200601094_ABFweb
200601094_ABFweb

Strikjes en knoopjes: Ken jij deze 7 wedstrijdoutfit-tradities?

Training

Sinds de KNHS enkele jaren geleden de regels voor wedstrijdkleding versoepelde, kom je in de ring de meest unieke outfits tegen: het is bíjna een modeshow geworden. Hoe bont je jouw outfit ook maakt, in de basis bestaat hij uit hetzelfde: een colbertje, lichte rijbroek, hoge laarzen en een cap. Maar… waar komt deze outfit eigenlijk vandaan? Waarom zitten er knoopjes achterop je jasje? En waarom hebben sommige caps een strik? 

1. Twee knoopjes achterop je wedstrijdjasje

De wedstrijdkleding zoals wij deze nu kennen, vindt zijn oorsprong in de vossenjacht. Heel veel details van je wedstrijdoufit hebben dan ook te maken met de jacht-etiquette. Neem nou die twee kleine knoopjes achterop je colbertje.  Die twee knoopjes zijn eigenlijk bedoeld om het teruggeslagen voorpand van je jasje aan vast te maken.  Zo zit je jasje niet in de weg als je opstapt. Tegenwoordig zitten er meestal alleen nog knoopjes op een slipjas, maar niet meer op normale jasjes. Tenzij het bedoeld is als extra bling natuurlijk! 

2. Strikjes

In tegenstelling tot 20 jaar geleden zie je het niet vaak meer, maar zo af en toe kom je nog wel eens een cap tegen met een strikje achterop. Dat strikje zat er vroeger niet voor de sier, maar zorgde ervoor dat de regendruppels niet in je nek druppelen. Eigenlijk best handig!

Is het je trouwens wel eens opgevallen dat het strikje soms op zijn kop zit? Nee, dat is geen foutje: zo hoort het zelfs! Volgens de jacht-etiquette mogen alleen de professionele leden van de jachtvereniging - zoals de huntsman, master en de whipper-in - hun strikje rechtop dragen. De amateurs hebben het strikje op zijn kop. De gedachte hierachter is dat de professionele leden de jacht (ondanks de regen) moeten voortzetten, terwijl de amateurs ervoor kunnen kiezen om ergens te gaan schuilen.  

3. Gekleurde jachtkap

Net zoals het strikje, zegt ook de gekleurde jachtkap op een laars iets over de rol van een lid in de jachtvereniging. Je mag alleen met een bruine jachtkap rijden wanneer jouw functie dat toestaat. In de wedstrijdring maakt dat tegenwoordig helemaal niets meer uit. Een jachtkap van kroko-leer of steentjes is juist helemaal hot!

4. Knoopje los

Pakdragende mannen en vrouwen weten misschien wel dat je het onderste knoopje van je colbert niet dicht doet. Op wedstrijd zie je dat eigenlijk nooit, maar officieel ‘hoort’ het wel. Er zijn verschillende theorieën waarom dat knoopje niet vast zit. De grappigste? Blijkbaar was er ooit een Britse koning die door z’n bolle buik het knoopje niet dicht kreeg als hij in het zadel zat. En tja, als de koning het knoopje niet dicht doet: dan mag niemand ‘m dicht doen!

5. Ronde of vierkante sporen

Er zijn natuurlijk heel veel verschillende soorten sporen, maar wist je dat vrouwen volgens de etiquette alleen sporen mogen dragen met een vrouwelijke, ronde afwerking en een rond staafje en mannen alleen plat-afgewerkte sporen met vierkante staafjes? En… een laars zonder spoor is volgens de traditie echt een no-no. Gelukkig weten we tegenwoordig wel beter! 

6. Vijf, vier of drie knopen

Hoe veel knopen heeft jouw wedstrijdjasje? De meeste jasjes hebben er drie of vier. Het aantal knopen zegt volgens de traditie iets over je rang. De huntsman heeft er vijf, terwijl de veldruiters er maar drie op hun jasje mogen hebben!

7. Veters

Laarzen met een veter zijn ideaal voor mensen met een hoge wreef en zorgen ervoor dat je laars een mooie, slanke pasvorm om je enkel heeft. Maar wist je dat laarzen met veters oorspronkelijk alleen gedragen mochten worden door officieren met een rang van majoor of kolonel? Gelukkig hebben we ook die traditie achter ons gelaten!

Bron: Bit & Cap, Chasing A Fox

140317071_ABFweb