Winter beïnvloedt merriegedrag

Kortere dagen leiden namelijk tot lagere hormoonniveaus en in sommige gevallen tot vriendelijkere en mildere merries. De vruchtbaarheidscyclus van een merrie wordt bepaald door hormonen, die op hun plaatst weer worden beïnvloedt door blootstelling aan zonlicht.

Vanaf het begin van de lente tot het einde van de herfst is de merrie in haar oestrus-fase. Dat is haar vruchtbare periode. De eierstokken worden gestimuleerd tot de vorming van ei­blaasjes (folli­kels). Er worden op dat moment hormonen geproduceerd die heng­stigheidssyptomen veroorzaken. Tegen het einde van de heng­stigheid vindt ovulatie plaats. De cyclus bij de merrie is ongeveer 21 dagen, en de hengstigheid een dag of vijf.

‘Merriegedrag’

Het zogenoemde ‘merriegedrag’, zoals chagrijnig zijn, nervositeit, agressie, ongeduldigheid en het voortdurend plassen, komt vaker voor tijdens deze vruchtbare periode, vanwege de toenemende hormonen. Zodra de dagen korter worden produceert haar lichaam het hormoon ‘melatonine’, dat er ‘s winters voor zorgt dat de cyclus minder actief is. Tijdens deze periode komen er geen eitjes vrij. Deze overgang begint vanaf het einde van de herfst. Zodra de winter begint zit de merrie middenin deze fase en kan zij een stuk kalmer en meer relaxed zijn. 

Niet alle veranderingen in het gedrag van merries hebben iets met haar hormonen te maken, maar het kan geen kwaad dit eens te onderzoeken. Wanneer het gedrag van je merrie in de winter lijkt te veranderen, houd dan je observaties eens bij in een logboek. Ga door met observeren in de lente en de zomer en bekijk of ze anders reageert op gelijke situaties en omgevingen. Bijvoorbeeld de omgang met andere paarden in de wei, het poetsen en opzadelen en het rijden. Vergelijk haar gedrag gedurende de winter en zomer, dit kan helpen bij het vaststellen van eventuele hormoon-gerelateerde gedragsproblemen.

Bron: Bit & Cap / Equisearch