Afbeelding

Paarden zadelmak maken: Het half ingereden paard

Training Jong paard starten Opvallend

Hoe leuk grondwerk en andere vormen van samenwerken met je paard ook zijn, de meeste paardenmensen willen op enig moment hun viervoeter ook kunnen berijden. Paarden zadelmak maken is een boeiend en leuk proces, zolang je begint met het leggen van een goede basis. 

Maar hoe doe je dat? In deze serie artikelen beschrijven we het inrijden van drie soorten paarden: volledig groen, ooit half ingereden en het paard dat aan een eerder inrijtraject een slechte ervaring heeft overgehouden. 

Ondergaan of integreren?

Naast de verscheidenheid in karakter van het paard waarmee je rekening moet houden, verschillen half ingereden paarden nogal wat betreft trainingsontwikkeling. Wat heeft het paard meegekregen van de eerste keer inrijden, welke kwartjes zijn gevallen en welke nog niet? Je kunt ook een inschatting maken of het paard de training heeft ondergaan of het geleerde daadwerkelijk heeft kunnen integreren

Het eerste gebeurt bij een training die op voorwaarden en in stappen van de mens wordt gegeven, zonder daarbij te kijken naar wat het dier op enig moment nodig heeft. Het kunnen integreren van kennis of een ervaring gebeurt alleen goed wanneer een paard (of mens) nieuwe dingen krijgt aangereikt met daarbij genoeg tijd om deze zelf te ervaren en te doorvoelen. 

Ongepolijster

Specifieke kenmerken geven van een half ingereden paard is dus makkelijker gezegd dan gedaan. In grote lijnen kun je zeggen dat deze paarden fysiek nog wat onderontwikkeld zijn; ze hebben nog niet de bespiering van een goed getraind paard. 

Half ingereden paarden zijn soms ook nog wat ‘ongepolijster’ in hun reacties op situaties dan goed doorgereden paarden. Simpelweg omdat ze innerlijk nog niet zo stabiel, stevig, rustig en ontwikkeld zijn. Door goed naar het gedrag van (half ingereden) paarden te kijken, kun je bepalen wat authentiek is (dus bij het paard hoort) en wat is aangeleerd. 

Laat je eerste indruk je daarbij niet op een verkeerd spoor zetten, want voor je het weet, zit je ernaast. Een ogenschijnlijk braaf paard inschatten als zelfverzekerd dier is zo gebeurd. Maar het zou zomaar kunnen dat het juist een heel onzeker paard is dat heeft aangeleerd om stil te staan, maar nooit de gelegenheid heeft gehad om vertrouwen op te bouwen. In de mens en in zichzelf. Sla je in dat geval wat stappen in je training over, dan kom je er op een minder prettige manier achter dat het paard toch niet zo braaf en veilig is als je dacht. 

Niet makkelijker

Realiseer je ook dat verder werken met een half ingereden paard zéker niet makkelijker is dan beginnen met een volledig groen paard. Veel mensen denken dat bij half ingereden paarden het meeste werk al is gedaan, maar niets is minder waar. Soms is het zelfs moeilijker, omdat je snel geneigd bent te denken dat het dier iets al wel zal kennen, terwijl dat helemaal niet het geval hoeft te zijn. 

Net als bij het groene paard geldt bij het half ingereden paard dat jij als leider honderd procent garant moet staan voor de veiligheid van het paard. Dus wat de situatie ook is, het paard moet op jou terug kunnen vallen voor raad en steun. Alleen door hem keer op keer te laten ervaren dat hij op jou kan bouwen, ontwikkelt het dier het vertrouwen dat nodig is om een solide, veilig en blij rijpaard te worden. 

Misty

Misty is een mooi voorbeeld van een half ingereden paard dat samen met haar eigenaar bij Revalidatie Stal de Kuper kwam om (opnieuw) zadelmak te worden gemaakt. Misty groeit als jong paard op de wei op waarna ze, voordat ze op haar huidige plek terechtkomt, een aantal stappen zet in de richting van het rijden. 

De eigenaresse heeft nog onvoldoende rijervaring om Misty verder op te leiden in het rijden. Hierbij komt dat Misty bij het grondwerk regelmatig gedrag laat zien waar zij haar niet ‘doorheen’ kan helpen waardoor het berijden van Misty voorlopig geen optie is. Aangezien de eigenaresse de nodige vraagtekens heeft bij het gedrag van haar viervoeter, besluit ze het laatste stuk van de opleiding tot rijpaard onder begeleiding te doen. 


Beperkt zelfvertrouwen

Deze bijzonder werklustige merrie beschikt over een krachtig innerlijk, duidelijke leiderschapskwaliteiten en is niet snel bang voor elementen van buitenaf. Grote tractoren die met veel geraas voorbij rijden, bladblazers die naast de bak worden gebruikt, ze laten haar koud. Maar het is wél een paard dat wordt geremd door twijfel over haar eigen kunnen, een heel belangrijk aspect om mee te nemen bij haar opleiding. 

Misty is wat betreft grondwerk goed in staat om gevraagde oefeningen uit te voeren. Echter, ze loopt vast of explodeert op het moment dat de vragen complexer worden, wanneer opdrachten worden gecombineerd of wanneer meerdere attributen bij de training worden gebruikt. Ze raakt ook compleet van slag als de omgeving waarin ze werkt verandert, bijvoorbeeld wanneer de training in een andere bak plaatsvindt dan ze gewend is. Allemaal tekenen van een beperkt zelfvertrouwen. 

Misty is er in haar huidige staat nog helemaal niet aan toe om bereden te worden. Hierbij ben je als paard namelijk niet alleen verantwoordelijk voor je eigen veiligheid, maar ook voor die van de mens op je rug. 

Innerlijke ontwikkeling

In het geval van Misty starten we haar training met een focus op haar innerlijke ontwikkeling. Door vragen net iets anders te stellen dan ze gewend is, vragen we haar voorzichtig buiten haar comfortzone te komen. Stapt de merrie inderdaad uit haar vertrouwde bubbel, dan moet zij zichzelf nieuwe vaardigheden aanleren, zichzelf ontwikkelen. 

Grondwerkoefeningen die ze bijna zonder erbij na te denken kon uitvoeren, krijgen net een andere dimensie door haar te vragen deze in een andere omgeving te laten zien. Hetzelfde gebeurt door de oefeningen in een andere volgorde te plaatsen of er een specifiek nieuw element aan toe te voegen. 

Buiten de gebaande paden

De merrie wordt telkens uitgedaagd om buiten de gebaande paden te denken en om met een eigen antwoord te komen. Vooral dat laatste vindt Misty heel erg spannend. Soms probeert ze een lastige vraag te ontwijken door met ‘groot gedrag’ te komen. Door deze reactie telkens direct rustig maar duidelijk te kaderen, blijft er niets anders voor haar over dan nadenken over de gestelde vraag. 

Door Misty te begrenzen op momenten dat ze letterlijk uit de situatie wil vluchten en haar te vragen in beweging te komen wanneer ze stagneert en naar binnen keert, nodigen we haar eigenlijk telkens uit om in elk geval in gesprek te blijven. Op die manier kan ze ontdekken dat het niet erg is wanneer je het antwoord op een vraag niet weet en dat je zelfs een fout antwoord mag geven. 

Het enige dat belangrijk is, is dat je met elkaar in contact blijft. Want dan kan die ander je misschien op weg helpen het antwoord te vinden. Inzichten die op zich al behoorlijk wat indruk maken.

Van groots en heftig naar klein en subtiel

In het begin zijn de sessies met Misty groots en heftig, maar naarmate de training vordert, wordt de interactie steeds subtieler. Aan de ene kant omdat de merrie minder hard hoeft aan te geven dat ze iets niet durft en aan de andere kant omdat de eigenaar steeds beter begint aan te sluiten op dat wat er op elk moment nodig is. Dat zorgt ervoor dat Misty beetje bij beetje steviger in haar schoenen komt te staan. 

In het geval van dit paard is het heel belangrijk dat de ruiter/eigenaar genoeg vertrouwen bezit voor twee: voor haarzelf én voor haar paard. Ze moet vertrouwen hebben in de training, in haar eigen handelen en in het feit dat haar paard genoeg in haar mars heeft om het ooit te gaan leren. Omdat onzekerheid bij Misty zo’n grote factor is, is het allerbelangrijkste dat de ruiter geloof blijft houden in een goede uitkomst. Los van hoe de merrie op enig moment reageert, wat er ook gebeurt. 


Heldere lichaamstaal

Een heldere lichaamstaal is een andere voorwaarde voor succes. Misty vindt het al spannend genoeg om met zichzelf naar voren te komen, dus moet ze minimaal de gestelde vraag kunnen begrijpen. Veroorzaakt de mens door enige twijfel bij zichzelf verwarring bij het paard, dan zou de merrie niet eens met eigen antwoorden durven komen. 

Met haar sterker en stabieler wordende innerlijk en zelfvertrouwen zijn complexere vragen en nieuwe attributen vanzelf minder spannend. Uiteindelijk is Misty zo zelfverzekerd, dat ze zich helemaal kan ontspannen bij het opstappen van de ruiter. Doordat zij zelf het moment mag aangegeven dat ze er klaar voor is, is er daarna geen enkele keer meer sprake van paniek of gekkigheid tijdens het rijden. 

Do’s en don’ts 

Bij elk paard, en zeker ook het half ingereden paard, is het belangrijk om te beginnen met heel goed kijken welk gedrag authentiek is en welk gedrag aangeleerd. Soms moet er aan het aangeleerde gedrag wat worden bijgeschaafd, soms vraagt ‘de binnenkant’ wat meer werk. 

In veel gevallen doen kleine aanpassingen in jouw lichaamstaal al veel om het paard duidelijk te maken wat er van hem wordt verwacht. Geef het paard de tijd die het nodig heeft om de training van jong paard naar rijpaard te doorlopen. Denk niet te snel dat je paard iets al weet vanuit een eerdere training. 

Doorloop elke stap, stel vragen rustig en zie voor jezelf of het paard de gevraagde kennis en ervaring inderdaad bezit in plaats van dat je afgaat op aannames. Blijf alert op wat je paard op enig moment nodig heeft voor zijn fysieke of mentale ontwikkeling en je krijgt een stabiel en gebalanceerd paard dat open en in contact met je samenwerkt. 


Over Revalidatie Stal De Kuper

Revalidatie Stal De Kuper krijgt regelmatig de vraag om mensen te helpen bij het inrijden van hun paard. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de ruiter en/of eigenaar van het dier bij het proces betrokken wordt, zodat er vanaf dag één wordt gewerkt aan wederzijds vertrouwen. Inrijden van paarden gebeurt bij Revalidatie Stal De Kuper altijd vanuit rust, vertrouwen en balans om vroegtijdige blessures, verzet of gevaarlijk gedrag te voorkomen.

Tekst en foto’s: Aranka Aarsman

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding