Uitgelichte afbeelding CPL
Uitgelichte afbeelding CPL

Wat is Chronisch Progressief Lymfoedeem (CPL)?

Nieuws

Lange tijd werd Chronisch Progressief Lymfoedeem (CPL) niet onderkend en ‘condylomateuze mok’ genoemd. Nu wordt over deze slecht te genezen aandoening, die vooral bij koudbloeden en Friezen voorkomt, door onderzoek steeds meer bekend. Professor Marianne Sloet van de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht vertelt over de kenmerken, symptomen en behandeling van CPL.


CPL wordt vaak verward met mok, maar dit klopt niet. Professor Marianne Sloet legt uit: “Mok is geen ziekte op zich, maar een verzamelnaam voor allerlei huidaandoeningen die aan de onderbenen van paarden voorkomen. De meeste vormen van mok zijn goed te behandelen, maar helaas is voor paarden met CPL (nog) geen genezing mogelijk.” CPL wordt mede veroorzaakt door slecht functionerende lymfevaten in de onderhuid. De exacte oorzaak hiervan is nog niet bekend.

Wat doet CPL?


Bij paarden met CPL is sprake van te weinig elastine en/of afwijkend elastine in de huid, het onderhuidse weefsel en rond de lymfevaten, waardoor vocht niet goed wordt afgevoerd. Als onderhuids vocht(oedeem) langdurig in de onderbenen aanwezig blijft, treden er cellen uit de vaten die langzaam weefsel vormen, waardoor het been dik blijft.

Sloet: “Door middel van lymfescintigrafie, een techniek waarbij de lymfebanen door contrasterende vloeistof zichtbaar worden, is aangetoond dat er bij deze paarden stuwing van vocht en vertraagde lymfeafvoer plaatsvindt. Dit leidt onder meer tot een verhoogde gevoeligheid voor allerlei infecties en er ontstaan allerlei problemen in de huid, zoals schilfering en verdikking van de huid, littekenvorming en verbindweefseling.”

Ziekteverloop


Paarden met CPL vertonen de eerste symptomen meestal op een leeftijd van twee tot vier jaar oud. De achterbenen zijn vaak ernstiger aangetast dan de voorbenen. “De ernst van de veranderingen aan de benen is meestal pas goed zichtbaar na het scheren van de benen. In het beginstadium is vooral de huid in de kootholte schilferig en verdikt. Er ontstaan dikke huidwrongen met daartussen kloven die steeds erger worden en zich verder uitbreiden over de onderbenen van het paard. In de loop van de tijd ontstaan huidknobbels die zo groot kunnen worden als een handbal. Ook wordt de hoornkwaliteit van de hoeven vaak aangetast.”

Behandeling


Helaas is er nog geen middel of methode gevonden die tot genezing leidt. “Maar een zorgvuldige behandeling kan het verder uitbreiden van de aandoening en de klachten vaak wel vertragen”, vertelt Sloet. “Allereerst is dagelijks voldoende beweging heel belangrijk voor paarden met CPL. Verder dienen infecties met mijten en/of bacteriën zoveel mogelijk voorkomen te worden. Vaak is het nodig hiervoor het behang kort te houden, zodat allerlei kiemen minder kans krijgen. Ook lymfemassage lijkt een positieve invloed te hebben, maar daarmee is nog niet zoveel ervaring. Bandageren kan ook, maar dit moet wel zeer kundig gebeuren en twee keer per dag verwisseld worden, anders werkt het averechts.”

Erfelijk?


CPL komt voor bij koudbloeden met veel behang, zoals Belgische en Nederlandse trekpaarden, Clydesdales en Shires, en Friezen. Opvallend is dat het binnen deze rassen vaak in bepaalde bloedlijnen voorkomt, waardoor wordt gedacht aan een genetische achtergrond. “De erfelijkheid van CPL kan nog niet worden aangetoond omdat er nog geen genetische test beschikbaar is, maar gezien het feit dat een genetische achtergrond wel heel waarschijnlijk is, zou fokken met paarden die lijden aan CPL moeten worden afgeraden”, besluit Sloet.

Bron: Bit 233