131110734_ABFweb
131110734_ABFweb

Tip Johan Hamminga: zo train je een gespannen paard

Nieuws

Elke week krijg je een tip van een deskundige. Deze week is de tip afkomstig van trainer Johan Hamminga.

[caption id=”attachment_45827” align=”alignright” width=”232”] Johan Hamminga[/caption]

“Gert van den Hof gaf de pen aan mij door en vroeg zich af of ik tips had voor de omgang met hete, gespannen paarden. Allereerst maakt het veel verschil of je een gespannen paard hebt omdat hij zich niet aan de hulpen laat stellen. Dat zou goed kunnen. Er zijn paarden die niet willen dat je eraan zit en dan weglopen, beginnen te draaien of wegspringen.

Druk van de leiding


Maar er zijn ook paarden die bij meer verzameling, gespannen worden. De bespiering spant zich meer op om het skelet heen, daar worden ze gevoeliger en vlugger van. Daarbij speelt de hoofd-hals houding een belangrijke rol. De halslengte kun je zien als een kraan die je open of dicht draait. Als je de kraan open draait (het verlengen van de hals) dan loopt de druk van de leiding af. Denk aan een waterkraan die je opent. De druk en de spanning vloeien af. Als je de hals inkort, dan loopt de druk steeds hoger op en druk wordt uiteindelijk spanning.

Druk of spanning


Wat is nou eigenlijk het verschil tussen druk en spanning? Het is belangrijk om deze twee van elkaar te kunnen onderscheiden. Spanning is ongecontroleerd en onbeheersbaar. Druk is regelbaar en gecontroleerd. Bij druk ontwikkel je de spieren op de juiste manier op de goede plek. Bij spanning ontwikkel je spieren op een verkeerde manier op de verkeerde plek. Paarden die onder spanning lopen hebben een strakke, holle rug, een hoog croupe en een prikkelige beweging. Paarden die met de juiste druk worden gereden lopen veerkrachtig, met cadans, schwung en losgelatenheid. Deze paarden ontwikkelen zich op de goede manier.

Lage lijn


Paarden die op spanning lopen werk ik altijd in een lagere lijn, zodat ik er altijd met mijn hulpen bij kan. Ik doe er alles aan om te voorkomen dat het paard de hals verkort of omhoog brengt. Ik probeer de drukregelaar, de kraan, beter bedienbaar te krijgen. Dit doe ik met veel tempowisselingen, een half pasje opzij, een stukje schoudervoor, blijven werken. Iedere keer dat ik hem uitvouw wil ik weten of hij mijn hand volgt. Zo niet, dan moet ik verder werken, zodat ik de controle niet kwijtraak.”

“Ik geef de pen graag door aan Diederik van Silfhout. Hij traint heel veel paarden, en ook de moeilijkere dieren krijgt hij altijd goed voor elkaar. Ik ben benieuwd naar de sleutel die hij gebruikt om dat te bereiken.”

Bron: Bitmagazine
140923006_ABFweb