kribbebijten
kribbebijten

Kribbebijten lijkt gunstig effect te hebben

Nieuws

Kribbebijten lijkt paarden gunstig effect te geven, aldus Zwitserse onderzoekers. Sabrina Briefer en haar collega’s van verschillende Zwitserse universiteiten probeerden psychologische verschillen tussen een groep kribbebijters en een groep controlepaarden te vinden.


De onderzoekers, die hun bevindingen rapporteerden tijdens de ISES-conferentie in Denemarken, zeiden dat kribbebijten stereotype-gedrag is - herhaaldelijke patronen van functieloos gedrag - en dat het wordt waargenomen bij een breed scala van diersoorten die leven in gevangenschap.

Het gedrag treedt op wanneer een situatie de natuurlijke regulerende capaciteit van een dier overschrijdt, in het bijzonder in situaties die onvoorspelbaar en onbeheersbaar zijn en aanleiding geven tot chronische stress. “Veel studies stelden dat het gedrag gebruikt werd als copingmechanisme, maar de resultaten zijn tegenstrijdig”, aldus de onderzoekers.

Ze maten de endocriene respons van 21 kribbebijters en 21 controlepaarden nadat ze in een test werden blootgesteld aan een adrenocorticotroop hormoon (ACTH). Dit hormoon wordt gebruikt om een stressreactie te veroorzaken door stimulering van de bijnieren. De hartslag van de dieren werd continu in de gaten gehouden en er werden drie uur lang elke 30 minuten speekselmonsters (ook een stressindicator) afgenomen. De onderzoekers vonden geen verschil in hartslag tussen beide groepen.

De kribbebijters hadden wel een hogere cortisol respons tijdens de ACTH-test. “Interessant, het lijkt erop dat dit verschil in cortisol grotendeels te wijten was doordat de kribbebijters niet kribbebeten tijdens de test”, vertellen de onderzoekers. “Deze paarden hadden een hogere cortisol respons dan alle andere paarden.”

De onderzoekers suggereerden dat het verschil tussen de kribbebijters en de controlepaarden ligt in de hypothalamus-hypofyse-bijnier-as. “Dit verschil kan een gevolg zijn van chronische stress of genetische aanleg”, suggereerden ze. “Kribbebijten kan een succesvolle copingstrategie zijn die paarden helpt controle te krijgen over situaties en het cortisolniveau vermindert.”

De Hypothalamus-hypofyse-bijnier-as, die beter bekend is onder de Engelse afkorting HPA-as (Hypothalamic-Pituitary-Adrenal axis), speelt een belangrijke rol in de stressrespons. Na een stressvolle gebeurtenis scheidt de hypothalamus Corticotropin-releasing hormone (CRH) uit, dat er op zijn beurt voor zorgt dat het voorste deel van de hypofyse adreno-corticotroop hormoon (ACTH) uitscheidt, ook wel bekend onder de naam corticotropine. Deze stof zorgt er vervolgens voor dat de bijnieren glucocorticoïden gaan produceren, zoals cortisol bij mensen of corticosteron bij diverse andere dieren.

Ze concludeerden dat kribbebijters wellicht een gen-gerelateerd verschil hebben in de HPA-as en dat het gedrag een gunstig effect leek te hebben. “Het voorkomen van kribbebijten bij kribbebijters zou contraproductief kunnen zijn, omdat dit gedrag een gunstig effect lijkt te hebben voor de paarden”, concludeerden de onderzoekers.

Bron: Horsetalk