image-6
image-6

Rijden met minimale druk, maar hoe dan?

Nieuws

Lastige facetten komen in iedere tak van de paardensport voor. Vanaf nu zijn ze geen probleem meer, maar een uitdaging. Bit geeft je tips en tricks om jezelf en je paard te verbeteren. In deze aflevering: alles over rijden met zo min mogelijk druk.


Ethisch verantwoord paardrijden is een onderwerp dat steeds meer onder de aandacht komt. In het Bit dossier over straffen dat we in mei publiceerden (Bit 264), stelt onderzoeker Paul McGreevy dat paarden niet gereden kunnen worden zonder enige mate van druk. Deze druk zou volgens hem minimaal moeten zijn, op ieder moment. Maar hoe doe je dat eigenlijk, paardrijden met zo min mogelijk druk? “Zodra je je paard een vraag stelt, in welke vorm dan ook, is er een vorm van druk”, aldus Jolanthe Schretlen, paardengedragsdeskundige en instructeur. “Dat begint al op het moment dat je je paard een halster omdoet en hem uit de wei haalt. Loopt hij niet gelijk mee, dan zet je druk op het touw. Als jij je paard een pasje om wil zetten op de poetsplaats en je legt je hand tegen de ribben, dan is dat druk. Zodra hij opzij gaat en dus het goede antwoord geeft, houd jij op met vragen. Een groot deel van de communicatie met paarden bestaat hieruit. Paardrijden gaat altijd gepaard met druk. Je legt een zadel op de rug van het paard, je maakt de singel vast en je eigen gewicht geeft ook druk. Ook het hoofdstel geeft druk achter de oren en om de neus. Ook als je alleen met neckrope rijdt of bitloos geef je ergens een vorm van druk. Gewichtshulpen, beenhulpen en teugelhulpen zijn allemaal vormen van druk. Een tik met de zweep is druk. Ook een vorm van druk zijn alle prikkels die binnenkomen. Als je aan het stappen bent en er vliegen opeens een stel duiven op dan ervaart je paard dat ook als druk. De vraag is volgens mij: hoeveel druk is oké? En wanneer ga je een grens over? Wanneer is het niet meer paardvriendelijk en is het niet eerlijk tegenover het paard?”


Te veel druk


“Mensen hebben niet altijd in de gaten hoeveel druk ze geven; hoe vaak, wat het paard ermee doet en hoe vervelend dat voor een paard kan zijn. Wat die druk doet met een paard, wisselt per paard en per karakter. Sommige paarden gaan staken, worden heel onrustig in de mond of steigeren. Maar paarden kunnen zich ook afsluiten en ‘strak worden’. Met te veel druk kun je je paard fysiek stukmaken. Er zijn paarden die littekens op de lagen en op de tong hebben. Bij een paard dat een te strakke neusriem om heeft of te veel druk op de teugel ervaart, neemt bovendien het stressniveau toe. Hij maakt stresshormonen aan en zijn hartslag en lichaamstemperatuur gaan omhoog. Vergelijk het ermee dat je de vierdaagse loopt met een zware rugzak op die niet goed zit. Daar kun je mee doorlopen, maar je voelt je daar niet lekker bij. Een paard met veel druk om zijn hoofd of een te strakke singel zal misschien wel doorlopen, maar of de training plezierig is? Het stressniveau wordt een soort achtergrondruis, maar dat wil niet zeggen dat het een paard geen kwaad doet. Hij neemt onder invloed van stress niet veel meer in zich op, waardoor hij minder in staat is om te leren. Bovendien kan het paard lichamelijke problemen krijgen. Denk aan maagzweren of steeds strakker in de spieren worden. Het valt niet mee om te rijden met minimale druk. Er spelen zoveel factoren een rol. “Is je paard fysiek in staat om te doen wat je van hem vraagt en kan hij het mentaal verwerken? Passen je zadel, hoofdstel en bit
goed zonder te veel druk te geven? Stel je de juiste vraag en beloon je je paard als hij het juiste antwoord geeft? Ga ook na of je zelf fit bent en motorisch handig genoeg om ook na een uur rijden nog goed mee te zijn met de beweging én op het juiste moment te reageren. Waar een probleem ook vandaan komt, de oplossing moet van de ruiter komen. Het is niet erg als je paard niet op twee vingers Grand Prix-klaar is, maar kijk eerlijk naar jezelf waar verbetering nodig is. Als ruiter en eigenaar heb je in mijn ogen de verantwoordelijkheid om je er bewust van te zijn hoeveel druk je geeft. Je moet ernaar streven die druk zo klein mogelijk te houden, op welk niveau en in welke discipline je ook rijdt. Met belonen van goed gedrag, door bijvoorbeeld het wegnemen van de druk, bereik je meer dan met slaan met de zweep. Het is niet zo dat je niks mag vragen van je paard, maar er moet communicatie zijn. Volgens mij is dat een goede graadmeter van druk: is er vraag en antwoord en komt je daarmee tot verbetering of ben je aan het afdwingen? Als je voelt dat je paard ergens in zijn lijf verstrakt en zich schrap zet tegen de druk, dan ben je aan het afdwingen.


Druk loslaten


Het moge duidelijk zijn: zonder druk kun je niet paardrijden. Maar wat veel ruiters zich niet voldoende realiseren, is dat een paard niet wordt getraind door het toedienen van druk, maar door het loslaten op het moment dat hij het juiste antwoord geeft. Jolanthe: “Door het toedienen van de druk gaat het paard zoeken naar het juiste antwoord. Je geeft bijvoorbeeld been omdat je voorwaarts wil en op het moment dat je paard in beweging komt, stop je met drijven. Als je dat een paar keer herhaalt, gaat je paard snappen wat het goede antwoord op je vraag is. Want als hij dat antwoord geeft, dan stop jij met vragen. Daar gaat hij het voor doen. Wat wij vaak heel bewust doen, is het toedienen van de druk, maar wat we niet altijd genoeg bewust doen is de timing van het wegnemen van de druk. Als je iedere pas blijft aandrijven, terwijl het paard bij de eerste keer al voorwaarts ging, waarom zou hij daar dan nog op vooruit gaan? Je paard kan hier boos of bang van worden, maar ook afstompen. Dan zeggen mensen vaak: ‘Hij doet het niet’. Als een paard niet doet wat je van hem verwacht, dan kun je wel steeds harder gaan ‘schreeuwen’ en steeds meer druk toevoegen, maar dat helpt niet. Als je paard je niet begrijpt, doe dan liever een stapje terug in je training.”



Fijne communicatie


“Met je teugelhulpen werk je in op de neus en in de mond, allebei heel gevoelige delen van het paardenlichaam. Ook als je bitloos rijdt, geef je druk op een gevoelig deel van het hoofd. Hoe dat inwerkt, is afhankelijk van de ruiterhand. Het is lastig om te zeggen: je mag maar zoveel gewicht aan druk geven. In de meest ideale situatie ben je perfect mee met de paardenmond Je hebt contact, maar het kost je geen kracht. Dat fijne gevoel dat je contact hebt en communiceert met je paard, willen we allemaal. Maar eerlijk is eerlijk, dat lukt niet altijd. Misschien omdat je zelf rijtechnisch een fout maakt, misschien omdat je paard niet heeft geleerd om zacht te blijven. Je kunt niet altijd voorkomen dat er chaos ontstaat, maar ik denk wel dat je moet rijden vanuit een mindset dat je het zo klein mogelijk wil houden. Een paard reageert van nature op de kleinste signalen, daar moet je gebruik van maken. Als je kracht moet gaan zetten, dan heb je te veel druk. Hierdoor krijgt het paard bijvoorbeeld een blauwe tong, maakt zich strak of spert zijn mond open. Ook het verstrakken in het hoofd, kaakgewricht of hals zijn verkeerde signalen. Je ziet heel vaak dat de spieren achter de kaak vast worden gezet. Je hoort tijdens het rijden geen blaren op je handen of spierpijn in je armen en rug te hebben of bekaf van je paard te komen. Het mag je geen kracht kosten. Dan zet je echt te veel druk. Tijdens het rijden hoor je een basis vormspanning in je lichaam te hebben, maar je moet alle spieren en gewrichten ook kunnen ontspannen.”


Inzicht in druk


“Om inzicht te krijgen in de mate van druk tijdens het rijden, kun je een teugeldrukmeter gebruiken. Dit zijn sensoren die je tussen de teugel en het bit plaatst en die je inzicht geven in hoeveel druk er op de teugel staat. Dit is zowel druk die de ruiterhand geeft als druk die het paard geeft. Zo’n meting kan informatief zijn en je inzicht geven. Je kunt ook je instructeur vragen om de teugels een stuk onder het bit vast te pakken. Geef vervolgens druk zoals je dat ook doet tijden het rijden. Dit kun je eveneens zonder paard doen met een stalgenoot. Voel maar eens bij elkaar hoeveel kracht je zet. Past dat bij de reactie die je kreeg van je paard of moet je aan de slag om je paard losser en lichter te krijgen? Je kunt ook terwijl je naast je paard staat met de teugel het hoofd met twee vingers iets naar links en naar rechts vragen. Als je paard daarop loslaat, dan zou die minimale druk tijdens het rijden ook voldoende moeten zijn. Leg het bit maar eens tegen je scheenbeen aan en houd de teugels dan eens vast zoals je een ophouding geeft. Dat kan je een beetje inzicht geven in hoe je paard het bit ervaart.”


Check en train je hulpen


Jolanthe: “Het is de kunst om tijdens het rijden zo klein mogelijk te blijven. Kleine vragen stellen en streven naar lichtheid. Als je die basis niet in orde hebt, dan blijf je daar iedere keer weer tegenaan lopen. Analyseer daarom eens heel bewust of het lichte contact dat je hebt tijdens het losstappen gelijk blijft tijdens het rijden van overgangen, als je van tempo wisselt en als je je oefeningen rijdt. Ga ook bij jezelf na of de ophoudingen die je geeft echt maar één pas duren. Als je langer vasthoudt, blokkeer je de gang en reageert je paard door terug te duwen, te verstrakken in zijn lijf en zwaarder in de hand te worden. Merk je dat je hulpen misschien wel wat fors zijn, dan kun je gaan trainen om te verkleinen. Is je paard niet voor het been, koop dan geen scherpere sporen, maar ga aan de slag met het weer gevoelig krijgen voor het been. Begin heel klein. Geef een kleine hulp. Geen reactie? Iets grotere hulp. Goede reactie? Laat dan los. Herhaal dit een aantal keer. Voor een paard wordt dit herkenbaar. Hij zal zelf invullen: als ik op de kleine hulp reageer, dan kunnen we de rest overslaan. Ga terug naar één vraag en één reactie. Dus niet je been-, zit- en teugelhulpen tegelijk, maar kies er één uit. Ga klein en geconcentreerd werken, zonder dat je iets anders doet. Gedragsverandering is altijd zoeken, dus geef het niet te snel op. Als je wilt dat je paard anders gaat reageren, dan moet je daar tijd in stoppen. Voor je gevoel doe je misschien tien stappen terug, want je paard zal gaan zoeken of zich sterk maken. Een andere manier van leren kost tijd, maar uiteindelijk ga je er honderd passen door vooruit. Je kunt je paard echt leren om licht te worden en klein te blijven. Als je timing goed is, je laat de druk op tijd los en je geeft het goed aan, dan zal het rijden steeds makkelijker gaan.”


Bang? Geen dwang!


“Een paard dat bang is voor iets, wordt vaak met veel druk van been en teugel toch langs de bron van zijn angst gestuurd. Maar wat doe jij als je bang voor spinnen bent en ik duw je naar een spin toe? Dan ga je heel hard terugduwen. Hoe harder je duwt, hoe meer strijd. Probeer te doseren. Voel je je paard verstrakken? Dan gaat de hartslag omhoog, je paard maakt adrenaline aan en hulpen komen niet meer door. Laat je paard niet wegspringen, want ook dat zit zo in zijn systeem. Probeer met je hulpen het paard weer zacht te krijgen. Op het moment dat hij weer zacht wordt, komen je hulpen weer door. Dan groeit ook het vertrouwen. Doet het paard één pas richting die ene enge hoek, beloon hem dan. Een pasje, dan laten nadenken. Wees je heel bewust van je eigen timing in het toedienen en loslaten van de druk. Ga niet persen en duwen als het paard twijfelt, maar zoek zachtheid op en vertrouwen.”


Do’s


  • Zorg voor een goed passend zadel, hoofdstel en bit.
  • Laat je paard lichamelijk nakijken. Is hij fysiek in staat om te doen wat je van hem vraagt?
  • Zorg ervoor dat je fit en motorisch handig genoeg bent.
  • Laat iemand controleren hoeveel druk je hebt en welke hulpen je geeft. Soms kan wat je doet en wat je voelt ver uit elkaar liggen.
  • Laat je filmen om te kunnen zien wat je doet.
  • Merk je geen verbetering? Zoek een instructeur die je helpt bij het zoeken naar de oplossing.

Dont’s


  • Te grove hulpen geven en met steeds meer druk rijden.
  • Naar scherpere sporen of bit grijpen als je paard niet luistert in plaats van je paard gevoeliger te maken op kleine hulpen.
  • Niet openstaan voor de reactie van je paard. Ga na: snapt mijn paard wat ik van hem vraag?
  • Te veel hulpen tegelijk geven. Wees niet bang om te beginnen met ‘één vraag, één reactie’.
  • Opgeven als het niet gelijk lukt om je hulpen te verkleinen. Het trainen van jezelf en een paard kost tijd.
  • Je ego of verwachtingen mee de rijbaan in nemen.

Bron: Bitmagazine.nl

image-7