anky van grunsven, dressuur, Salinero, dressuur
anky van grunsven, dressuur, Salinero, dressuur

Vier uur kletsuur!

Nieuws

Vroeg jij je altijd al af wat Anky van Grunsven vroeger wilde worden? Of welke vreemde opmerkingen Hans Peter Minderhoud te horen kreeg van niet-paardenmensen? In deze serie vragen we bekende ruiters het hemd van het lijf! We gaan kletsen met Anky van Grunsven, Jeroen Dubbeldam, Hans Peter Minderhoud, Tim Lips, Diederik van Silfhout en Britt Dekker!




Wat wilde je vroeger worden?




Britt Dekker:


“Vroeger wilde ik graag bij de bereden politie. Dat leek me heel tof, lekker spannend! Wat me tegenhield, is dat je eerst vier jaar lang bij de gewone politie moet zijn, en dan ben je zo’n agent die bonnetjes uitschrijft voor mensen die een minuut te lang voor de Action geparkeerd staan.”



Tim Lips:


“Volgens mij wou ik acteur worden. Ik was een jaar of zeven en trad altijd op om te playbacken of een liedje te zingen. Ik hield er echt van om in de schijnwerpers te staan, daar moet ik nu niet meer aan denken!”



Anky van Grunsven:


“Mijn ouders hadden een bouwbedrijf en ik wilde in eerste instantie binnenhuisarchitect worden. Uiteindelijk zijn het toch de paarden geworden.”




Hoe houd je je paard een ‘happy athlete’?



Hans Peter Minderhoud:


“Door veel afwisseling in de training zelf. Bij een dressuurpaard is dat best lastig, omdat je veel tijd nodig hebt om echt te trainen. Ik geloof niet dat een paard alle lastige oefeningen kan leren kennen door op maandag buiten te rijden, op dinsdag te longeren, op woensdag vrij, op donderdag te springen en op vrijdag een uurtje dressuur te trainen. Zo’n vijf/zes dagen in de week trainen we het dressuurwerk. Probeer de training afwisselend te houden door variatie in de oefeningen en moeilijkheidsgraad. Verder houd je de paarden fris en happy door ze meerdere keren per dag uit de box te laten en lekker de wei op te doen.”



Anky van Grunsven:


“Wissel veel af en gymnastiseer het paard. Rijd niet continu in één houding en tempo. Geef het paard daarnaast de mogelijkheid om vrij te bewegen, bijvoorbeeld in de wei of paddock. Het is niet de bedoeling dat het paard alleen de stal uitkomt om te werken.”



Diederik van Silfhout:


“Door een paard lekker paard te laten zijn. Kijk per paard waar het behoefte aan heeft. Sommige vinden het geweldig buiten, andere zijn het na een half uur al wel weer zat.”