Afbeelding
Foto: DaKo Fotografie

Fenna en Gisella over de stelling: “Het is voor een jong paard beter om in een kudde van verschillende leeftijden op te groeien”

Welzijn De stelling - Fenna & Gisella Jong paard starten Verzorging

In deze serie geven Fenna Elzinga van opfok- en revalidatiecentrum Lelymare Horses en Gisella Bartels van Bartels Horse & Health Instituut iedere aflevering hun professionele, onderbouwde oordeel over een andere, prikkelende stelling. 

De zevende en laatste stelling is: ‘Het is voor een jong paard beter om in een kudde van verschillende leeftijden op te groeien’. “Dit is een stelling die mij dicht bij het hart ligt”, opent Fenna. “Ik vind de sociale ontwikkeling van een jong paard heel belangrijk, en hoe de paarden opgroeien heeft effect op deze ontwikkeling.”

Opfokbedrijf

Gisella: “Hoewel wij zelf geen opfokbedrijf hebben en ik niet de ervaring heb met groepen jonge paarden zoals Fenna, heb ik wel ervaring met het fokken van veulens en met de fysieke ontwikkeling van jonge paarden. Wij hadden de veulens altijd samen met de merrie de eerste zes maanden thuis en daarna gingen ze naar een opfokbedrijf waar ze in groepen van dezelfde leeftijd opgroeiden.”

Drie soorten ontwikkeling

Fenna: “Zoals ik het bekijk hebben we drie soorten ontwikkeling bij jonge paarden: de sociale, de fysieke en de mentale ontwikkeling. Als we kijken naar een optimale sociale ontwikkeling van een paard is dat waarin het paard leert om te gaan met andere paarden.”

“Dit leerproces begint al vroeg in het leven, wanneer veulens bij hun moeder lopen en met andere merries en veulens in een groep staan. In een kudde leren veulens hoe ze met elkaar moeten omgaan, hoe ze conflicten kunnen oplossen en hoe ze zich moeten gedragen in sociale situaties. Laten we beginnen met het feit dat jonge paarden leeftijdsgenoten nodig hebben.”

“Ze leren namelijk van elkaar, ze spelen, ze ravotten en ontdekken samen de wereld. Als het veulen nog bij de moeder loopt, is het heel goed voor ze om al in contact te komen met andere veulens. We zien ook dat jonge paarden die leeftijdsgenoten hebben meer bewegen en dit is ook weer goed voor hun fysieke ontwikkeling.”


Foto: DaKo Fotografie

Veel beweging

“Vanuit mijn werk als fysiotherapeut vind ik het vooral van belang dat een veulen, mits het gezond is, van jongs af aan veel kan bewegen”, aldus Gisella. “De aanwezigheid van andere veulens en hun moeders, voldoende ruimte, dus een ruime weide, en een groot deel van het etmaal buiten kunnen staan zijn heel belangrijke voorwaarden.”

“De veulens stappen, draven en galopperen, ze rusten en ze spelen. Dit alles draagt bij aan een goede ontwikkeling van het bewegingsapparaat en de motoriek.”

Variaties in groepssamenstelling

Fenna: “Als we kijken naar factoren die bijdragen aan de optimale sociale ontwikkeling dan is dat inderdaad ten eerste contact met andere paarden. Paarden zijn kuddedieren en hebben een natuurlijke behoefte aan sociaal contact. Paarden die sociaal ontwikkeld zijn, voelen zich veilig in het bijzijn van andere paarden, kunnen conflicten oplossen met andere paarden en zich uiten. Ook zijn ze in staat om te leren van andere paarden.”

“Als laatste is een paard dat sociaal ontwikkeld is, in staat om zich aan te passen aan andere paarden en nieuwe omgevingen. We zien echter dat jonge paarden op verschillende manieren opgroeien. Als we kijken naar de groepssamenstelling dan zijn daar variaties in.”

“Wat we veel zien is een groep paarden van dezelfde leeftijd en geslacht bij elkaar. De groepsgrootte verschilt per bedrijf. We zien minder vaak dat paarden van verschillende leeftijden een kudde vormen. Ik denk vanuit praktisch oogpunt dat er vaak gekozen wordt voor groepen naar leeftijd en geslacht. Zeker bij opfokbedrijven, want het is de makkelijkste oplossing en zeker niet slecht. Ik denk echter dat het nog beter kan.”

Leren van volwassen paarden

Gisella: “Ik zie zeker voordelen van een opfok met paarden van verschillende leeftijden. Wel zie ik dat veulens die na het spenen in groepen zijn opgegroeid met enkel leeftijdsgenoten, later vaak ook goed kunnen functioneren.” 

“Klopt helemaal”, reageert Fenna: “Ik denk dat er een aantal voordelen zitten aan het opgroeien met leeftijdsgenoten. Jonge paarden leren echter ook heel veel van oudere of volwassen paarden. Ze observeren hoe andere (oudere) paarden zich gedragen, hoe ze reageren op nieuwe situaties en hoe ze met elkaar omgaan.”

“Volwassen paarden geven ook de grenzen aan. Welk gedrag wordt wel getolereerd in de kudde en wat niet? Als een veulen of jong paard agressief gedrag vertoont, dan wordt dit gecorrigeerd door volwassen paarden, maar niet of minder door leeftijdsgenoten.”

“Een ander uiterste is als een veulen of jong paard enkel met oudere paarden opgroeit. Die kan zich ‘eenzaam’ voelen en daardoor afwijkend gedrag gaan vertonen. We zien dit vaak resulteren in bijvoorbeeld agressief gedrag. Niet alleen naar andere paarden, maar ook naar ons als mensen.”


Foto: DaKo Fotografie

Voorbeeld

“Ik denk inderdaad dat het te kort door de bocht is om te zeggen dat elk paard dat enkel met leeftijdsgenoten opgroeit, niet sociaal is”, vervolgt Fenna. “Maar we kunnen wel stellen dat we de sociale ontwikkeling stimuleren door ze te laten opgroeien in een groep van verschillende leeftijden.”

“Echter is het natuurlijk wel belangrijk dat de volwassen paarden in de kudde sociaal zijn. Dat betekent dat ze gewend zijn om in een kudde te leven en goed zijn in de sociale interacties. Een paard dat niet sociaal ontwikkeld is, zal sneller dominant of agressief reageren naar andere paarden en dat is juist niet wat ze moeten doen. Jonge paarden hebben namelijk oudere paarden nodig als voorbeeld.”

Nanny

Gisella: “Ik kan mij voorstellen dat het nog wat anders is voor merries dan bij hengsten. Hoe zie jij dat, Fenna?” Fenna: “In een hengstenkudde vind ik het heel belangrijk dat daar een oudere ruin tussen loopt. De jonge hengsten hebben ontzag voor de oudere ruin en dus is hij de perfecte opvoeder. Jonge paarden hebben behoefte aan leiding en grenzen en dat halen ze bij oudere paarden.”

“Misschien kunnen we wel zeggen dat een groepje paarden van dezelfde leeftijd een kleuterklas is zonder juffrouw. Je ziet ook dat volwassen paarden, zowel in de merrie- als de hengstengroep, een taak van ‘nanny’ op zich nemen. Oftewel veulens die gespeend zijn zoeken steun bij de oudere paarden. De veulens en jonge paarden spelen met elkaar en de volwassen paarden laten ze precies zien wat wel en niet kan.”

Rol van de mens

“Naast de opvoeding in een groep spelen wij als mens ook een grote rol”, stelt Gisella. “Veulens die in hun eerste half jaar veel in de hand geweest zijn en rustig hebben kunnen wennen aan de interactie met de mens en allerlei basisvaardigheden kennen; denk aan meelopen, vaststaan, voetjes optillen, trailerladen, et cetera, zijn tijdens de opfokperiode en daarna vaak ook een stuk handzamer. Dit zorgt voor minder stress en maakt de paarden ook makkelijker te behandelen als er iets aan de hand is.” 

Fenna beaamt dit: “Dit is het stukje mentale ontwikkeling inderdaad. Door ze in de eerste zes maanden en tijdens de opfokperiode geregeld in handen te hebben, help je ze in deze ontwikkeling. We helpen de paarden om te gaan met nieuwe situaties, leren ze ervaren dat we niet alleen maar komen enten, ontwormen en bekappen. Wij willen er in de toekomst mee samenwerken en dat begint, vind ik, al in de eerste drie jaar.”

Ruimte en rust

Gisella: “Wat ik tevens belangrijk vind, is dat de groepen jonge paarden zomer én winter veel naar buiten kunnen. Alleen een uitloop in de winter beperkt de bewegingsmogelijkheden en daarmee de gehele ontwikkeling. Ook hecht ik veel waarde aan rust in de groep.”

“Bij voorkeur worden er tussentijds geen nieuwe paarden bijgezet en ook ophalen zou tussentijds zoveel mogelijk beperkt moeten worden. Zodra de samenstelling van een groep wijzigt, kan dit door veranderingen in de rangorde zorgen voor onrust en daarmee is tijdelijk de kans op ongelukken of letsel groter.” 

Fenna is het hier roerend mee eens: “Rust is zo belangrijk. Een stabiele en rustige kudde is een must. We onderschatten wel eens wat verandering doet met de jonge paarden en zeker in die eerste drie jaren.”

Goede start

Gisella: “Zo zijn er dus vele factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van een jong paard. Zowel fysiek, mentaal als sociaal. Een kudde met verschillende leeftijden is geen must, maar kan zeker diverse voordelen geven. Zeker als ze daarbij ook nog eens goed in de gaten gehouden worden en regelmatig in de hand komen zoals jullie dat doen, Fenna.”

“Dit alles zorgt voor een goede start voor een (sport)paard. Dat wordt nog weleens onderschat! De periode tussen pakweg zes maanden en drie jaar is erg belangrijk en kan bepalend zijn voor de toekomst van een paard. Het is dus de moeite na te denken over en veel aandacht te besteden aan een goede opfok van jonge paarden.”

Over Fenna en Gisella

Gisella Bartels is dierenfysiotherapeut, chiropractor en amazone. Ze is eigenaresse van Bartels Horse & Health Instituut. Gisella is breed ontwikkeld in de anatomie en biomechanica van het paard. Verder studeerde ze bewegingswetenschappen en bedrijfskunde & agribusiness. Fenna Elzinga is voormalig internationaal reiningamazone en richt zich met haar bedrijf Lelymare Horses op de opfok van jonge paarden en de revalidatie van (sport)paarden. Ze studeerde organisatiekunde.

Tekst: Fenna Elzinga en Gisella Bartels | Foto’s: DaKo Fotografie

Sociale ontwikkeling in alle rust en ruimte bij Lelymare Horses
Lelymare Horses: verschillende leeftijden en genoeg ruimte om te rennen!