Kalkoenen
Kalkoenen

Voorkom glijpartijen, vergeet op gras je kalkoenen niet!

Nieuws

Er klinkt een kreet vanuit het publiek als in de klasse L een paard in de bocht op de grasbodem onderuit gaat. Gelukkig komen paard en ruiter met de schrik vrij, ze staan allebei ongedeerd op. Het paard heeft geen ijzers. “Hoogst onverstandig”, vindt hoefsmid Douwe Dokter. “Als je wilt sporten op gras, horen kalkoenen erbij.”


Kalkoenen, proppen, studs, springschroeven… er zijn tal van benamingen voor de blokjes die je in de ijzers van een paard kunt bevestigen als daar een schroefdraad is ingeboord. Volgens hoefsmid Douwe Dokter is het gebruik ervan echt nodig als je op gras wilt starten. “Het maakt eigenlijk niet zo veel uit wat voor klasse of discipline je rijdt. Als je op gras start, vind ik het jouw plicht als ruiter om te voorkomen dat je paard uitglijdt. Op een zandbodem is het uiteraard niet nodig, maar op gras altijd. Het is verbazingwekkend dat mensen daar nog steeds risico’s mee nemen. Je paard hoeft maar één keer een beetje weg te glijden en zijn vertrouwen is weg. Of dat van de ruiter. helemaal als het iemand is met nog niet zo veel ervaring, een kind op een pony bijvoorbeeld. Je wilt die onzekerheid toch niet?” Als een paard valt of in een hindernis glijdt, kun je akelige blessures oplopen. “Ik snap dan ook niet dat iemand wel een duur zadel, dekje, trailer en auto en weet ik wat al niet meer koopt om goed voor de dag te komen, maar niet investeert in veilig hoefbeslag met gaten en kalkoenen. Dat hoort er ook gewoon bij. Als je dat niet wilt, moet je geen wedstrijden gaan rijden.”

Dauw


Sommige ruiters geven aan dat hun paard op blote voeten heus wel genoeg grip heeft. “Geen beslag is beter dan ijzers zonder kalkoenen. Als de bodem goed droog is en het is een lichte pony, dan kan het misschien nog in de dressuur. Maar er hoeft maar een beetje dauw op het veld te liggen en het wordt al te glad. Zeker als iemand in een lagere klasse zijn paard nog niet zo goed in balans kan houden of ‘uit elkaar’ laat vallen. Je gaat zo aan het glijden. Bij het springen zou ik het helemaal nooit doen. Ook niet bij pony’s.” Er zijn paarden die alleen voor op ijzers staan. Is het voldoende om alleen vóór kalkoenen te zetten? “Een paard heeft vier benen en kan met alle vier net zo hard uitglijden. Het blijft een halve optie, dus het is in mijn ogen echt niet afdoende. Het is geen ingewikkeld verhaal. Op gras rijden betekent rondom op scherp.”

Vette watten


Kalkoenen steken uit. Bij paarden die wat lastiger zijn op een wedstrijdterrein worden ze soms thuis alvast ingedraaid. dat is een risico. Als een paard in de trailer of
vrachtwagen uit balans raakt, kan hij zichzelf verwonden. daar heeft de handel een handig hulpstukje op bedacht dat je onder het ijzer kan klikken, zodat de kalkoenen niet langer uitsteken. Ook goede beenbescherming en springschoenen zijn in zo’n geval belangrijk. Dokter: “Maar het is natuurlijk beter om ze er pas op het wedstrijdterrein in te draaien. Als je de gaten thuis goed schoonmaakt met een hoefnagel en je doet er een propje vette watten in dat je er later weer zo uitwipt, is het een fluitje van een cent.” Dokter waarschuwt tegen het te vaak ‘optappen’ van de schroefdraad. “daarmee kun je hem ook ‘lam’ maken. Als je er niet zo handig mee bent, verniel je de schroefdraad dan juist. Als de smid de schroefdraad goed verzinkt, is tappen niet steeds nodig.”

Futuristisch


Er zijn tegenstanders van ijzers die vinden dat door het gebruik van kalkoenen de schokbrekende werking van het onderbeen wordt belemmerd. Normaal glijdt een hoef iets door om de impact op de grond af te zwakken. Met kalkoenen staat de voet ineens stil en komen alle krachten op het been. Volgens Dokter valt dit reuze mee, omdat de ondergrond zacht is. “Voetballers gebruiken ook speciale schoenen om grip te hebben op gras. Je kunt bij een paard kiezen tussen grote en kleine kalkoenen. gebruik de kleine, wat eigenlijk de ponymaat is, als het droog is en neem een maatje groter in de blubber. Twee maten meenemen is genoeg, dat hoeft geen kapitalen te kosten. Je ziet ook wel van die idioot grote kalkoenen. ik vind dat niks. Je hebt de meest futuristische soorten en modellen tegenwoordig. het gaat gewoon om grip. Ze zijn allemaal wat hoekig, want dan kan je ze met een sleuteltje in het ijzer draaien. Welk model je neemt, maakt echt niet zo veel uit als het de grond raakt.”

Wat volgens Dokter wel prettig is, is een exemplaar met een of twee groefjes van beneden naar boven. “Dat zorgt ervoor dat het vuil dat nog in de schroefdraad zit weg kan. Sommige exemplaren hebben zo’n puntje aan het uiteinde, een widiapunt heet dat. Daar slijten ze minder door. Dit puntmodel wordt op het ijs gebruikt. Dan heb je vier kalkoenen per hoef nodig, twee aan de achterkant en twee aan weerzijden van de teen. Dit model is niet alleen bedoeld om de wereldkampioen schaatsen mee rond te rijden met een arreslee in Thialf. In Scandinavische landen hebben ze een groot deel van het jaar omstandigheden waarin die dingen nodig zijn.”

Frictie


Traditioneel zitten de kalkoengaten aan het einde van de takken van een ijzer. daar is namelijk de meeste plek. “Voor de meeste houvast zou het beter zijn om ze halverwege de tak te zetten, maar daar zit de rits voor de nagelgaten al”, zegt Dokter. in de springwereld zie je ook wel ijzers met meerdere kalkoengaten. “ik denk dat dat overdreven is. Je moet ook een beetje kunnen rijden en je paard voldoende in balans houden in de wendingen.” het is volgens Dokter wel zo dat als je regelmatig op kalkoenen rijdt in allerlei verschillende weersomstandigheden, de kwaliteit van de hoef afneemt. “er komt inderdaad wat meer frictie op het ijzer, waardoor hoeven gaandeweg de zomer enigszins aftakelen. dat is in mijn ogen nog altijd beter dan uitglijden. Als je maar regelmatig de smid erbij haalt – en daarmee bedoel ik elke zes tot zeven weken – dan is dat niet zo’n probleem. in de winter trekt dat wel bij en knappen ze weer op. er zijn ook mensen die aan de binnenkant een kleine kalkoen doen en aan de buitenkant een grote. ik zou dat niet doen. Twee kalkoenen van dezelfde maat betekent een gelijkere belasting, dat is beter.”

Mennen


Voor dressuur en springen staat het gebruik van kalkoenen op gras niet ter discussie, vindt Dokter. Voor aangespannen rijden is het verhaal anders. “Menners moeten vaak een stuk over de weg. dan moet je ze niet onder doen. dat geeft wel wat meer risico in marathonhindernissen. Maar staan er meer paarden voor de wagen, dan houden die elkaar ook wel een beetje in evenwicht. In Engeland gebruiken ze in zo’n geval ‘concave’ ijzers. Onze ijzers hebben een korte rits voor de nagels. Die Engelse ijzers hebben een diepe, helemaal doorlopende groef, ook in de teen. De binnenrand is schuin, zodat de aarde er gemakkelijk uitvalt. dat geeft veel grip. in Nederland zie je die niet. Dat is jammer, want dat biedt juist bij zoiets als aangespannen wedstrijden met onderdelen op gras een meerwaarde.”

Welke kalkoenen?



  • Harde bodem: zo klein mogelijke, smalle blokjes

  • Zachtere of drassiger ondergrond: groter blokje van 10 tot 15 millimeter voor meer grip

  • Extreem harde grond (bijvoorbeeld klei of leem): puntige kalkoenen, meestal met harde kern, zodat ze makkelijk in de grond prikken

  • Op ijs: puntvormig met een harde kern


Bron: Bit 248