er geen of weinig aandacht is besteed aan het onderhouden van het gebit, kunnen er ernstige afwijkingen ontstaan. Dit kan op lange termijn problemen geven en eventueel een aanleiding zijn voor een paard om te gaan tandenknarsen”, legt Spoor uit. 

“Afhankelijk van de mate van de ongelijke slijtage kunnen deze afwijkingen niet in één keer gecorrigeerd worden. Doorgaans zijn er dan meerdere behandelingen nodig.” 

3. Slecht passend bit

Het is ontzettend belangrijk dat het bit past en op de juiste plek in de paardenmond ligt. Spoor: “De juiste plaats is één duim voor de onderste eerste kiezen in de onderkaak. En met druk mag het bit maximaal één centimeter aan beide kanten uit de paardenmond komen. Of het bit dik of dun moet zijn, ligt aan de grootte van de paardenmond. Een slechtpassend bit kan voor chronisch ongemak zorgen.” Maar let ook goed op eventuele slijtage van het bit en de ringen.

“Zeker bij kunststof bitjes is het belangrijk om te controleren op scheurtjes en scherpe randjes. Een slechtpassend of beschadigd bit kan letsel op de tong, lippen en lagen veroorzaken. Een te grote druk op de lagen kan zelfs botsplinters in de kaak veroorzaken”, benadrukt ze. 

“Bovendien kan, bij een bit dat te hoog in de mond hangt, het slijmvlies voor de eerste kiezen in de bovenkaak helemaal worden weggetikt. En dat slijmvlies komt niet meer terug.” Als een paard tandenknarst tijdens het rijden, is het daarom aan te raden om even het bit te controleren en te kijken hoe het in de mond ligt. 

Spoor: ”Of vraag het even aan de gebitsverzorger. Als het gebit van het paard is nagekeken, pak het hoofdstel er dan even bij en laat het bit nakijken. Ik doe het altijd graag en beantwoord met plezier alle vragen!” 

Het tandenknarsen is natuurlijk niet goed voor de tanden, maar het heeft niet direct negatieve gevolgen en veroorzaakt geen ernstige extra slijtage. Bovendien is het ook niet per se te zien aan het paardengebit. Toch is het verstandig om dit gedrag niet te negeren en niet te lang te wachten met het contacteren van een deskundige. Het blijft immers een uiting van ongemak.

Tips

Als jonge paarden last hebben van hun gebit, kan het inrijden een negatieve ervaring worden. “Laat even naar het gebit kijken voordat het paard wordt ingereden. Controleer of er (blinde) wolfstanden aanwezig zijn en zorg dat ze geen last hebben van scherpe glazuurpunten in de mond, want dan sta je gewoon met 2-0 voor”, adviseert Spoort. 

Loop regelmatig je bit en de ringen na op scherpe randen en slijtage, zodat dit geen schade toebrengt aan de mond van je paard. Net als het spreekwoord ‘no hoof, no horse’ indiceert, zou gebitsverzorging ook een jaarlijks terugkerend ritueel moeten zijn. Een goed gebit zorgt ervoor dat het paard goed kan eten, de benodigde voedingsstoffen kan opnemen en naar behoren kan presteren. Belangrijk dus!