Zeven problemen van ruiters met niet-paardenouders
Zeven problemen van ruiters met niet-paardenouders

Zeven problemen van ruiters met niet-paardenouders

paardenhumor Recreatie Opvallend

Je bent natuurlijk hartstikke dankbaar naar je niet-paardenouders voor hun oneindige support van jouw liefdesaffaire met paarden (helaas voor hun was het geen ‘fase’). Maar het zou toch wel echt heel erg fijn zijn als ze de volgende dingen hadden gelezen...

1. Je kon nooit om hulp vragen

Want dan zit het halster op een onmogelijke manier op het hoofd van je paard of de peesbeschermers ondersteboven. En... HOEVEEL HOOI?

2. Niet rijden als straf

Aaargh! In plaats van het standaard huisarrest kreeg jij als straf dat je niet op wedstrijd mocht. Of nog erger: de hele maand niet rijden.

Inmiddels weten we dat dat gewoon niet werkt. Want als je je pony een maand niet rijdt verandert hij in een monster en loop jij de kans dat je iets breekt. Wil je dat als ouder echt?

3. Alles blinkt té erg

De glanzende Mini Cooper van je moeder valt namelijk nogal op tussen alle modderige pick-ups op het wedstrijdterrein. Oh en thuis kreeg je om de haverklap op je donder omdat overal modder lag. Altijd.

4. Parkeerschaamte

Eindelijk hadden je ouders een trailer gekocht! Nu kon je eindelijk op wedstrijd. Dankje, dankje, dankje. Het probleem alleen is dat jij te jong was om te rijden en je ouders gewoon echt niet achteruit in konden parkeren. Of om de haverklap hun auto vast lieten lopen op het modderige parkeerterrein.

5. Teveel snoepjes

Mensen die niet veel van paarden weten denken altijd dat paarden een oneindige hoeveelheid appels kunnen eten. Dus dan kan het zomaar gebeuren dat je ome Henk betrapt op het voeren van zijn negende appel deze ochtend. Of opa krijgt last van zijn rug omdat paardlief hem het hele veld over sleept omdat opa hem wilde laten grazen.

Hij is al te dik en hij woont in een weiland vol gras. Houd er alsjeblieft mee op...

6. “Ze kan zó goed rijden!”

Nee mama, dat kan ze niet. Ze heeft gewoon een hele makkelijke pony. Deze uitspraak wordt nog erger als ze eraan toevoegt: “Waarom doe jij ook niet mee in de 1.10 m-klasse net als hun dochter?” of: “Hoe kan het dat die van jou altijd de balken eraf gooit en weigert als het hoger wordt dan 80 centimeter?”

Haal rustig adem en tel tot tien...

7. “Met jou zouden ze de oorlog winnen!”

Op de een of andere manier snappen niet-paardenouders niet hoe lastig het is om in de prijzen te vallen, laat staan te winnen.

Dus wanneer je een vijfde plaats haalt en toch een lintje krijgt ben je gigantisch blij. Je telefoon gaat, het is je pa: “En, heb je gewonnen?!” Je zucht. “Nee pap, vandaag niet.” Ineens verandert het gesprek tot: “Ach, je gaat hier toch niet je werk van maken, dus wat is het probleem?”

Haal maar weer rustig adem...

Bron: Horse and Hound