Is jouw paard te dik? Zó kom je erachter
NieuwsAls je paard bij wijze van spreke naar je toe gerold komt in de wei en je zelfs de allerlangste singel niet meer op het eerste gaatje krijgt, ben je je er vast al van bewust dat hij misschien wat aan de dikke kant is... Maar je paard kan ook een onsje meer met zich meedragen zonder dat het deze extreme vormen aanneemt. Met de volgende eenvoudige stappen bepaal je de conditie van je paard.
1. Bepaal het gewicht
Uit een onderzoek dat kortgeleden werd gepubliceerd, blijkt dat veel paardeneigenaren niet op de hoogte zijn van het gewicht van hun paard. Toch is het heel belangrijk om dit te weten en goed bij te houden: niet alleen om te weten of je paard teveel is aangekomen of afgevallen, maar ook omdat je met deze informatie heel precies kunt bepalen hoeveel voer en supplementen je het beste kunt geven. Je kunt je paard laten wegen bij een kliniek of de veearts, een mobiele weegschaal langs laten komen, of informeer bij een fok- of trainingsstal in de buurt of je je paard even op hun weegschaal mag komen zetten.
Is wegen geen optie? Bij elke ruitersportzaak zijn speciale meetlinten te koop die je een vrij nauwkeurige schatting kunnen geven van het gewicht. Houd er wel rekening mee dat lichaamslengte ook een grote rol speelt bij lichaamsgewicht; iets waar een gewichtsmeetlint geen rekening mee houdt. Om dit wel mee te rekenen, kun je de volgende formule gebruiken:
Gewicht (kg) = [(borstomtrek in cm) x (borstomtrek in cm) x (lichaamslengte in cm)] : 11,999
Voor de borstomtrek leg je het meetlint vlak achter de oksel (op de plaats van de singel) en achter het hoogste deel van de schoft. Lichaamslengte meet je van de voorste punt van de schouder tot de uiterste punt van de achterhand.
2. Bepaal de conditie
Gewicht zegt niet alles over de conditie van je paard. Om daadwerkelijk te bepalen of je paard te dik of te dun is, zijn verschillende methoden ontwikkeld. De bekendste zijn de zogenaamde BCS (Body Condition Scoring)-systemen, waarbij je aan de hand van een lijst met afbeeldingen kunt bepalen welk cijfer je paard scoort. Deze schaal wordt wereldwijd gebruikt en is gemakkelijk te begrijpen, maar erg subjectief. De ene eigenaar zal zijn paard een 4 geven, terwijl een andere hetzelfde paard eerder met een 3 of 5 zal beoordelen. Dit kan een probleem vormen als meerdere personen de scores van dezelfde paarden moeten bijhouden, omdat het wisselende uitkomsten kan opleveren.
Een betrouwbaardere manier om de conditie te bepalen is de zogenaamde omtrek-tot-hoogte-verhouding, een paardenversie van het BMI dat bij mensen wordt gebruikt. Deel hierbij de borstomtrek in centimeters door de stokhoogte in centimeters. Een paard heeft overgewicht bij een score vanaf 1.26 en is te dik bij een score van 1.29 of hoger. Voor pony’s tellen andere scores: een pony heeft overgewicht vanaf 1.33 en is te dik bij een score van 1.38 of hoger.
3. Bepaal het ideale gewicht
Het is erg moeilijk een algemeen ideaal gewicht voor paarden vast te stellen, omdat het erg afhankelijk is van de verhouding tussen spieren en lichaamsvet en deze verhouding per ras erg kan verschillen. Wel is wetenschappelijk bewezen dat een slanker lichaam (maar niet te dun) voordeliger is voor de gezondheid van een dier dan een lichaam dat aan de dikkere kant is. Om met zekerheid te bepalen wat voor jouw paard het ideale gewicht zou zijn, kun je het beste overleggen met de veearts. Zolang je de conditie van je paard goed in de gaten houdt en het voer- en bewegingsbeleid daarop aanpast, loopt je paard weinig risico op extreem overgewicht.
Bron: The Horse/University of Minnesota
