danielle heijkoop ANky van grunsven
danielle heijkoop ANky van grunsven

Op weg naar Grand Prix

Nieuws

De ruiter is verantwoordelijk voor het plan van die dag. Om die reden vraagt Anky haar leerlingen aan het begin van een les waar ze aan willen werken. “Ik vind dat ze zich bewust moeten zijn van wat die week moeilijk ging.” Tijdens het KNHS seminar werkte ze met Daniëlle Heijkoop en Kingsley Badari naar Grand Prix-niveau toe.


De nadruk lag op de drafappuyementen. Om die te verbeteren vraagt Anky veel afwisseling in tempo en in afstelling. Ook liet ze Daniëlle tussendoor wijken, of na een stuk appuyeren terug wijken of ineens heel scherp opzij appuyeren. “Dat gaat ze nooit redden”, plaagde ze haar leerling, die alles op alles zette om de scherpe lijn toch te rijden, tot vermaak van het publiek. Maar dat was tevens een wijze les. Anky: “Bij goed lesgeven hoort dat je weet hoe iemand in elkaar zit, zodat je er het beste uit kunt halen. Soms moet je aanmoedigen, zeggen dat iemand het best kan. Maar als ik dat nu bij haar zou doen, wordt ze te makkelijk.”

De zigzag in galop vindt Anky één van de moeilijkste oefeningen uit de Grand Prix. Het omstellen is vaak het probleem. “Het rechtrichten er tussenin wordt vaak vergeten. Je moet omstellen en dan pas weer opzij. Sommige paarden gaan inhouden, het tempo overpakken of verliezen hun houding. Dan moet je dus wachtoefeningen inpassen, bijvoorbeeld door wel de nieuwe stelling aan te nemen, maar niet de wissel te springen. Dit wordt vaak overgeslagen. Dan springt het paard de wissel al als je nog aan het omstellen bent.” Anky hamerde op de basis. “Zorg nou dat je oefent op controle op tempo en de balans. Dat je paard wacht op je hulp. Als je elke dag deze oefening doet, gaat het op gegeven moment niet meer.”

Bij het oefenen van de piaffe mocht Badari wel over de hoefslag. “Het is al moeilijk genoeg om controle te houden op het voorwaarts zijn, ik wil niet dat hij naar links of naar rechts gaat uitwijken”, verklaarde Anky, die verder eigenlijk nooit over de hoefslag rijdt. De piaffe doet ze altijd vanuit de stap, die ze terugneemt tot bijna halt, waarna het paard even moet aantreden. “Als het verkeerd gaat, draaf je eruit. Hij mag niet te hoog komen, hij drukt zich er nog te veel uit”, waarschuwde ze haar leerling. Badari toonde zijn aanleg in een aantal fijne piaffes.

De passage mocht wel vanuit de draf. “Als je een wat simpel bewegend paard hebt en je bent zover dat je richting de passage kunt werken, dan gaat hij daar vaak mooier van draven.” Anky wilde korte stukjes zien, zodat het paard in balans kan blijven. “Ga steeds weer terug naar de basis, voel wat je kwijt bent geraakt en los dat op.”