stress
stress

Acute en chronische spanning

Nieuws

Schrikmomenten, ze komen bij paarden geregeld voor. Is spanning erg? Hoeveel kan een paard aan? Moeten we het vermijden? En wat gebeurt er eigenlijk bij spanning in het lijf? Rachaël Draaisma bestudeert communicatieve signalen bij paarden. Voor Bit vat ze haar bevindingen samen in een serie artikelen en deel 3 gaat over acute en chronische spanning.


Een bezem die valt, een hond die blaft. Een verhuizing naar een nieuwe stal. Een training die lichamelijk te zwaar is. Kou, honger, het gemis van maatjes. Hoe goed we ook voor onze paarden zorgen, we ontkomen er niet aan dat ze soms spanning ondergaan. Soms is dit maar een kort moment, soms duurt dit langer. Soms hebben we er geen last van, maar op andere momenten wel en dan kan een gespannen paard leiden tot zorgen of zelfs gevaarlijke situaties.


‘Hoe goed we ook voor onze paarden zorgen, we ontkomen er niet aan dat ze soms spanning ondergaan’


Over Rachaël


Rachaël Draaisma werkte als trainer en gedragsdeskundige voor honden. Ze specialiseerde zich in de resocialisatie van zeer angstige en agressieve honden. Tijdens haar studies bij Turid Rugaas, die jarenlang honden observeerde, hun taal in kaart bracht en de kalmerende signalen bij honden ontdekte, ontstond de gezamenlijke wens om een vergelijkbaar onderzoek te doen bij paarden. Vanaf 2013 bracht Rachaël, onder mentorschap van Turid, de lichaamssignalen van gedomesticeerde paarden in kaart middels het uitvoerig en objectief analyseren van filmmateriaal. Hierbij werd zij ondersteund door Ristin Olthof. De paarden op de 220 geanalyseerde films waren in particulier bezit, van alle leeftijden en rassen en hadden geen zichtbare verwondingen of pijn. Geen enkele film is in scène gezet, de paarden werden dus niet doelbewust onder schadelijke spanning gezet. Alleen de signalen en kenmerken die 35 keer of meer werden vertoond, zijn beschreven in het boek ‘Language Signs & Calming Signals of Horses’. De twee grafieken bij dit artikel zijn afgeleid uit dit boek. Dit boek is in oktober 2017 uitgekomen bij uitgeverrij CRC press. Het onderzoek gaat echter door. Rachaël blijft films analyseren en geeft lezingen en workshop in binnen- en buitenland. www.calmingsignalsofhorses.com


Hersteltijd


Als er over spanning of stress wordt gesproken dan wordt er vaak een tweedeling gemaakt. Er kan sprake zijn van acute stress en langdurige chronische stress. Bij acute stress ervaart het paard een kortdurend moment van stress waarvan hij in een korte tijd herstelt. Bijvoorbeeld als je je paard naar de wei brengt, hij schrikt van wapperend plastic, springt weg en loopt daarna weer met je mee en gaat vervolgens rustig in de wei grazen. Bij chronische stress vindt dit herstel niet of pas na langere tijd plaats. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen als een paard naar een nieuwe stal verhuist en voor een lange periode gespannen is. Het kan ook zijn dat een paard zo veel momenten van acute spanning heeft dat het lijf zich tussen die momenten door ook niet genoeg kan herstellen. Hierbij kun je denken aan een paard dat iedere dag meegaat op een buitenrit, terwijl hij niet goed gesocialiseerd is. Hij loopt daardoor iedere rit met spanning, heeft wellicht ook schrikmomenten op de rit. De tijd tussen de ritten door is voor hem niet lang genoeg om weer in een ontspannen staat te komen.


Oppeppen en temperen


Bij zowel chronische als acute stress start het lijf met eenzelfde biologische reactie. Het paard schrikt of wordt in een situatie geplaatst die moeilijk voor hem is. De amygdala, het angstcentrum van het brein, zendt via de hypothalamus en hypofyse signalen uit naar de bijnieren om catecholamines uit te scheiden. Dit zijn de hormonen als adrenaline, noradrenaline en dopamine. Deze stoffen zorgen ervoor dat het lichaam van het paard wordt klaargemaakt voor actie. Het hart gaat sneller pompen, de bloeddruk stijgt, de ademhaling wordt oppervlakkiger, er wordt meer voedingsstof afgeleverd bij de spieren en er komt meer zout en suiker in het bloed. Bij eventuele verwondingen zorgt dit ervoor dat het immuunsysteem een oppepper krijgt en het lijf eventuele verwondingen sneller kan repareren. Kort nadat de catecholamines zijn losgelaten in het lijf vindt er een tegenreactie plaats. De hypothalamus, hypofyse en bijnieren die eerst de catecholamines uitscheidden, gaan nu glucocorticoïden uitscheiden. Cortisol is daar een bekende van. Glucocorticoïden hebben tot doel de reactie van de catecholamines, als adrenaline, noradrenaline en dopamine, te temperen. Daarmee kan het lijf van het paard weer teruggaan naar zijn ontspannen basislijn en vindt er geen uitputting plaats. Glucocorticoïden zijn van origine dan ook hormonen die een lijf beschermen en tot rust brengen.


‘Het is heel verhelderend eens te noteren welke prikkels jouw paard in zijn leven met jou meemaakt’


Problemen


Er rijzen echter problemen als een paard heel vaak een acuut stressmoment heeft of een langdurige periode stress ervaart. Doordat er dan continu een afgifte is van catecholamines en glucocorticoïden bereikt het paard het punt van een basisontspanning niet. En was cortisol eerst een beschermer bij een continue afgifte wordt dit hormoon juist een veroorzaker van problemen. Een paard dat heel vaak een acuut stressmoment heeft of chronische stress ervaart, gaat steeds vaker schrikken van allerhande geluiden, objecten, dieren of mensen. Ook van die dieren, mensen, geluiden of objecten waaraan hij eerst gewend was. Hij kan moeilijker met ons samenwerken. Hij is meer gericht op zichzelf en de omgeving, omdat zijn lijf in paraatheid is gesteld en zijn vlucht/vechtmechanisme is geactiveerd. Een vaak of langdurig gestrest paard onthoudt heel goed waar hij is en in welke omstandigheden hij zich bevindt op het moment dat zijn vluchtmechanisme wordt geactiveerd, zodat hij deze situatie van ‘gevaar’ kan herkennen in de toekomst. Zijn cognitief denkvermogen – het vermogen om oplossingen voor problemen te bedenken en te redeneren – wordt echter slechter. Je paard op dat moment laten begrijpen dat iets bijvoorbeeld niet eng is, komt niet goed bij hem door. En deze cognitieve redenaties onthouden is al helemaal moeilijk tot onmogelijk voor hem. Zo’n paard generaliseert ook minder. Dit betekent dat hij vaker schrikt van bijvoorbeeld objecten die hij verstandelijk ook bij elkaar zou kunnen plaatsen. Bijvoorbeeld als hij gewend is aan een fietser, maar wel schrikt van een fietser die een hoedje draagt. Een paard dat wel generaliseert en gewend is aan een fietser, zou geen tot nauwelijks problemen hebben met een fietser met hoedje. Hij kent immers al een fietser, de variant met hoedje plaatst hij bij dit concept. Op lange termijn heeft een paard dat vaak of langdurig stress ervaart een verhoogd risico op het starten van stereotype gedragingen, zoals weven of luchtzuigen. Zijn immuunsysteem staat meer onder druk. Ook heeft hij een verhoogd risico op maag-darmproblemen, onvruchtbaarheid, uitputting en depressie.


Spanningsdagboek maken


Vaak of langdurige stress heeft dus een direct effect op de gezondheid en welzijn van je paard en de relatie die je samen hebt, hoe je samen traint en leeft. Het is dan ook goed om te kijken naar het leven dat je je paard biedt, omdat hij afhankelijk is van de keuzes die jij als eigenaar maakt. Een paard moet leven zonder kou of hitte en met toegang tot water, hooi en weidegang. Hij heeft maatjes nodig die bij hem passen en waarmee hij vriendschapsbanden heeft. De langdurige spanning die het paard kan krijgen als deze basisvoorwaarden niet of minder goed worden ingevuld, worden in dit artikel niet besproken. Laten we eens kijken naar spanningsmomenten die je paard kan krijgen doordat hij leeft in een mensenmaatschappij en moet wennen aan allerhande prikkels die hierbij horen. Vuilniswagens die containers legen, het testen van het gemeentelijk alarm iedere eerste maandag van de maand, of schreeuwende, voorbijfietsende jongeren. Auto’s die je op de weg rakelings passeren, mountainbikers in het bos die je tegemoet fietsen, tractors: ga zo maar door. Het is heel verhelderend eens te noteren welke prikkels jouw paard in zijn leven met jou meemaakt. Deze prikkels kunnen allerhande mensen, dieren of objecten zijn, maar ook geluiden en visuele uitdagingen als schaduwen. Vervolgens kun je deze prikkels gaan onder verdelen. Je noteert welke prikkels je paard makkelijk aankan, waar hij meer moeite mee heeft en waar hij erg veel moeite mee heeft. Daarnaast is het heel nuttig de lokale kranten door te kijken, zodat je weet wanneer een lokale wandeling of een mountainbikewedstrijd plaatsvindt. Je kunt in de gaten houden wanneer vrachtwagens wellicht laden en lossen en wanneer de meeste schoolkinderen langsfietsen, om zo meer grip te krijgen op de prikkels in jouw omgeving.


Kenmerken van een ontspannen paard


• Amandelvormige ogen.
• Lange neusgaten.
• De mond is zacht gesloten, waarbij het bovenrandje of hoekje van de onderlip soms te zien is. Bij oudere paarden staat de onderlip vaak langer dan de bovenlip.
• Geen rimpels om de mond.
• Een zachte kin.
• Zachte bespiering in het lijf.
• Een lange ruglijn.
• Een losse, zachte staart waarbij de staartwortel niet onder spanning staat.
• Mocht er iets in de omgeving gebeuren en het paard kan deze prikkel aan, dan kijkt hij er ontspannen naar alsof hij ‘tv kijkt’.


Prikkels in balans brengen


En wat dan te doen met al die prikkels die je in kaart hebt gebracht? Breng ze in balans binnen het leven, de socialisering en de training van je paard. Je wilt immers veel acute stressmomenten of langdurige stress vermijden. Met het spanningsdagboek kun je bewuster gaan plannen. Je zoekt een ontspannings- en spanningsbalans in je week, maar ook binnen je training. Dit kan betekenen dat als je een buitenrit hebt gemaakt op een maandag waarbij je paard een aantal keren flink is geschrokken, je op dinsdag of woensdag hersteldagen pakt. Op die hersteldagen kun je wellicht iets bij huis gaan doen met een activiteit die je paard wel bezighoudt, maar waarbij geen voor hem moeilijke prikkels zijn betrokken. Mocht je zondag een concours hebben gehad, dan kun je je paard op maandag en dinsdag hersteldagen geven. Binnen je training kun je hetzelfde doen, waarbij je moeilijke en makkelijke oefeningen afwisselt en ook wellicht wat vaker tussendoor een ronde gaat stappen om je paard ook mentaal de kans te geven alles te verwerken wat je hem aanbiedt.


Signalen van stress


Als er een verandering in de omgeving van het paard is, kan hij kalmerende signalen (zie grafieken) laten zien. Hiermee probeert hij de ander en zichzelf te kalmeren, om zo een positief leefklimaat te kunnen houden en in de situatie te kunnen blijven zonder een negatieve escalatie. Als de spanning toeneemt, kun je overspronggedragingen zien. Dit zijn gedragingen die een paard op dat moment nieuw inzet (het zijn geen versterkte versies van eerdere gedragingen) en die ertoe dienen licht opgebouwde spanning af te laten vloeien. Een paard kan al deze gedragingen ook laten zien zonder dat er sprake is van het afvloeien van spanning. Soms zit er bijvoorbeeld een verzorgend element in. Kijken naar de context is hierbij belangrijk. Als de spanning bij het paard plotseling heel snel sterk stijgt, kunnen overspronggedragingen worden overgeslagen. Dan kan het paard meteen stresssignalen laten zien.


Verrijking


Wellicht denk je nu: ‘Al die spanning, ik ga helemaal niets extra’s met mijn paard doen. Dat houdt hem wel zo rustig.’ Oké, dat is waar, maar bedenk ook dat het opdoen van nieuwe ervaringen verrijking betekent. Nieuwe geluiden horen, dingen zien, eraan ruiken, voelen. Het geeft levensvreugde, is goed voor zijn brein en is een mooie tegenhanger tegen verveling of depressie. Hoe meer prikkels je paard aankan, hoe groter zijn comfortzone. En dus hoe makkelijker zijn en jullie leven wordt. Het is echter wel zaak om prikkels zo aan te bieden dan je paard deze aankan, ontspannen blijft of er binnen een kortere tijdspanne van herstelt. Zodat hij er positieve associaties mee vormt. Het is verstandig om een situatie of prikkel die voor jou of je paard voor problemen zorgt tijdelijk te vermijden. Je gaat deze pas weer opzoeken als je thuis een plan hebt gemaakt en hebt geoefend om op een ontspannen manier met deze prikkel om te gaan. Je geeft je paard daarmee een eerlijke kans op zijn manier wel te wennen aan de prikkel of situatie. Je voorkomt ongelukken en het voorkomt dat je paard negatieve associaties maakt bij een situatie of prikkel. Daarbij zorgt het er ook voor dat jullie je waarschijnlijk een stuk prettiger voelen. En in het kader van stress: je vermijdt enorme stresspieken.


Nullijn


Als je nadenkt over acute en chronische stress, dan is de hamvraag natuurlijk: hoe lang het duurt voordat een paard weer de ontspannen basislijn heeft bereikt? Helaas is daar geen standaard antwoord op te geven. Het zou fantastisch zijn geweest als we een staffel hadden, waardoor je zou kunnen zien hoe lang een paard nodig heeft om weer hersteld te zijn. Dit is echter per paard verschillend. Het is afhankelijk van het welzijn van je paard op dat moment. Zijn lichamelijke en geestelijke gezondheid. Een paard dat goed in zijn vel zit, herstelt veel sneller van een acuut of meerdere acute stressmomenten dan een paard waar de rek er fysiek en geestelijk uit is. Een paard dat al goed gesocialiseerd is en veel prikkels kent en er goede associaties mee heeft, herstelt ook veel sneller van het kennismaken of ondergaan van een nieuwe prikkel dan een paard dat dit niet gewend is. Uit een onderzoek waarbij door middel van wangslijmafname het cortisol werd onderzocht bij paarden die waren meegenomen op een trailerrit, bleek het na de rit gemiddeld vijf uur te duren voordat de cortisolwaarden bij deze paarden weer bij de nullijn aankwamen. Bij onderzoeken met honden duurde het soms twee tot zes dagen voordat het cortisolniveau weer was genormaliseerd. Omdat we geen cortisolmetingen uitvoeren bij onze paarden is observatie van zijn lichaamskenmerken en gedragingen nog steeds een belangrijk gereedschap. Als je de lichaamskenmerken kent van een paard dat ontspannen of gespannen is en welke gedragingen daarbij horen, dan kun je kijken waar op de spanningsladder je paard zit. Hiervoor kijk je naar zijn lichaamskenmerken, de ogen, neus, mond, kin, staart en spierspanning. Ook kijk je naar zijn gedragingen. Herken je deze op de ladder, dan kijk je wat het verloop is. Blijven de lichaamskenmerken en gedragingen van je paard gelijk (het spanningsniveau blijft dan ook gelijk)? Of gaan er dingen veranderen? En kun je uit zijn lichaamskenmerken en gedragingen zien of de spanning stijgt of daalt. Daalt de spanning, dan hoef je niets te doen. Blijft de spanning gelijk, dan kun je kijken of je paard uit zichzelf herstelt in kort tijdsbestek. Doet hij dat niet of stijgt de spanning? Kijk dan of je iets aan de situatie kunt veranderen waardoor je je paard helpt meer ontspannen te worden.


Door: Rachaël Draaisma


Bron: Bitmagazine.nl