openingsopties (1) (Large)
openingsopties (1) (Large)

Help, een ander paard! Wat als je paard bang is voor soortgenoten?

Nieuws

Sommige paarden zijn doodsbang voor andere paarden. Vooral op het losrijterrein is dat een uitdaging. Want hoe rijd je een paard los dat verstijft en vertrekt bij de aanblik van een soortgenoot? Gedragsdeskundigen dr. Machteld van Dierendonck en Justine Harrison vertellen hoe het zit met paarden die bang zijn voor soortgenoten.


Gelukkig zijn paarden van nature sociaal en amicaal en komt angst voor soortgenoten niet heel vaak voor, weet etholoog dr. Machteld van Dierendonck. En dat sociale karakter linkt meteen aan een veelvoorkomende oorzaak van angst voor andere paarden. “De niet-sociale manier waarop mensen hun paarden houden zorgt ervoor dat een paard in sommige gevallen niet meer weet hoe hij met andere paarden moet omgaan. En dan reken ik paarden van elkaar scheiden met muurtjes met spijlen erboven ook als slechts marginaal sociaal. Paarden staan immers meestal met hun hoofd naar beneden te eten. Niet sociaal gehouden paarden verliezen het vermogen om signalen van andere paarden goed te ‘lezen’.” Treffen zulke paarden een soortgenoot, dan zullen ze het zekere voor het onzekere nemen en dominant gedrag vertonen. Dát kennen ze namelijk wel, maar het vriendelijke of onderdanige gedrag waarmee het welwillende andere paard antwoordt, begrijpen ze vaak niet meer goed.

“Ze verliezen het vermogen om te herkennen wat een ander paard terugzegt. Sommige paarden ‘over-interpreteren’ signalen van een dominant paard”, vertelt Van Dierendonck. “Hebben ze een slechte ervaring gehad en rijden ze vervolgens met meerdere paarden in de bak, dan zijn ze bang dat een paard naar ze uithaalt, omdat ze door ruiters gedwongen worden vlak naast en dicht bij elkaar te rijden. Het paard dat de sterkste dominante signalen uitstuurt, blijft waar hij is en het onderdanige paard zal eerder aan de kant gaan. Tel daar de menselijke interpretatie bij op en je ziet het probleem.”
‘Sommige paarden ‘over-interpreteren’ signalen van een dominant paard’

De Britse gedragsdeskundige dr. Justine Harrison vult aan: “Ook zaken als te vroeg spenen, waarna een veulen zonder soortgenoten of alleen met paarden van hetzelfde geslacht wordt gehouden, kunnen ertoe leiden dat een paard niet leert om paard te zijn. Dit kan angst voor andere paarden veroorzaken. Hij weet niet hoe de interactie met soortgenoten werkt.”

Rangorde


Ook zijn er altijd paarden die elkaar gewoon niet zo aardig vinden. In een groep hebben paarden daar een prima oplossing voor. 
“Ze zorgen dat ze elkaar niet of nauwelijks tegenkomen”, legt Machteld uit. “Misschien kijken ze eens boos of rent de een de ander achterna, maar verder mijden ze elkaar gewoon.” Toch zijn paarden die elkaar niet aardig vinden geen veelvoorkomend probleem. Angst voor soortgenoten zal niet vaak uit die hoek komen. “Een lagere plek in de rangorde is ook helemaal niet zo
erg als veel mensen denken”, aldus Machteld. “Eigenlijk is het heel praktisch. Ieder paard weet zijn plek en ze hoeven niet steeds energie te steken in het uitvinden wie het eerst recht heeft op voedsel, schaduw of rust. Vooral in onze huisvestingssystemen kunnen paarden toch wel aan
hun behoeften voldoen.” Heeft een paard echter een slechte of angstige ervaring met een ander paard, dan kan hij vervolgens bang op het dier reageren.” Zo kende Van Dierendonck eens een hengst die geen schimmels en bonte paarden wilde dekken vanwege de associatie met een slechte ervaring. Justine noemt een merrie die als de dood was voor kleine pony’s, Shetlanders in het bijzonder. “Maar dat was omdat ze die nog niet eerder had gezien. Ik heb ook vele paarden gezien die bang waren voor bevriende paarden wanneer ze een deken of vliegenmasker droegen. Interessant genoeg probeerden ze de dekens en maskers, toen ze hun angst eenmaal hadden overwonnen, van hun vriend af te trekken!”

Verrassend is dat de ruiter zelf vaak debet is aan de angst voor soortgenoten bij paarden. “Ruiters zijn heel goed in het versterken en in stand houden van angstig gedrag”, weet Van Dierendonck. “Wat doen veel ruiters namelijk als een paard bang wordt voor een ander paard, ze ‘belonen’ hem voor zijn gedrag door al aaiend dingen als ‘braaf braaf, rustig maar’ te zeggen. Wat denkt het paard vervolgens? ‘Ah, het is blijkbaar de bedoeling dat ik me opgewonden gedraag.’” Bovendien zijn paarden meesters in het opmerken van de kleinste signalen. Die kleine verandering in houding – net iets dieper zitten, een spier aanspannen, bewust of onbewust, wanneer je weer een paard tegenkomt – gaat niet aan het paard voorbij. Hier reageert hij weer gespannen op, want kennelijk staat er iets engs te gebeuren. “En zo krijg je een zichzelf herhalend proces dat zich steeds weer bevestigt”, aldus Van Dierendonck. “Zet je er een ruiter op die van niks weet en onbevangen op het paard zit zonder te reageren, dan zou het zomaar goed kunnen gaan.”

Zelfreflectie


De eerste oplossing die Machteld voor het probleem ziet, is dan ook ‘zelfreflectie door de ruiter’. “Hoewel de meeste ruiters geen signalen denken af te geven, doen ze dat wel. Wees jezelf bewust van wat je doet en de invloed die jij hebt op de angst van je paard.” De tweede stap is je paard laten oefenen in de omgang met soortgenoten. Laat hem rustig aan de hand kennismaken met andere paarden. Doe dit geleidelijk en veilig. “Kies een kalm, goed gesocialiseerd paard en laat ze in aan elkaar grenzende weiden kennismaken”, adviseert Harrison. “Zet ze pas bij elkaar wanneer er geen tekenen van agressie zijn en het bange paard gescheiden door het hek naast het andere paard durft te grazen. Belangrijk is om een neutraal weiland te kiezen, waar geen van beide paarden eerder heeft gelopen. Herhaal dit proces met andere paarden.”
‘Een eng paard is altijd nog beter dan de enge buitenwereld’

Ga ondanks de angst van je paard wel samen met een ander paard rijden. “Zoek daarbij het liefst nog vervelende situaties op ook”, tipt Machteld. “Doorkruis eens een plas, of neem een wildrooster, rijd opzettelijk langs griezelige objecten. Je paard zal dan steun zoeken bij het andere paard, ook als hij er eigenlijk bang voor is. Een eng paard is namelijk altijd nog beter dan de enge buitenwereld.” Kom je in de rijbaan een ‘eng’ paard tegen, geef je paard dan een taak om op te focussen. “Oefen de Spaanse pas bijvoorbeeld of ga achterwaarts”, zegt Machteld. “Door dit ‘overschaduwen’ wordt je paard gedwongen sterk geconcentreerd op jou te zijn en vergeet hij dat het andere enge paard er is.”

[panel]

Oefeningen in de rijbaan


Grand Prix-amazone en trainer Doreen Proos werkte met diverse paarden met angst voor soortgenoten. “Ik maakte daarbij gebruik van de principes ‘hol’en ‘bol’, waarbij hol staat voor een subtiele lichaamshouding van het paard waarbij hij met de ribbenkast in de lengte van je af gebogen staat. Denk aan een paard dat een ander paard vriendschappelijk krabbelt. Een paard dat hol is ten opzichte van een soortgenoot vertelt de ander met lichaamstaal: ik sta positief ten opzichte van jou en jij hoeft niet bang te zijn van me. Een bol paard draait zijn hoofd weg en staat met de ribben naar je toe gebogen, een teken dat het paard een ander paard wegstuurt. Hij zendt het signaal uit: ik waarschuw jou, want ik zal je misschien bijten of een trap geven.” Doreen zette deze houdingen in de rijbaan om in een soort rollenspel om het zelfvertrouwen van een angstig paard bij andere paarden te vergroten. Schakel de hulp van een helper in die met een ander paard in dezelfde rijbaan rijdt.

Oefening 1


“Begin op dezelfde hand”, adviseert Doreen. “Jij rijdt met je bange paard op de hoefslag, de helper rijdt op de binnenhoefslag. Voordat de helper je passeert, buigt hij zijn paard weg van jouw paard. Hij zou kunnen wijken voor de kuit om de afstand tussen de paarden te vergroten. Hiermee wordt hij hol ten opzichte van jouw paard. Herhaal dit een aantal keer.”

Oefening 2


Doe dan dezelfde oefening in tegengestelde richting. “Jij rijdt met jouw bange paard op de linkerhand op de hoefslag en je helper rijdt op de binnenhoefslag op de rechterhand. Wanneer jij de hoek uitkomt, wijkt de helper op de lange zijde voor de kuit, weg van jouw paard. Het paard van de helper wordt hiermee hol ten opzichte van jouw paard en geeft jouw paard hiermee zelfvertrouwen. Afhankelijk van hoe bang jouw paard is, begin je op een meter of twintig afstand. Verklein deze afstand geleidelijk, tot de helper uiteindelijk vlakbij jouw paard begint met wegwijken in zijwaartse richting.”

Oefening 3


“Laat de helper stilstaan terwijl jij in tegengestelde richting op hem af stapt. Terwijl jij hem nadert, laat de helper zijn paard achterwaarts gaan. Herhaal dit een aantal keer.”

Hoe succesvol deze methode is, hangt volgens Doreen af van de mate van de angst. “Bij een paard dat slechts wat nerveus is bij soortgenoten kan één sessie van een kwartier al genoeg zijn, bij een zeer angstig paard zijn meerdere trainingssessies nodig. Toch merkte ik ook bij zeer angstige paarden al snel verschil. Met deze aanpak kregen de paarden snel meer zelfvertrouwen.”

[/panel]
oefening_1 (2) (Large)
oefening_2 (1) (Large)
oefening_3 (1) (Large)