Afbeelding
Foto: Sabine Timman

Fenna en Gisella over de stelling: “Een instructeur moet verstand hebben van veel meer dan rijtechniek”

Training Verzorging De stelling - Fenna & Gisella

In deze nserie geven Fenna Elzinga van opfok en revalidatiecentrum Lelymare Horses en Gisella Bartels van Bartels Horse & Health Instituut iedere aflevering hun professionele, onderbouwde oordeel over een andere, prikkelende stelling. De eerste stelling: ‘Een instructeur moet verstand hebben van veel meer dan rijtechniek’.

“Ik vind de rol en taak van een instructeur heel belangrijk”, opent Fenna. “Zij zijn degenen die daadwerkelijk invloed hebben op de manier hoe ruiters en amazones hun paard rijden en/of trainen. Rijtechniek is een heel belangrijk onderdeel van het lesgeven, maar ik vind ook kennis van didactiek, trainingsleer en biomechanica van grote toegevoegde waarde.”

Effectiever en diervriendelijker

“Laat ik voorop stellen dat er veel goede en gedreven instructeurs zijn die echt enorm hun best doen om ruiters, amazones en hun paarden verder te helpen en daarin ook slagen”, gaat Gisella verder. 

“Maar toch denk ik dat kennis van de onderwerpen die Fenna hiervoor noemt, kan helpen om ruiters en paarden nóg beter te trainen. Niet alleen effectiever, maar ook diervriendelijker doordat bijvoorbeeld nog meer rekening gehouden wordt met wat er in het lichaam gebeurt.” 

Fenna haakt hierop aan: “Bij instructeursopleidingen wordt van oudsher vooral veel aandacht besteed aan het rijtechnische stuk, dat is ook belangrijk. Maar als we als sport verder willen ontwikkelen en dierenwelzijn nog serieuzer willen nemen, dan is het goed als we ons blijven ontwikkelen. Ervaring is waardevol, maar de inzichten die de laatste jaren bijvoorbeeld op het gebied van trainingsleer en inspanningsfysiologie zijn ontstaan, kunnen we echt goed gebruiken. Als instructeurs deze kennis hebben, dan kunnen ze ook dingen sneller signaleren en bijsturen.”

Juiste intensiteit

Gisella: “Ik zie een trainer eigenlijk als de personal trainer van het paard en in bepaalde mate ook van de ruiter of amazone. Via de ruiter wordt vaak gewerkt aan het paard. Denk hierbij aan het lichaamsgebruik en aan het sterker en leniger worden. Hierbij is de juiste intensiteit van groot belang. Zo blijkt dat we in de dressuurmatige training vaak als doel hebben een paard sterker te maken.” 

“Maar als we gaan meten met een hartslagmeter, dan blijkt dat we vaak meer duurtraining doen dan krachttraining en dat werkt juist averechts. Dat neemt niet weg dat de ruiter zelf handiger kan worden door zo’n training, waardoor een bepaalde oefening beter gaat, maar voor het paard schiet het zijn doel voorbij. Andersom kan het zo zijn dat een ruiter met een goede zit en conditie zonder problemen herhaaldelijk een bepaalde oefening kan rijden, maar dat het paard ondertussen verzuurt of overbelast wordt. Dat is aan de buitenkant lang niet altijd goed te zien, maar door meer kennis op dit gebied op te doen, kun je als instructeur hier wel rekening mee houden.” 

Fenna is het hier volmondig mee eens: “Precies, daardoor kun je niet alleen gerichter en effectiever trainen, maar voorkomen we ook overbelasting en overtraining. Vergeet ook zeker niet het risico op blessures, dat zeker minder wordt als je met de juiste trainingsintensiteit traint.”


Foto: Sabine Timman

Goede trainingsopbouw

Een instructeur hoeft echt geen inspanningsfysioloog te worden, vindt Gisella. “Maar van je eigen personal trainer verwacht je ook dat deze genoeg weet om jou op een verantwoorde manier fysiek te verbeteren. Paarden, en mensen, die het vertrouwen in hun lichaam of hun trainer kwijt raken, ervaren meer stress en zullen met minder plezier hun werk doen. Dat is zonde. Als je weet hoe een spier werkt, hoe het lichaam reageert op training en hoeveel hersteltijd er meestal nodig is, kun je zorgen voor een goede trainingsopbouw.”

Biomechanica

Een ander onderwerp dat wat Gisella betreft belangrijk is voor iedere instructeur, is biomechanica. “Dat lijkt misschien specialistische kennis voor bijvoorbeeld dierenfysiotherapeuten, maar basiskennis op dit gebied is eigenlijk essentieel als je met een paard aan het werk bent. Als je bijvoorbeeld weet waar alle wervels en de grote spiergroepen lopen, welke beweging er van nature mogelijk is en hoe de diverse delen van het lichaam elkaar beïnvloeden, dan kun je dat gebruiken in de training.” 

“Zo kun je gebruik maken van de natuurlijke bewegingsmogelijkheden van een paard en voorkom je dat je houdingen of bewegingen vraagt die het paard niet ten goede komen. We zien dat er inmiddels al meer aandacht besteed wordt aan deze onderwerpen in de opleiding en nascholing van instructeurs, maar toch wordt het in de praktijk nog maar in weinig lessen gebruikt. We hoeven de rijtechnische kennis ook niet opzij te zetten, net zo min als de vele jaren ervaring die sommige instructeurs hebben.” 

“Maar het zou heel mooi zijn als we dat kunnen combineren met voortschrijdende kennis en inzicht op dit soort gebieden. Die combinatie kan onze sport echt een stap vooruit helpen.”

Gedrag en leervermogen

Fenna: “Ik vind het gedrag en leervermogen van het paard heel belangrijk. De manier waarop we iets aan een paard vragen, is bepalend voor zijn reactie. Ik denk ook dat het gedrag van een paard nu nog vaak verkeerd geïnterpreteerd wordt. Een paard dat linksom een oefening wel doet en rechtsom verzet toont, houdt jou niet voor de gek en is niet gewoon vervelend.” 

“Hij vindt het om een of andere reden moeilijker, begrijpt het misschien minder goed of krijgt ongemerkt tegenstrijdige hulpen. Hij kan zomaar ergens pijn of ongemak hebben. Zijn gedragingen zijn signalen aan ons. Hoe ga je vervolgens om met dat gedrag? Als je kennis hebt van hoe een paard denkt en leert, kun je als instructeur je leerlingen beter vertellen hoe ze daarmee om kunnen gaan.”

Toekomst

Fenna denkt dat we zullen gaan zien dat instructeurs zich steeds meer gaan specialiseren. “De ene instructeur verdiept zich meer in het ruiterlichaam, ruiterfitheid of houding en zit en de andere richt zich meer op gedrag of trainingsleer. Als deze instructeurs dan ook nog eens gaan samenwerken, zijn paard en ruiter echt goed geholpen.” 

Dat is ook hoe Gisella de toekomst van de instructie voor zich ziet: “Essentiële kennis van alle bovengenoemde punten zou niet alleen in theorie, maar zeker ook in de praktijk in iedere opleiding en les toegepast moeten worden. Uiteraard in combinatie met het stuk rijtechniek, maar mijn ervaring is dat dat heel mooi kan samensmelten. Daarnaast kunnen instructeurs zich verder specialiseren in een bepaalde richting én kan de samenwerking gezocht worden met elkaar en met andere specialisten, zoals een dierenfysiotherapeut, gedragsdeskundige of inspanningsfysioloog.”

Oude methodes en nieuwe inzichten

Fenna: “Verandering kan soms spannend zijn, maar jezelf en onze sport blijven ontwikkelen brengt eigenlijk alleen maar goeds. Voor de instructeurs zelf, want leren en ontwikkelen is echt leuk, voor ruiters en amazones, maar zeker ook voor onze paarden. Laten we elkaar aanmoedigen de soms decennia oude of soms zelfs bijna eeuwenoude methodes te respecteren, maar daarnaast open te staan voor alle waardevolle nieuwe inzichten!” 

Over Fenna en Gisella

Gisella Bartels is dierenfysiotherapeut, chiropractor en amazone. Ze is eigenaresse van Bartels Horse & Health Instituut. Gisella is breed ontwikkeld in de anatomie en biomechanica van het paard. Verder studeerde ze bewegingswetenschapen en bedrijfskunde & agribusiness. Fenna Elzinga is voormalig internationaal reining-amazone en richt zich met haar bedrijf Lelymare Horses op de opfok van jonge paarden en de revalidatie van (sport)paarden. Ze studeerde organisatiekunde.

Heb jij ook een stelling voor Fenna en Gisella? Mail ‘m naar bit-cap@mp-horses.nl.

Afbeelding