Opening
Opening

Het SI-gewricht onder de loep

Nieuws

Het SI-gewricht is een belangrijke schakel in het bekkengebied van het paard. Orthopedisch specialist Don van de Winkel en sportfysiotherapeut Marleen Noordhof van Sportpaardenkliniek Wolvega leggen uit hoe een klein gewricht soms voor grote problemen kan zorgen en wat je kunt doen om klachten te genezen of nog beter: ze te voorkomen.


Daar waar de bekkenvleugel het heiligbeen raakt, zit het SI-gewricht; voluit het Sacro-iliacaal gewricht. Het SI-gewricht bevindt zich tussen het heiligbeen en de bekkenvleugel en verbindt het bekken met de rug. Het brengt krachten vanuit het achterbeen en beweging van het bekken over naar de wervelkolom. Het SI-gewricht is een relatief star gewricht. Een klein schakeltje dat voor veel problemen kan zorgen als er slijtage of een blokkade optreedt. Paardenarts en orthopedisch specialist Don van de Winkel en paardensportfysiotherapeut Marleen Noordhof werken beiden bij (Sport)-paardenkliniek Wolvega. In hun praktijk zien ze regelmatig paarden voorbijkomen die problemen in het bewegingsapparaat hebben door slijtage of blokkade aan het SI-gewricht. Don: “Paarden met SI-problemen zijn vaak niet kreupel, maar tonen vage klachten. Ze voelen anders aan dan de ruiter gewend is. Steigeren, bokken of stakingen tijdens het werk kunnen uitingen zijn van pijn. Moeite hebben met aangalopperen, steeds in de verkeerde galop aanspringen, verkorte galopsprongen, overkruist galopperen en met twee benen tegelijkertijd afzetten (‘bunny hop’) zijn signalen waar je als ruiter alert op moet zijn. Ook het vastzetten van de rug en moeite hebben met ontspannen, problemen met verzamelen, zijgangen en galopwissels, bokken na de sprong, weigeren of onvoldoende openen op de sprong: het kunnen allemaal tekenen zijn dat er iets niet goed is met het SI-gewricht.” Marleen vult aan: “Het is superbelangrijk dat het SI gewricht beweeglijk is. In galop moet een paard zijn bekken kantelen. Dat kan alleen als het SI- en het vlak daarvoor gelegen lumbosacraal gewricht samen kunnen buigen. Als één van deze schakels zegt: ‘Ik heb pijn’, dan raken meerdere structuren geblokkeerd. Als één schakeltje minder beweegt, dan moet de rest meer doen. Dat gaat ten koste van de mate waarin het geheel kan buigen.”


‘Paarden met SI-problemen zijn vaak niet kreupel, maar tonen vage klachten’


Oorzaken


Problemen met het SI-gewricht kunnen ontstaan als gevolg van trauma door vallen, uitglijden in de wei of vastliggen in de box. Dit kan ook schade zijn die al veel eerder is opgelopen, bijvoorbeeld in de opfok. De grote mechanische krachten die het SI-gewricht te verwerken krijgt bij springen en dressuur zorgen bovendien voor een verhoogd risico op SI-klachten bij sportpaarden. Daarnaast kan door slijtage het gewricht zelf ontsteken, kraakbeen worden aangetast en het gewrichtsoppervlak veranderen (artrose). Ook als er elders in het lichaam bijvoorbeeld langdurige tussenpeesklachten of spat aanwezig zijn, kan door compensatie een probleem met het SI-gewricht ontstaan. Uit een Engelse studie blijkt dat 25 procent van de onderzochte paarden met SI-klachten eerder kreupel was aan een voor- of achterbeen en 25 procent artrose had of een ander probleem in de wervelkolom. Een paard kan ook aanleg hebben. Als hij van nature een verzonken rug heeft dan komen er grote krachten op het SI gewricht te staan als hij toch probeert het bekken te kantelen. Ook afwijkingen aan het bekkengebied kunnen voor problemen zorgen. Bij sommige paarden zijn de laatste lendenwervel en het heiligbeen gefuseerd. Daardoor verplaatst het kantelpunt van het bekken zich naar voren, waardoor in het bekken moet worden gecompenseerd. Een scheef zadel, een te zware ruiter, een ruiter die scheef zit en overgewicht bij het paard kunnen ook voor overbelasting zorgen en zo een negatief effect hebben op het SI-gewricht. “En in sommige gevallen weten we niet waarom een paard klachten ontwikkelt in het SI-gewricht”, aldus Don.


Black box


Don: “Dat het SI-gewricht voor grote problemen kan zorgen, is jarenlang weggeschoven vanuit de academische wereld. Lang werd gedacht dat problemen in de beweging altijd vanuit de benen kwamen. Daarna kwam er een beweging op gang die alle problemen aan kissing spines wijdde. Omdat het SI gewricht maar klein is, zou het voor weinig problemen kunnen zorgen. Maar ga maar na: als je artritis in je vinger hebt, dan heb je daar echt wel last van.” Marleen vult aan: “Het SI-gewricht is klein, maar vormt wel een heel belangrijke schakel. Juist omdat er in het bekkengebied megaveel overbrenging van beweging plaatsvindt.” Don: “Dat het SI-gewricht lange tijd een ‘black box’ is gebleven, komt doordat het gewricht niet kon worden bekeken. Het ligt diep in het bekken, onder een grote spiermassa. Het is van buitenaf niet te voelen en kon lange tijd ook niet in beeld worden gebracht. Mede dankzij de ontwikkeling van de echografie en scintigrafie (scan waarbij eerst radioactief materiaal wordt toegediend, red.) is er steeds meer kennis vergaard over bekkenproblemen. Eén van de pioniers op dit gebied was professor Jean-Marie Denoix. Hij heeft het echografisch onderzoek van het bekken mede ontwikkeld en het verband aangetoond tussen bevindingen die op de echo zichtbaar zijn en ook daadwerkelijk in het paard aanwezig zijn.” echografie van het bekken kan niet door iedere paardendierenarts worden uitgevoerd. Gespecialiseerde dierenartsen die zijn opgeleid en het examen hebben afgelegd bij professor Jean-Marie Denoix zijn te herkennen aan de titel Certified Member of ISELP. Deze dierenartsen zijn specialistisch opgeleid op het gebied van het bewegingsapparaat van het paard. Zij kunnen het paard onderzoeken in zijn beweging om te kijken wat er niet goed gaat en met een scan onderzoeken waar de oorzaak van de klacht zit. Ook Don deed de opleiding en het ISELP examen.


‘Het SI-gewricht is klein, maar vormt wel een heel belangrijke schakel’


Onderzoek


Don: “Het vaststellen van SI-problemen is geen kwestie van een simpel testje. als een paard met een dikke kogel bij mij komt, dan weet ik dat de klacht daar zit. Bij Si-problemen zijn de klachten zoals gezegd vager. En die klachten kunnen ook op andere problemen wijzen, zoals lage rugpijn. Of kreupelheid. Een paard met een kreupelheid aan een been kan ook steeds overkruist aanspringen. Soms lijkt een klacht uit het SI-gewricht te komen, maar blijkt uit de echo dat het lumbo-sacraalgewricht afwijkingen vertoont. Die twee gewrichten liggen maar twee tot drie centimeter uit elkaar. ik kan van buitenaf niet altijd voelen waar de afwijking zit.” Onderzoek begint altijd met een onderzoek van het gehele paard. Don: “eerst wil ik het paard zien bewegen, daardoor kan ik een inschatting maken van hoe het dier wordt beperkt in de beweging. ik bekijk het paard op de rechte lijn, op de volte en op de slangenvolte zowel op harde als zachte ondergrond. Ik onderzoek de gehele rug en check de buigreflexen. Als ik een verdenking heb op het Si-gewricht, dan maak ik een echo. Dit is een inwendige echo die ik transrectaal doe. Bij voorkeur wordt het paard gesedeerd, zodat ik zo veilig mogelijk kan werken. Het is een kort onderzoek van meestal een minuut of vijf dat mij een hoop nuttige informatie oplevert. Ook wil ik het liefst een ruim gedeelte van de rug op de foto zetten. De rug van het paard is een keten, en ik wil bekijken waar de klacht is begonnen. Het is heel lastig om op de centimeter te zeggen: daar zit het.”


‘Het vaststellen van SI-problemen is geen kwestie van een simpel testje’


Behandeling


Don: “na de diagnose volgt behandeling. Bij artrose proberen we door het inspuiten van pijnstillers en ontstekingsremmers ervoor te zorgen dat de pijn verdwijnt en spieren weer kunnen ontspannen. Op die manier moet de mobiliteit van het gewricht weer toenemen. Vervolgens is fysiotherapie en revalidatie nodig om het dier die beweeglijkheid te laten benutten. als je een paard met artrose na behandeling stilzet, wordt het gewricht nooit soepel. in sommige gevallen kunnen we met bisfosfonaat-infusen de botoplossing remmen. Als uit de echo blijkt dat alle structuren intact zijn en ik geen afwijkingen aan het SI-gewricht of andere gewrichten vind, dan is dat óók informatie. Dan kan het zijn dat spieren in zo’n kramptoestand zijn waardoor het paard moeilijker beweegt. Op dat moment plannen we fysiotherapie en chiropractie in. Marleen: “ik bekijk het paard opnieuw in beweging, zowel rechtuit als op de volte en op harde en zachte bodem. eventueel zie ik het dier ook bewegen onder het zadel. Daarna doe ik een bewegingsonderzoek van de wervelkolom. als een gewricht beperkt is, probeer ik met mobilisatie en manipulatie het gewricht zijn normale bewegingsmogelijkheid terug te geven. Wanneer de spierspanning te hoog blijft, pas ik ook vaak dry needling toe. Als de spierspanning normaliseert, kan het gebied weer functioneler worden gebruikt. naast de behandeling bespreek ik ook altijd met de ruiters wat ze tegenkomen onder het zadel en hoe ze hun paard gymnastiseren. Waar nodig geef ik rijtechnische tips. Andersom gebeurt het ook dat ik een paard onder behandeling krijg en twijfel over de onderliggende oorzaak, dan verwijs ik de eigenaar door naar Don.” Don: “Het goede nieuws is dat een paard met SI-artrose echt niet gelijk is afgeschreven. Met goed management kun je nog heel veel doen. Met bisfosfonaat kunnen botproblemen worden hersteld. Soms betekent dit dat een paard één of twee keer per jaar moet worden ingespoten. We kijken heel goed per dier wat wel en niet mogelijk is. Ook na een flinke blokkade kan met training en herhaalde behandeling door een goede fysiotherapeut en/of chiropractor veel vooruitgang worden geboekt. Mijn advies bij vermoeden van SI-klachten? Schakel hulp in van een ISELP-gecertificeerde dierenarts en laat goed uitzoeken waar de oorzaak van de klacht zit. Hoe eerder je ingrijpt en eventuele behandeling wordt ingezet, hoe beter.”


Praktische oefeningen voor een soepelen SI-gewricht


  1. Longeren

Marleen: “na behandeling adviseer ik eigenaren vaak hun paard te gymnastiseren aan de longe. Daarmee bedoel ik niet het paard ‘rondslingeren aan een touwtje’, maar bijgezet trainen. Met goed longeren kun je veel bereiken en je leert op een andere manier naar je paard kijken dan wanneer je erop zit. als je paard na een paar dagen fijner oogt dan voor de behandeling kun je weer rijden en de training oppakken.”


2. Galop!


Marleen: “als een paard makkelijk galoppeert, dan zou ik dat zeker gebruiken als oefening om het Si gewricht aan te spreken en het bekkengebied te trainen. Schakel veel in tempo: drie sprongen naar voren, drie verzameld. Het bekken moet kantelen, het paard moet de buikspieren aanspannen, de bovenlijn ontspannen, de heupbuigers aanspannen en de lendenen hol en bol maken. Uiteraard rustig opbouwen!”


3. Stretchen


Marleen: “Met de juiste buigingsoefeningen kun je je paard soepel en sterk maken in het bekkengebied. Heel handige ruiters doen buigingsoefeningen onder het zadel, maar in de praktijk is dat vaak nog best lastig. in dat geval zijn dagelijkse buigingsoefeningen op de grond hartstikke goed om je paard soepel te maken en te houden. Het is een soort yoga voor je paard. als je iets lekkers, zoals een wortel of een lick it-blok, tussen de voorbenen houdt en zo de neus van je paard tussen de voorbenen brengt dan moet hij zijn bovenlijn opbollen. Ook de lengtebuiging kun je trainen door naast de schouder te gaan staan en het paard met zijn hoofd en hals om je heen te laten buigen, steeds een beetje verder richting het bekken. als je dat goed doet, moet je paard de bovenlijn opbollen, de buikspieren aanspannen en het bekkengebied stabiliseren om te blijven staan. Narelle Stubbs heeft een stap-voor-stap beschrijving van deze carrot-stretching oefeningen ontwikkeld (boek en dvd activate Your Horse’s Core). Herhaal iedere oefening tien keer en houd steeds twintig seconden vast. Bouw rustig op en oefen met beleid. Succes valt en staat met discipline. als je paard het nodig heeft, kun je op deze manier spiergroepen helpen ontwikkelen.”


Bron: Bitmagazine.nl