Springen
Springen Foto: Arnd Bronkhorst | Arnd.nl

Vijf parcoursen voor in een kleine bak

Training

Helaas heeft niet iedereen een enorme springweide tot zijn of haar beschikking. Bochten zijn klein en de bakrand komt soms wel érg dichtbij! Daarom hebben wij vijf leuke parcoursjes voor je die prima werken in een kleine bak met weinig materiaal!

Parcours 1: ‘Griekse Y’

Dit parcours bestaat uit vier hindernissen en zes sprongen. Maak van alle hindernissen steiltjes of kruisjes, of verander drie en vier in oxertjes. Je kunt zelf variëren met de afstand tussen hindernis 1 en 2 (tevens 5 en 6), afhankelijk van de lengte van jouw rijbak. Zet hindernissen 3 en 4 op drie galopsprongen vanaf 2 (tevens 5). Hoe korter je de hindernissen op elkaar zet, hoe pittiger de oefening. Zorg er altijd voor dat je optimaal gebruik maakt van de hoeken van de bak, zodat je je paard zo goed mogelijk kunt voorbereiden op de sprong.

Ben je niet zo van het hoge springen, dan kun je hier ook prima draf- of galopbalkjes van maken.



Parcours 2: ‘Het Driehoekje’

Dit parcours combineert bochtenwerk met lange lijnen. Je hebt vijf hindernissen nodig om in totaal negen sprongen te maken: dat komt aardig in de buurt van een volwaardig parcours! Je maakt een aantal korte bochten, maar moet ook een paar keer de halve rijbak rond: net als op wedstrijd!

De hindernissen die het driekhoekje maken zijn bij voorkeur kruisjes of steiltjes. Van hindernis 5 (tevens 8) kun je een vierkante oxer maken. Hindernis 3 (tevens 6) is een stijlsprong. Maak bij het rijden van de lijnen goed gebruik van de hoeken, zodat je overal mooi uit komt. Zet hindernis 3 en 5 van de hoefslag af, zodat je er netjes omheen kunt sturen richting het driehoekje.

Parcours 3: ‘Heen-en-weer’

Nog een ‘bijna echt’ parcours! Dit parcoursje is een beetje passen en meten met wegzetten, maar het is een leuke manier om een dubbelsprong in je training op te nemen. Alle hindernissen zijn steiltjes of kruisjes, behalve hindernis 4 en hindernis 3B. Je kunt hindernis 1 (tevens 7) en 2 (tevens 6) prima tegen de bakrand zetten. Zorg ervoor dat de dubbelsprong en hindernis 4 ruim opgesteld staan, zodat je er nog omheen kunt sturen.


Parcours 4: ‘Klavertje Vier’

Dit parcours is misschien wel het makkelijkste om weg te zetten en is ook prima geschikt voor (dressuur)ruiters die graag trainen met cavaletti. Je zet het klavertje in het midden van de bak weg, zodat je alle ruimte hebt om bochten te maken. Het parcours vraagt best een beetje stuurvaardigheid, maar het is een fijne manier om je (gevorderde) paard goed te gymnastiseren.

Parcours 5: ‘Combinaties’

Dit parcours is ideaal voor ruiters en paarden die op een wat hoger niveau trainen. Het parcours leent zich perfect voor het trainen van combinatie-sprongen in een beperkte ruimte. Er is precies genoeg plek voor twee dubbelsprongen, een driesprong en een losse hindernis om in het ritme te komen. Afhankelijk van je trainingsniveau kun je de combinatiesprongen dichter of verder van elkaar af zetten.

Wil je je parcours een beetje pittiger maken? Dan kun je de parcoursen aankleden met ‘spannende’ objecten zoals planken, zeiltjes, planten en strobaaltjes.


Bron: Bit & Cap

160114072_ABFweb
IMG_0325-Bit
IMG_0325-Bit2
IMG_0325-Bit3
IMG_0325-Bit4
IMG_0325-Bit5