Tien kenmerken van een ‘professionele’ amateur

1. Je hangt vol trots je lintje voor de tweede plek op aan je kast...

... ook al zaten er maar twee combinaties in de rubriek. Dat laatste feit kun je natuurlijk stilzwijgen, maar ’n écht prof-amateur komt er natuurlijk gewoon eerlijk voor uit. Who cares? Je hebt lol gehad met je paard én dat is wat telt.

2. Wanneer iemand je vraagt naar het ras of de afstamming van je paard, zeg je vol trots dat hij/zij een rasechte Fjordlinger, Friesaloosa of Welshlander is.

Een KWPN’er is eigenlijk maar saai: er bestaan zó veel leuke kruisingen waar jij als professioneel amateur eens zo veel plezier mee hebt!

3. Het enige wat beter is dan een fancy zadel met lak en steentjes, is jouw smoezige, oude dressuurzadel dat héérlijk zit en perfect op je paard ligt.

Want dat laatste is toch het allerbelangrijkste? Tuurlijk zou je jouw oudje wel willen inruilen voor een chique stukje maatwerk, maar what’s the point als ’t zadel toch even goed ligt? 

4. Wanneer je naar een grote springwedstrijd gaat kijken, ben je opgelucht dat jij niet in de arena hoeft te rijden.

Tuurlijk is het supergaaf om die springruiters over 1,60 meter te zien vliegen, maar die kruisjes in jouw wekelijkse springlesje spring jij veel liever. Daar kun je tenminste altijd nog in stap overheen mocht de afstand niet uitkomen!

5. Je bent een schaamteloze goed-weerruiter.

Hé, niemand hier hoeft naar de Olympische Spelen. Je gaat er echt niet minder van rijden als je door het slechte weer een dag of wat niet op je paard klimt!

6. Je bent even lang bezig met rijden áls met schattige winterfoto’s van je paard maken.

Wie moet anders jouw Instagram updaten met lieve winterse oortjesfoto’s? Als professioneel amateur heb je daar nou eenmaal geen social media-team voor!

7. Op sommige dagen waan je je Anky, op andere dagen hobbel je zonder zadel rond.

We hebben allemaal wel eens ‘last’ van een vlaag van ambitie. Maar stiekem ben je maar wat blij dat jouw paard het ook prima vindt als je het een dagje wat rustiger aan doet

8. Je gaat naar wedstrijd omdat je het leuk vindt om mee te doen, maar vooral voor die keigezellige feestavond.

Sprong je paard vandaag niet op z’n best? Maakt niet uit: dat ‘verdriet’ feesten we vanavond wel weer weg!

9. Je vindt het geen enkel probleem om hulp te vragen.

Kom je er niet helemaal uit met rijden? Is je merrie een beetje té merrie-achtig? Je schaamt je niet om een ander om hulp te vragen (en daarvoor te betalen in wijn en chocolade). Als professioneel amateur weet je wellicht veel, maar niet álles. 

10. Er is eigenlijk maar één reden waarom je paarden hebt: omdat je er verzot op bent!

Wat voor ’t geld hoeven we het immers niet te doen!

Bron: Horsenetwork.com