grazen details
grazen details

De lever: een onmisbaar manusje van alles

Nieuws

De lever van je paard is geen onderwerp waar je dagelijks bij stilstaat. Eigenlijk heel onterecht. Dit orgaan verdient meer eer als je nagaat wat het allemaal doet. Zonder gezonde lever geen gezond paard. Maar waar zorgt dit orgaan precies voor en wat maakt het zo’n onmisbaar manusje van alles? Internist Marco de Bruijn van Dierenkliniek Wolvega legt het uit.


Bij een paard is de lever relatief klein als je het vergelijkt met de mens of een hond. Hij ligt iets boven het midden van de buik aan de rechterzijde, beschermd door de ribbenkast. De lever bestaat uit twee grote ‘kwabben’ en twee kleinere en heeft enigszins de vorm van een langwerpige driehoek, met de punt in de richting van het hoofd. Het is een zeer sterk doorbloed orgaan. Vandaar ook dat het bij verwondingen of scheuren vaak niet goed afloopt, want dan verliest een paard snel erg veel bloed.

De lever is eigenlijk een soort chemisch laboratorium met meerdere functies die allemaal belangrijk zijn. De meeste mensen weten wel dat de lever een rol speelt bij het verwijderen van gifstoffen uit het lichaam. Alles wat in de maag en darmen wordt verteerd en in het bloed wordt opgenomen, gaat door de lever. Daar wordt het bloed gefilterd en gereinigd, waarna het ‘schoon’ teruggaat naar het hart. Met die zuiverende werking moet ook rekening worden gehouden bij het toedienen van medicijnen. De werkzaamheid daarvan wordt aangetast door de ontgiftende acties van de lever, maar bij medicamenten wil je dat nou juist net niet. Farmaceutische bedrijven houden daarom rekening met de lever bij het bepalen van de hoeveelheid werkzame stof die ze in een medicijn stoppen. En dat kan juist weer problemen opleveren bij oudere paarden waarbij de leverfunctie afneemt of bij aandoeningen waardoor de lever slecht functioneert.

Bruine poep


Er wordt door de lever nog meer gefilterd. Het afvalproduct dat overblijft als rode bloedcellen worden afgebroken, heet bilirubine. De lever haalt dit uit het bloed en loost het in de darmen. Het veroorzaakt de bruine kleur van poep. Als er iets mis is met de lever en het bilirubine niet uit het bloed wordt gezeefd, hoopt het op in het lichaam. We zien dat in de vorm van een gele verkleuring van slijmvliezen en oogwit. Geelheid is een typische indicatie voor een leverprobleem. Bij een paard zie je dat door de beharing minder snel. Door onder de bovenlip te kijken, zal een dierenarts controleren of er verkleuring van slijmvliezen is te zien.
‘Bij paarden stroomt de gal meteen door naar de dunne darm’

In de lever wordt bovendien gal geproduceerd, wat een rol speelt bij de vertering en omzetting van vetten. Er is hierbij één groot verschil met de mens. Wij hebben een galblaas, een soort zakje waarin de in de lever geproduceerde gal wordt verzameld. Bij paarden stroomt de gal meteen door naar de dunne darm. Er wordt dagelijks zo’n zes liter galsap geproduceerd. Het verandert vetten in kleine eenheden, zodat verterende enzymen er beter bij kunnen.

Laboratorium


Vetten die via het bloed in de lever komen, worden daar bewerkt. Een deel ervan gaat, in een andere vorm, terug in het bloed, waarna het als energievoorziening naar de spieren wordt vervoerd of wordt opgeslagen in vetreserves voor slechtere tijden. Er worden ook hormonen en gal mee gemaakt. Een deel wordt in de lever zelf opgeslagen, net als ijzer en een aantal vitaminen. Aminozuren worden in de lever omgezet in lichaamseigen eiwitten. Die zijn nodig voor spieropbouw, het afweersysteem en de bloedstolling. Het afval dat vrijkomt bij dit proces kennen we als ammoniak. Dat wordt veranderd in ureum en via het bloed naar de nieren getransporteerd, waarna het als urine het lichaam verlaat. Koolhydraten, zoals glucose, ondergaan een bewerking zodat ze beschikbaar worden als energievoorziening voor de spieren.

Behalve een omzettingslaboratorium is de lever ook een regelcentrum. Het orgaan probeert namelijk de bloedsuikerspiegel zo constant mogelijk te houden. En het produceert het eiwit albumine, dat als een soort drukregelaar tussen weefsels en de bloedbaan functioneert. Albumine is het belangrijkste transporteiwit in de bloedbaan en zorgt tevens voor de osmotische druk: het trekt door zijn concentratie in het bloed water aan, waardoor er genoeg vocht in de bloedbaan blijft.

Herstelvermogen


De lever is dus een belangrijk orgaan en het mag duidelijk zijn dat het niet best is als er iets mis mee is. Aan de andere kant staat de lever echter ook bekend om het grote regeneratievermogen. Als bij mensen slechts een deel wordt getransplanteerd, dan groeit dit, als alles goed gaat, zowel bij de donor als bij de ontvanger aan tot een volwaardige lever. Overigens is transplantatie bij paarden niet aan de orde.

Maar hoe weet je of er iets mis is? Afgezien van verwonding, wat zelden voorkomt wegens de ligging in de boog van de ribbenkast, is dat lastig. Symptomen doen zich namelijk pas voor als al zo’n zestig à zeventig procent van de lever stilligt. En in dat geval ziet de toekomst er niet rooskleurig uit. Gele slijmvliezen zeggen wel iets, maar niet alles. Ongeveer tien procent van alle paarden heeft enigszins geel gekleurde slijmvliezen in combinatie met een uitstekend werkende lever. Meestal wordt leverschade ‘toevallig’ ontdekt als bij een bloedonderzoek blijkt dat de ammoniakspiegel erg hoog is of wanneer het paard vage klachten vertoont als vermageren, slecht eten of sloomheid. Voor de kenners: er wordt dan gekeken naar de GammaGT en GLDH-waarde. Maar dat zegt nog niets over de oorzaak. Voor onderzoek ligt de lever onhandig weggestopt achter de ribben. Het is met moderne echoapparatuur wel mogelijk om het formaat en de structuur te controleren, maar een biopt geeft meer informatie. Daarbij wordt een stukje lever voor onderzoek verwijderd. Gezien het herstelvermogen van het orgaan is dat niet erg.
 ’Vergiftiging is één van de bekendste oorzaken voor leverschade’

Vergiftiging


Leverproblemen gaan meestal gepaard met symptomen die zo algemeen zijn dat ze niet direct aangeven wat er loos is. Je moet daarbij denken aan vermagering, gedragsveranderingen, koliek, donkere diarree of bloederige urine, koorts, lusteloosheid, spiertrillingen, krampen, lichtgevoeligheid of neurologische symptomen in de vorm van coördinatieproblemen. Wel enigszins specifiek zijn dus die gele slijmvliezen, hoewel na enige dagen vasten slijmvliezen ook geel verkleuren. Als bij één paard een leverprobleem wordt vastgesteld, loont het de moeite om ook de andere paarden op stal te laten controleren. Soms is de oorzaak iets waarmee ze allemaal in aanraking zijn geweest. Vergiftiging is één van de bekendste oorzaken voor leverschade. Berucht in dat opzicht is het Jacobskruiskruid, een plant die bij honger en in gedroogde vorm door sommige paarden wordt gegeten. Maar er zijn veel meer mogelijkheden. Schimmels in verontreinigd krachtof ruwvoer kunnen zogenaamde mycotoxinen veroorzaken. Stervende bacteriën in de darm door bijvoorbeeld koliek kunnen giftige stoffen opleveren, evenals bacteriën bij infectieziekten als droes, salmonella en herpes. Medicijngebruik, zelfs als het plantaardige medicatie betreft, kan het de lever ook moeilijk maken. Bij vergiftiging is het dus belangrijk om uit te zoeken wat de oorzaak is. Is dat het voer of een plant in de wei, dan moet uiteraard worden voorkomen dat paarden daar opnieuw mee in aanraking komen.

Leverbot


Bij chronische, al lang bestaande problemen, waarbij de lever zich niet hersteld, maar bindweefsel vormt, is de prognose niet gunstig. Bij acute gevallen van vergiftiging kan de dierenarts proberen een infuus toe te dienen om de gifstoffen weg te spoelen. Pas op met het zomaar geven van ontgiftende kruidenkuren. Als er al enige leverschade is, kan zoiets juist een aanslag betekenen op het nog wel werkzame deel.

Hepatitis is een ontsteking van de lever die bij paarden gelukkig vrij zeldzaam is. De symptomen zijn acute hoge koorts en geen reactie op antibiotica. Er wordt gedacht dat virussen en stress hepatitis kunnen veroorzaken.
‘Leverboteitjes worden niet gevonden bij een standaard mestonderzoek’

Er duikt de laatste tijd bovendien verontrustende informatie op over de leverbot. Dat is een parasiet die vooral bekend is onder schapenhouders, maar steeds vaker zijn weg naar de ingewanden van een paard lijkt te vinden. De larven leven in slakjes die in natte weiden voorkomen. Eet een paard ze op, dan kruipen de larven naar de lever, waar ze onherstelbare schade aanrichten. Leverboteitjes worden niet gevonden bij een standaard mestonderzoek. De diagnose stellen is dus lastig. Staat het paard in een natte wei waar ook schapen of koeien hebben gestaan, dan is het oppassen. Er is een speciaal middel nodig om leverbotten te bestrijden, de bekende wormmiddelen hebben geen effect op deze parasiet.

Vetreserve


Bloedvervetting of hyperlipeamie is een aandoening die voornamelijk voorkomt bij te dikke pony’s van een sober ras die plotseling op een streng dieet worden gezet. Maar het komt soms ook voor bij hoogdrachtige paarden die te weinig te eten krijgen en alles wat binnenkomt aan het veulen doorgeven. Ook oudere paarden met PPID, voorheen bekend als de ziekte van Cushing, vormen een risicogroep, omdat door onbalans in hun hormoonspiegel de opname van voedsel verstoord kan raken.

Bij hyperlipeamie spreekt het lichaam de vetreserves aan op een te enthousiaste wijze, zodat er ineens heel veel vet vrijkomt. Het bloed verdikt hierdoor en kan niet meer door dunne vaatjes. Daarnaast hoopt er te veel vet op in de lever, die daardoor als het ware verstikt. De pony wordt sloom, eet en drinkt niet meer en vaak is de ademhaling versneld. Een opvallend verschijnsel is dat de adem vies ruikt. Als de dierenarts er op tijd bij is, voordat de lever en de andere organen te veel schade hebben opgelopen, biedt een infuus met glucose uitkomst. Nog beter is het om het te voorkomen door een dieet geleidelijk en in overleg met je dierenarts in te voeren.