bit
bit

Oude meesters: van Steinbrecht tot Sjef Janssen

Nieuws

In de negentiende eeuw vormden circussen grote volksattracties en gedresseerde paarden speelden daarbij een belangrijke rol. Gustav Steinbrecht schoolde dit soort paarden en verkocht ze door aan circusruiters.


Met lede ogen zag Steinbrecht aan hoe het Duitse leger onder invloed stond van Engelse rijopvattingen. Paarden moesten halverwege de negentiende eeuw vlak en alleen maar naar voren worden gereden. Steinbrecht had zijn opleiding niet bij de cavalerie genoten, maar bij Louis Seeger, die op zijn beurt het vak had geleerd van de baas van de Spaanse Rijschool in Wenen, Max Ritter von Weyrother. Hij was een leerling van de Fransman De Guérinière.

Steinbrecht heeft zeer veel van wat in de loop der eeuwen aan kennis was ontwikkeld samengebracht in een samenhangend africhtingssysteem. Een grootse prestatie leverde Steinbrecht door twee hoofdthema’s van zijn tijd, die elkaar leken tegen te spreken, logisch met elkaar in verband te brengen: de verzameling en de voorwaartse drang.

De voorwaartse tendens ligt ten grondslag aan het systeem van Steinbrecht. Voortdurend moet de impuls vanuit de achterhand aanwezig of op afroep beschikbaar zijn, ook bij de uiterste verzameling, zelfs bij het achterwaarts gaan. Net zo goed behoort het rechtgericht zijn tot de fundamenten van de Steinbrecht-school: de achtervoeten moeten de voorvoeten altijd en onvoorwaardelijk volgen. De kracht en energie van beweging kan immers niet optimaal in verzameling en oprichting worden omgezet, als het paard niet kaarsrecht voorwaarts gaat.

Steinbrecht hield zijn leven lang aantekeningen bij. Zijn leerling Paul Plinzner stelde deze te boek. In 1875 overleed de grote meester en kwam de eerste editie van ‘Das Gymnasium des Pferdes’ uit. Steinbrechts beschrijving van de verschillende fasen van africhting leidde 75 jaar na zijn dood tot de publicatie van de ‘Skala der Ausbildung’, door de Duitse FN tot wet verheven. Ook voor de FEI is de Skala maatgevend voor de africhting en beoordeling van dressuurpaarden. De Skala is opgedeeld in drie fasen die ieder voor zich uit twee onderdelen bestaan. De gewenningsfase (takt en Losgelassenheit), de fase van het horizontale evenwicht (aanleuning en Schwung) en de fase van de draagkracht (rechtrichten en verzamelen). Het doel van de Skala is de totale ‘Durchlässigkeit’, een toestand waarbij het paard op de lichtste, nauwelijks zichtbare hulpen reageert.

[panel]

De moderne ruiter


“Het motto van Steinbrecht ‘rijd je paard voorwaarts en richt het recht’ bevat inderdaad de kern van het paardrijden”, vertelt dressuurtrainer Sjef Janssen. “Er wordt enorm veel scheef gereden, maar helaas ook getraind. Sommige trainers brengen hun paarden zelfs in disbalans door de manier waarop ze paarden africhten. Terwijl je bij alles wat je met een paard doet er juist voor moet zorgen dat hij recht blijft. Ook een gewone volte is recht, alleen met stelling en buiging, maar de hoefafdrukken moeten blijven ‘sporen’. Het rechtrichten heeft niet alleen met balans te maken, maar ook met verzameling. Een niet-rechtgericht paard toont altijd een incorrecte of mindere verzameling. Ook het onvoorwaardelijk aan het been zijn behoort tot het fundament van het paardrijden. Op de kleinste hulp moet het paard meteen een reactie geven. Daar wordt ook veel met de pet naar gegooid.

Het is eigenlijk fascinerend dat deze man halverwege de negentiende eeuw precies de dingen benoemde die nu nog steeds wezenlijk zijn voor goed paardrijden. Ik bewonder Steinbrecht, heb zijn boek meerdere keren gelezen. Daarna is het ‘Gymnasium’ lange tijd mijn naslagwerk gebleven. Als ik eens ergens over na zat te denken of een probleem had waar ik niet meteen een oplossing voor vond, pakte ik het boek erbij. Niet dat je dan dé oplossing leest, maar het helpt je wel elke keer weer vooruit, zelfs als het alleen al is dat je op andere gedachten gebracht wordt of andere invalshoeken zelf weer ontwikkelt. Het universele van het paardrijden staat wel zo’n beetje in ‘Das Gymnasium des Pferdes’.

Wat ik mis in dat boek – maar eigenlijk nog in alle boeken – is dat er altijd van wordt uitgegaan dat voor ieder paard dezelfde africhtingsstijl geldt. Dat is natuurlijk niet zo. Paarden hebben bepaalde fysieke kwaliteiten en nog belangrijker een bepaalde psyche die je goed moet leren kennen om zijn kwaliteiten volledig te kunnen ontwikkelen.

[/panel]