Afbeelding

Wijken vanaf de AC-lijn

“Wijken doe je eigenlijk altijd voor je binnenbeen. Tenminste, als je het vanaf de AC-lijn doet, zoals dat in de proeven gevraagd wordt”, begint Daantje. “Daarbij wil je dat je paard stelling heeft, dus dat hij net een beetje naar binnen kijkt dus tegen de rijrichting in en geen lengtebuiging heeft om je been heen. Wijken met lengtebuiging kan op zich wel, voor het gymnastiseren van je paard is dit heel waardevol. Maar voor je proeven heb je het niet nodig en wil de jury het ook eigenlijk niet zien.” Daantje laat zien dat ze Leote eerst rechtstelt wanneer ze de AC-lijn oprijdt en hem dan pas voor haar binnenbeen opzij zet. “Dit doe ik om te voorkomen dat mijn paard meteen gaat wijken zodra ik afwend; je moet de AC-lijn ook rechtuit kunnen blijven rijden. Daarom is het belangrijk dat, als je met wijken gaat oefenen, je net zo vaak rechtuit gaat op de AC-lijn als dat je gaat wijken.” Waar je verder op moet letten volgens Daantje, is dat de schouder altijd eerst gaat. “Als de achterhand voorgaat, dan klopt de oefening eigenlijk niet meer. Dan gaat hij te hard en heeft de oefening niet meer het bedoelde gymnastiserende effect.”