Welk cijfer voor het effect van de hulpen?

17 juli 2017, 00:00 Nieuws
Iedereen kent het wel. Je hebt intensief getraind en thuis lukt alles. Alle oefeningen worden zonder problemen uitgevoerd en je schrijft je in voor een wedstrijd. Misschien heb je vooraf bedacht hoe succesvol jullie samen zullen zijn.

In de war

Maar je had even vergeten dat je heel veel last hebt van wedstrijdstress. Al als je aan het opzadelen bent, krijg je de kriebels. Je gedachten gaan alleen maar uit naar die ene oefening die nog altijd af en toe wat minder gaat. Als je bent opgestapt, voelt je paard het direct. Je zit niet ontspannen en vergeet door te ademen. Daardoor raakt je paard in de war en tegen de tijd dat jullie de baan in moeten, is hij net zo gespannen als jij. Elke hulp die je in de proef geeft komt niet meer door en die ene oefening gaat nu echt helemaal de mist in. Het cijfer dat je krijgt voor het effect van de hulpen is laag.

Plezier

Het kan natuurlijk ook zijn dat je heel ontspannen de baan in gaat.  Omdat je nog niet goed weet wat je van je paard moet verwachten in een wedstrijdsituatie. Of omdat je heel veel plezier beleeft aan het samen rijden van een proef. Je zit ontspannen, probeert je paard zo fijn mogelijk voor te stellen en voor je het weet ben je aan het eind van de proef gekomen. Alle oefeningen zijn gelukt en je blijkt ook nog een hoog cijfer te hebben gekregen voor het effect van de hulpen.

Totaalplaatje

Maar waar kijkt een jurylid naar als ze je een cijfer geeft voor het effect van de hulpen? Dressuurjurylid Inge Noi geeft een duidelijk antwoord. “Ik kijk of de ruiter of amazone goed recht bovenop het paard zit, met een rustige beenligging en stille handen. Het beeld moet boven alles rustig zijn. Ik zie het liefst dat iemand een bijna onzichtbare hulp kan geven en dat de aanleuning rustig is.”
Ze kijkt dus niet alleen naar of je paard wel direct reageert op je hulp, maar ze bekijkt het totaalplaatje. “In de klasse B is het natuurlijk anders dan in de klasse Z, maar voor een combinatie die met een stille, constante aanleuning de proef door rijdt en daarbij een mooi rustig beeld geeft, dan geef ik graag een zeven of een acht”, zegt Noi.

Niet reageren?

Maar wat nu als je paard niet reageert op je hulp? “Je kijkt natuurlijk wel of een paard snel reageert op een hulp of dat je een hulp twee keer moet geven voor hij uitvoert wat je van hem vraagt. Als een paard niet aanspringt als je galophulpen geeft, dan wordt het beeld natuurlijk minder vanzelfsprekend. Het kan toch zijn dat een paard daar wel fijn in de aanleuning bij blijft. Als je alle plussen en minnen aan het eind van de proef hebt opgeteld en afgetrokken, kom je op een cijfer”, vertelt Noi.

Ervaring

De ervaring van ruiter en/of paard is daarbij niet van belang volgens Noi. “Een B-ruiter op een paard dat al eens Z dressuur heeft gelopen, of een Z-ruiter die op een onervaren paard rijdt, het maakt eigenlijk niet uit. Als ze lekker door de proef rijden en het beeld is mooi, dan levert dat een mooi cijfer voor het onderdeel ‘het effect van de hulpen’ op.”

Bron: Bitmagazine