Nieuwe rijbaanregels tegen pesten in de paardensport
NieuwsInstructrices maken elkaar zwart, een stalgenoot wordt steeds bewust buitengesloten en aan de bar van de manege wordt soms stevig geroddeld over een andere ruiter. Ja, ook binnen de paardensport wordt gepest. Gelukkig is daar wel iets aan te doen, bijvoorbeeld met nieuwe rijbaanregels.
In Bit 219 lees je de tips en adviezen van psycholoog drs Bob van der Meer, specialist in pesten. En Jozia Groenewege, kantinebeheerder van manege Cannenburgh in Vaassen, geeft zijn visie op pesten vanuit de praktijk. Zo grijpt hij bijvoorbeeld al in als hij ruiters hoort roddelen. “Dat is misschien geen pesten, maar het is wel een katalysator.” En soms, zo merkte Groenewege, wordt iemand niet in, maar vanwege de paardensport gepest.
Voetbal
De jonge Stan reed al een hele tijd met veel plezier op de manege, maar een paar weken geleden stapte hij boos van zijn pony en riep naar zijn instructrice: “Ik stop ermee! Ik vind er niets meer aan.” Groenewege had een vaag vermoeden dat er meer speelde en ging met hem praten. Na wat aanmoediging vertelde Stan wat er aan de hand was. Hij werd gepest. Niet op de manege, maar wel op school omdat hij paardrijdt. “In ons dorp zitten de meeste jongens op voetbal”, zegt Groenewege. “Als je dan als enige jongen paardrijdt, ben je een ‘homooo’. Daar komt bij dat Stan snel driftig wordt. Dat maakt het voor de pesters alleen maar leuker. Dit hele gedoe speelde al langer en nu deed zijn pony ook niet wat die moest doen en werd het allemaal te veel.” Groenewege heeft een fijn gesprek met de jongen gehad. Hij is zelf vroeger gepest, dus hij weet hoe vervelend het is. Hij weet ook dat je er uiteindelijk overheen kan komen. “Stan doet iets anders dan de rest. Ik vind dat stoer. Meedoen met de grote groep lijkt misschien veiligheid te bieden, maar je bent veel krachtiger als je daar als individu boven kan staan.” De jongen zat de volgende keer weer met een glimlach op zijn pony.
Tips
Psycholoog drs. Bob van der Meer hoopt dat Groenewege contact wil opnemen met de school van Stan om het probleem te melden. Een samenwerking tussen sportvereniging en school zou fijn zijn. De school en docent van Stan zouden misschien een keer in de les aandacht kunnen besteden aan paarden en paardrijden. Leuke verhalen en informatie maken de sport, en daarmee ook Stan, interessanter en als de klas meer weet over topruiters, er zijn genoeg mannen actief in de paardensport, is Stan niet meer zo ‘anders’.
