Guus heeft ontdekt dat ze zich met haar 1.000 kilo makkelijk los kan trekken ... en dat is natuurlijk niet de bedoeling
Guus heeft ontdekt dat ze zich met haar 1.000 kilo makkelijk los kan trekken ... en dat is natuurlijk niet de bedoeling Foto’s: Aranka Aarsman

Paarden zadelmak maken: Guus, het volledig ‘groene’ paard

Training Jong paard starten Opvallend

Hoe leuk grondwerk en andere vormen van samenwerken met je paard ook zijn, de meeste paardenmensen willen op enig moment hun viervoeter ook kunnen berijden. Paarden zadelmak maken is een boeiend en leuk proces, zolang je begint met het leggen van een goede basis. 

Maar hoe doe je dat? 

In deze serie artikelen beschrijven we het inrijden van drie soorten paarden: volledig groen, ooit half ingereden en het paard dat aan een eerder inrijtraject een slechte ervaring heeft overgehouden.

Puur en eerlijk

Kenmerkend voor een groen paard is dat het altijd puur en eerlijk met zichzelf en zijn emotionele staat naar voren komt. Het toont zich van buiten precies zoals het zich van binnen voelt. Doordat ze nog niet of nauwelijks in mensenhanden zijn geweest, hebben deze paarden nog geen dingen aan- of afgeleerd. 

Ze laten precies zien wat ze van iets vinden. Ongefilterde reacties zijn echter vaak groter dan de gefilterde variant, waardoor veel mensen hiervoor terugschrikken. Werken met eerlijke reacties heeft ook een voordeel: je weet op elk moment precies hoe de vlag erbij hangt! Op basis daarvan bepaal je welke richting je opgaat, wat er nodig is voor het ontwikkelen van begrip en vertrouwen en hoe je het beste met je paard kunt samenwerken. 

Angst en onzekerheid

Groene paarden ervaren vaak (maar zeker niet altijd!) angst en onzekerheid wanneer zij hun intrede maken in de mensenwereld. De communicatie met de mens is totaal anders dan die met de paarden in de kudde, waardoor het paard vragen en verwachtingen niet altijd goed begrijpt. 

Tegelijkertijd valt de vertrouwdheid van de kudde en de bestaande routine weg én verandert de omgeving. In reactie op de onrust en verwarring zal het dier vluchten of vechten en daar lopen de meeste mensen vast. Vluchten of vechten wordt namelijk vaak gezien als ongewenst gedrag en als zodanig bestraft, wat de situatie alleen maar verergert. Ga je met een jong paard aan de slag, ben je dan bewust van hoe paarden van nature communiceren en leren. Vanuit transparante communicatie kun je elkaar leren kennen en vertrouwen. Vanuit vertrouwen ga je over op samen leren en samen leren wordt vanzelf samenwerken.


Guus

Guus speelt de hoofdrol in dit artikel over het groene paard. Deze kruising Groninger-Belgisch trekpaard groeit de eerste anderhalf jaar op in een vaste kudde met familieleden en veel bewegingsvrijheid. Daarna komt ze terecht bij haar huidige eigenaar die haar lekker op het land laat lopen tot aan de leeftijd van 3,5 jaar. De merrie is behoorlijk nuchter en heeft alle vier haar voeten stevig op de grond, letterlijk en figuurlijk. 

Ze bekijkt de wereld door haar eigen bril en past qua gedrag helemaal bij haar leeftijd en ontwikkeling. Ze heeft nog niet veel van de wereld gezien, wat tot uiting komt in een gezonde portie achterdocht ten opzichte van alles wat nieuw is. Maar wél met de bereidheid dit te onderzoeken. Ze is nog heel puur in haar reacties: is ze bang, dan toont ze bang; is ze gefrustreerd of juist blij dan laat ze dit zien. Het zijn authentieke reacties van een groen paard, los van haar specifieke karaktereigenschappen. 

Dominant randje

De nuchtere kant van Guus heeft een licht dominant randje. Ze is tegelijkertijd behoorlijk sensitief en bij tijd en wijle ook wat onzeker. Dit maakt dat je bij haar goed uit moet kijken dat je niet te snel, te veel vraagt. Haar dominantie verbloemt haar onzekere kant, waardoor ze verder lijkt met haar ontwikkeling dan ze in werkelijkheid is. 

Overvraag je haar, dan speelt de onzekerheid op en kan de stemming omslaan in dominante overdrive: vechten. Push je haar echt te ver, dan kan ze je letterlijk aanvallen. Situaties die je natuurlijk wilt voorkomen. 

In één keer goed

De eigenaar van de merrie klopt bij Revalidatie Stal de Kuper aan voor begeleiding bij het opleiden van haar paard tot rijpaard. Ze is zich bewust van het feit dat je inrijden beter in één keer goed kunt doen en weet dat haar eigen kennis daarvoor niet toereikend is. 

Ze kiest er bewust níet voor om haar paard in een paar weken ‘door het proces heen te (laten) trekken’, maar gaat voor een solide basis en een aanpak waarbij onnodige problemen worden voorkomen. 

“Vluchten of vechten wordt vaak gezien als ongewenst gedrag en als zodanig bestraft, wat de situatie alleen maar verergert”

Een extra hulpvraag gaat over het afleren van per ongeluk aangeleerd gedrag. Guus heeft namelijk bij toeval ontdekt dat ze zich met haar 1.000 kilo vrij eenvoudig los kan trekken, wat zeker in haar geval niet echt wenselijk is. 

Bij het begin beginnen

Elk paard vraagt om een andere manier van inrijden, maar je begint altijd met het leggen van de basis: leren communiceren en elkaar begrijpen. Dit doe je bijvoorbeeld met los grondwerk en samen wandelen. Maar ook met alledaagse handelingen zoals het naar buiten en naar binnen brengen, voeren, verzorgen, enz. Wanneer je taal helder is, kun je verder met de kennismaking. 

Dat houdt zoveel in als het ontdekken hoe een paard op dingen reageert: wat vindt het spannend en wat niet? Wordt het dier snel onzeker of is het heel besluitvaardig? Is het oprecht dominant of is dit slechts schijn en probeert het op die manier zijn/haar onzekerheid te verbloemen? 

De kennismaking geldt van mens naar paard, maar net zo goed andersom. Het paard moet leren wie jij bent, hoe jij met jezelf naar voren komt, in welke situaties jij onzeker wordt of juist niet. Of je integer omgaat met innerlijke kracht, of je zuivere beweegredenen hebt voor je handelen. Als het goed is, groeit gaandeweg dit proces het vertrouwen, omdat jullie steeds beter weten wat je aan elkaar hebt. 




Tijd en karakter

Is de basis eenmaal gelegd, dan introduceer je attributen zoals een hoofdstel, singel, dubbele lijnen, zadel, gewicht en uiteindelijk een ruiter. Op hoofdlijnen is dit de trainingsopbouw voor alle paarden. Het verschil zit hem vooral in hoeveel tijd je neemt voor de verschillende onderdelen. Sommige paarden hebben in het beginstadium veel tijd nodig voordat ze de taal begrijpen waarin je met hun probeert te communiceren. 

Andere paarden nemen langer de tijd om te ontdekken wie je bent en weer andere hebben meer tijd nodig voordat ze durven vertrouwen. Sommige paarden vinden attributen weer lastiger en hebben daarbij meer ondersteuning nodig. Naast de aanpassing in tijd is er natuurlijk ook het aanpassen op het karakter. Is een paard dominant, innerlijk krachtig, fragiel en onzeker, vluchtig, introvert gevoelig, traag maar gestaag lerend. Elk kenmerk vraagt om zijn eigen aanpak en een net iets andere klemtoon. 

“Elk kenmerk vraagt om zijn eigen aanpak en een net iets andere klemtoon”

Heldere taal, zachte aanpak

In het geval van Guus is er in de basis vooral heldere taal nodig. Haar 1.000 kilo lichaamsgewicht en onbeholpenheid hebben haar lomp gemaakt. Deze lompheid maakt haar dominant, terwijl ze eigenlijk onzeker is. 

Met haar formaat heeft zij bovendien per ongeluk ontdekt dat zij zich zó groots voor kan doen, dat andere paarden en/of mensen voor haar wijken. Deze kracht geeft haar een gevoel van macht, terwijl het eigenlijk schijnveiligheid is. Met controle en dominantie denkt ze dingen naar haar hand te kunnen zetten, het leven voorspelbaar te maken en veilig te zijn. Heldere taal geeft haar duidelijke kaders, maar tegelijkertijd is zachtheid geboden om met elkaar in contact te komen. 

Ben je in het geval van Guus bij heldere taal en duidelijke kaders te zacht, dan voed je haar dominantie. Ga je verharden, dan schiet ze ofwel in de aanval of ze sluit zicht af. En zoveel kilo agressie of stagnatie los je niet zo een-twee-drie op. 

Jong en onervaren

Door enige tijd voorzichtig op dit dunne koord te balanceren, is Guus zover dat ze haar dominantie los kan laten. Ze begint zich heel voorzichtig kwetsbaar op te stellen en laat steeds meer van haar onzekere kant zien. Nu wordt eigenlijk pas duidelijk hoe jong en onervaren ze in wezen nog is. Haar onzekere kant heeft tijd nodig om vertrouwen te ontwikkelen in de mens, zichzelf en het werk dat van haar wordt gevraagd. 

Door haar deze tijd te geven, kan ze zich daadwerkelijk ontwikkelen in plaats van dat ze zich (nog) groter blijft voordoen dan ze in werkelijkheid is. Op het moment dat het vertrouwen daar is, wordt samenwerken voor haar een leuk spel, met telkens andere uitdagingen en nieuwe puzzels. Ze vindt het geweldig om nieuwe dingen te leren en om samen met haar ruiter uit te vinden wat de bedoeling is. 

Duurde de eerste helft van haar opleiding wat langer dan gemiddeld, in de tweede helft gaat ze als een speer. Na afsluiting van deze periode kan ze met een stevig fundament aan haar échte opleiding in het rijden beginnen. 

Leider en leraar

Ga je zelf met een jong paard aan de slag, dan is het belangrijk om te beseffen dat jij als leider degene bent die álles moet weten. Jíj bent de leraar die in elke situatie klaar moet staan met raad en daad. In spannende, snelle, gevaarlijke en fijne situaties. In alles! Alleen dan bouw je zoveel vertrouwen op dat het paard in staat is om jou uiteindelijk op zijn rug te laten zonder dat het bevriest, vlucht of vecht. 

In het geval van Guus komen hier nog een aantal aandachtspunten bij. Haar ruiter moet zelfverzekerd zijn, autonoom functioneren en oprecht aanwezig zijn. Dat biedt deze merrie genoeg helderheid, daadkracht en vertrouwen, zodat zij zich open durft te stellen en haar onzekere kant durft te ontwikkelen. Vanwege haar gewicht en lange rug is Guus een paard dat snel compenseert in natuurlijke scheefheid. 

Hierdoor belast zij haar lijf verkeerd en krijgt ze snel last van blokkades. Door haar op elk moment de juiste ondersteuning te geven, ontwikkelt ze zich tot een fijn en stabiel rijpaard met een goede gezondheid, zowel fysieke als mentaal. 

Over Revalidatie Stal de Kuper

Revalidatie Stal de Kuper krijgt regelmatig de vraag om mensen te helpen bij het inrijden van hun paard. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de ruiter en/of eigenaar van het dier bij het proces betrokken wordt, zodat er vanaf dag één wordt gewerkt aan wederzijds vertrouwen. Inrijden van paarden gebeurt bij Revalidatie Stal de Kuper altijd vanuit rust, vertrouwen en balans om vroegtijdige blessures, verzet of gevaarlijk gedrag te voorkomen.

Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding