170414045_ABFweb
170414045_ABFweb

Ben jij klaar voor je eerste L2-proef?

Nieuws

Tot nu toe kom je alle klasses goed door en de prijzen vliegen je om de oren! Het lijkt tijd voor volgende stap in jouw carrière tussen de witte hekjes. Namelijk het rijden van jouw eerste L2-proef. Om daar honderd procent zeker van te zijn geeft instructeur, jurylid Maikel Trum ons handige tips om te checken of jij klaar bent voor jouw eerste L2-proef.


Vijf meter wijken wordt tien meter wijken en er komt een oefening bij: achterwaarts. Maikel vertelt: “In een L2-proef wordt meer controle verwacht en er moet nog meer horizontaal evenwicht ontstaan.” Maikel legt uit: “Ik zeg eigenlijk altijd dat het paard jou het gevoel moet geven op de rechte weg te lopen en dat hij jou niet meeneemt op de weg naar beneden.”

Thuis oefenen op achterwaarts


“In de proeven zie ik vaak verkeerd ruggebruik. De paarden drukken hun rug weg en komen aan de voorkant omhoog. Dit kun je voorkomen door gesloten en nageeflijk halt te houden en altijd voorwaarts te blijven denken. Zelfs in het achterwaarts gaan! Bereid het halthouden goed voor. Het halthouden zelf is al een oefening. Pas als je paard netjes nageeflijk blijft in het halthouden kun je achterwaarts gaan.”

Minder L2-proeven oefenen


Huh? Moet ik mijn L2-proef dan helemaal niet meer oefenen? Bijna correct! Maikel geeft hierover de volgende gouden tip: “Train niet altijd dezelfde lijntjes uit je L2-proef zoals ze gevraagd worden. Doordat je paard dit gaat herkennen, gaat hij het van je overnemen. Het lijkt misschien prettig als je paard het voor je doet, maar een jury ziet dat de proef niet van jou is. Je moet op elke plek in de bak je oefeningen kunnen rijden. Zo houd je je paard attent en blijft de oefening van jou.”

Maar moet ik dan nooit mijn proef oefenen? “Houd het proefgericht rijden en het échte trainen in balans. Tijdens het trainen ben je problemen aan het oplossen. Bij proefgericht rijden doe je dat niet. Eigenlijk rijd je zo mooi mogelijk de oefeningen die je zondag moet laten zien. Je kunt bijvoorbeeld de week voor je wedstrijd de lijntjes uit je L2-proef gaan oefenen”, adviseert Maikel.
‘Je proef rijden is slechts het resultaat van je training, meer niet’

Check, check, dubbel check. Wat is handig om als combinatie onder de knie te hebben voordat je aan deze toffe uitdaging begint?

Checklist voor jezelf:



  • Je kunt ruimte geven in je hand. Die ene centimeter dat jij je hand meer opent, kan ervoor zorgen dat je paard al wat meer met de neus eruit gaat lopen. Iets wat juryleden graag zien in een L2-proef.

  • Samen met jouw instructeur heb je onderzocht wat werkelijk de juiste drang naar voren is voor jouw paard.

  • Je staat open voor meerdere invalshoeken. Die ene mening van jouw instructeur hoeft niet de waarheid te zijn.

  • Rijd vloeiend en goed met lengtebuiging de hoek door. Zo kun je de volgende oefening beter voorbereiden. Je paard komt dan meer tot dragen vanuit het binnen achterbeen.


Checklist voor jouw paard:



  • Het paard moet al iets meer kunnen sluiten in vergelijking met een L1 proef.

  • Hij heeft drang naar voren tijdens de proef. Hij is aan het been.

  • Het paard kan meer lengtebuiging laten zien dan in het L1. Zo worden je hoeken beter en je voltes mooier en kleiner.

  • Hij is gehoorzaam aan de buitenteugel. Deze heb je onder anderen nodig voor het wijken en de kleinere voltes.


Dat ziet er goed uit! Jouw paard gaat steeds meer sluiten, staat goed aan de buitenteugel en jullie beheersen de oefeningen goed. Toch twijfel je een beetje. ‘Thuis kunnen we het wel, maar dan moet het op wedstrijd ook nog maar gebeuren.’ Daarvoor heeft Maikel de volgende tip:
‘Niet denken, gewoon doen!’

“Wees vastberaden tijdens je proef, ga niet twijfelen. Je oefening rijden bij A, is ook écht bij A. Je hebt vanmorgen je paard gepoetst en ingevlochten. Het zou zonde zijn om alleen te komen om ‘even een rondje’ te rijden. Je bent er nu toch, ga voor die achten! Je loopt misschien iets meer risico, maar je hebt dan wel je best gedaan.”

Hijs je paard niet omhoog


Ga je paard zijn hoofd niet ‘omhoog hijsen’ tijdens je L2-proef. “Een jury prikt daar zo doorheen. We zien het als paarden hun rug wegdrukken en omhoog gehouden worden door de ruiter. Deze combinaties komen later in de problemen. Oprichting hoort niet te ontstaan doordat de ruiter het paard zijn hoofd ‘omhoog hijst’. Oprichting ontstaat juist door het onderbrengen van de achterhand. Het paard gaat dan meer ‘klimmen’ aan de voorkant. Dan pas ben je van achter naar voren aan het rijden en krijg je een natuurlijke oprichting met ruggebruik.”

Overtuigd? Tijd om in te schrijven en te knallen. Ga voor die achten en vergeet niet te genieten. Veel succes!

Lees ook:



Bron: Bitmagazine.nl