weerstand
weerstand

Alle ins en outs over de weerstand van het paard

Nieuws

Waar het ene paard om het minste of geringste ziek is of vaker met een snotneus op stal staat dan zonder, hebben andere paarden een ijzersterke weerstand. Maar hoe komt het dat het ene paard een veel hogere weerstand heeft dan de ander? Waarom krijgt het ene paard wel last van dat virusje wat rond sluimert en het andere paard niet? We zien natuurlijk allemaal graag dat we een ijzersterk paard hebben die nooit ziek is.


Dierenarts Ellen Paulussen van Lingehoeve Diergeneeskunde geeft in dit artikel antwoord op al deze vragen over de weerstand van het paard.

De geboorte is cruciaal


De eerste 12 uur van de geboorte van een veulen zijn al cruciaal bij het bepalen van de weerstand van het paard. “Veulens worden geboren zonder antistoffen en hebben dus geen enkele weerstand. Tijdens de eerste 12 uur is de darm van het veulen nog doorgankelijk en kunnen er antistoffen in het bloed van het veulen komen”, vertelt Ellen Paulussen van Lingehoeve Diergeneeskunde. Deze antistoffen zijn belangrijk om immuniteit op te bouwen tegen ziekteverwekkers en zorgen ervoor dat een paard niet om het minste of geringste ziek wordt. “Deze antistoffen worden de eerste 12 uur gegeven door de melk van de merrie. Deze melk wordt biest genoemd. Het is afhankelijk van de antistoffen die deze merrie al heeft hoe de weerstand op wordt gebouwd.” Maar wat als je veulen in de eerste uren niet voldoende biest binnen heeft gekregen? “Als dat het geval is dan is het veulen als een vogel voor de kat. Ik raad het daarom altijd aan om één dag na de geboorte een simpele bloedtest te laten doen. Binnen enkele minuten kan vast worden gesteld of het veulen genoeg biest en dus antistoffen binnen heeft gekregen. Zo niet dan kunnen er snel nog maatregelen genomen worden.”

In aanraking te komen met bacteriën


Het veulen groeit op en het wordt steeds belangrijker dat hij zelfstandig weerstand op gaat bouwen. Niet alleen de melk van de moeder speelt een belangrijke rol met het opbouwen van weerstand, maar ook waar het paard mee in aanraking komt en hoe hij hierop reageert. “Komt een jong paard in aanraking met een virusje? Dan maakt hij antistoffen aan. Afhankelijk van met welke ziekteverwekkers het paard in aanraking komt, zal het verschillende antistoffen aanmaken en dus een betere weerstand hebben. Als paarden nooit contact hebben met andere paarden en in een hele steriele omgeving opgroeien dan kunnen ze nooit antistoffen opbouwen en zullen ze een bijzonder lage weerstand hebben.”

Welke paarden zijn gevoeliger voor een lagere weerstand?


“Er zijn geen specifieke rassen op typen paarden die een betere weerstand hebben dan de ander. Wel is het zo dat er bij een paar rassen aandoeningen genetisch kunnen zijn waardoor er verschillen kunnen ontstaan ten opzichte van een ander paard. Daarnaast kan een IJslander die ook daadwerkelijk afstamt uit IJsland geen antistoffen hebben tegen eczeem mugjes die ze in dat land niet hebben.” Ellen Paulussen vertelt dat de volgende situaties kunnen zorgen voor een lagere weerstand:

  • Een ziek paard.

  • Een jong paard.

  • Stress.


“Een ziek paard is gevoeliger omdat zijn lichaam aan het vechten is tegen iets anders, een eerste infectie. Zo kan een bepaald virus, waar een paard normaal niet ziek wordt, nu wel naar binnen slaan. Dit noemen we een secundaire infectie die binnenkomt door een kleine eerste infectie. Een jong paard heeft vaak een lagere weerstand omdat hij gewoonweg nog niet overal antistoffen voor aan heeft kunnen maken. Oudere paarden zijn bijvoorbeeld al wel in aanraking gekomen met een bepaalde bacterie waardoor hij niet ziek wordt en een jonger paard wel. Stress is daarnaast een hele grote factor die kan zorgen voor een lage weerstand. Stress doet de immuniteit dalen door een verhoogde werking van het lichaam waardoor een paard gevoeliger wordt voor infecties. Hierdoor is een veulen in de periode van het afspenen erg gevoelig. Hij heeft ten eerste stress door het afspenen en daarnaast nog weinig antistoffen opgebouwd.”

Je paard helpen met weerstand opbouwen


Maar wat als jouw paard nou echt altijd diegene is met de laagste weerstand? Hoe zorg je er dan voor dat hij deze opbouwt? “Als de situatie het toelaat, laat het paard dan zelf uitzieken als hij iets krijgt. Zo kan hij zelf immuniteit opbouwen. Als je er gelijk medicijnen en andere dingen bijhaalt hoeft het lichaam het niet zelf op te lossen en kunnen ze geen weerstand opbouwen. Natuurlijk is het hierbij wel altijd raadzaam om de situatie te bekijken en met je dierenarts te overleggen”, vertelt Ellen. “Door middel van entingen kun je de specifieke weerstand verhogen. Echter ent je altijd tegen een bepaalde stam van een virus. Als de griep uiteindelijk net iets anders is, wat vaak zo is, dan heeft het paard hier alsnog geen weerstand tegen.”

Supplementen om weerstand op te bouwen


Je zult jezelf vast afvragen of er geen supplementen of geneesmiddelen zijn om de weerstand te verhogen. “Desondanks het zeker kan helpen aan een fit en gezond paard, zijn het helaas geen wondermiddelen”, zegt Ellen. “Er zijn (genees)middelen die de immuniteit van het paard kunnen versterken. Deze kunnen vaak een boost geven, maar je hoeft er geen wonderen van te verwachten. Maar het is wel belangrijk om het lichaam gezond en in conditie te houden, want een gezond lichaam is per definitie sterker. Daarom kunnen vitaminen en mineralen altijd bijdragen aan een gezond paard. Vooral een paard wat veel op stal staat kan een tekort hebben aan Vitaminen E. Het is dan niet verkeerd om deze bij te voeren, maar het zal niet de weerstand effectief verhogen.”

Bron: Bitmagazine.nl