Tine Dewulf bij VZW Zeekrekel
Tine Dewulf bij VZW Zeekrekel

Ezels gezond houden

Hoe een ezel eruit ziet weten we allemaal, maar wist je ook dat ezels gemiddeld vaker hoefonderhoud nodig hebben dan paarden? In dit artikel leer je de 'ins' én 'outs' van het ezelhouden.


Tekst: Tine Dewulf | Foto's: Mieke Syryn

Voor het tegemoet komen aan de noden van ezels, is het belangrijk dat we kijken naar waar ze vandaan komen en hoe ze leven in het wild. Oorspronkelijk komen ezels uit Afrika, waar ze dorre woestijnen trotseren, vele kilometers over rotsachtig terrein afleggen en vezelrijke gewassen eten. Wel een verschil met onze ‘achtertuin-ezels’, niet waar?

Voerbehoefte

De voerbehoefte van ezels is dus behoorlijk anders dan is te vinden in onze weilanden, vol met kort, groen, mals, sappig en eenzijdig gras. Je doet er goed aan op zoek te gaan naar gerststro en dat eventueel te mengen met een kleinere hoeveelheid tarwe- en haverstro. Idealiter is het biologisch en hoogwaardig van kwaliteit. Let op dat je stro niet stoffig is. Is je ezel te dik, laat het haverstro dan weg. Het stro vul je aan met hooi, liefst zo arm mogelijk in suikers. Wist je dat je met een refractometer zelf de suikers kunt meten? Ezels hebben een grotere behoefte aan calcium. Een kleine hoeveelheid bietenpulp, een liksteen en een balancer zorgen hiervoor. Je kan met regelmaat wat takken en kruiden te voeren. Op internet zijn tal van websites te vinden met lijsten waarop staat wat veilig is om te voeren. Zet een ezel liever niet op een kort afgegraasd weiland. Het beste kun je wachten tot het gras is uitgebloeid. Dan zitten er minder suikers en eiwitten in, maar wel meer vezels. Het gras bestaat dan vooral uit stengel en minder uit blad.

Overgewicht

Overgewicht is een erg groot probleem hier bij ons. Het komt vooral door ons weelderige gras en rijke hooi. We moeten in onze huisvesting moeite doen om het aan te passen aan de natuurlijke noden van het dier dat we willen houden. In het geval van ezels kan het goed zijn een paddock van zand en lavagruis of split/kift/gravel te voorzien, of je legt een track-systeem aan met aarde- of zandpaden. De kosten van beide opties verschillen, maar wie creatief is kan low-budget en binnen de regelgeving heel wat kleine aanpassingen maken en zo een wereld van verschil creëren. Ezels hebben veel beweging nodig en door het voer te verspreiden en het gras in bepaalde periodes van het jaar af te sluiten, ben je al een stap dichter bij een gezonde ezel. Als je ezel toch te dik is en moet afvallen, doe het dan vooral héél rustig aan. Je wilt niet dat je ezel bloedvervetting krijgt, want dat is in de meeste gevallen dodelijk. Men zegt dat twee kilo per maand het maximum is om af te vallen.

Koppig?

Ezels zijn lieve, rustige en vooral héél slimme dieren. Ze worden echter vaak verkeerd begrepen. Hun stoïcijnse houding heeft daarmee te maken. Waar paarden eerder vluchten van gevaar, schieten ezels minder snel weg. Ze wantrouwen, verstijven, kijken de kat uit de boom. Als een ezel iets wantrouwt en blijft stilstaan tijdens het wandelen, wordt ten onrechte gezegd dat hij ‘koppig’ is.

Schuilmogelijkheid

De vacht van ezels is niet zo goed bestand tegen regen. Dat komt omdat ezels een dunnere vetlaag op hun huid hebben dan paarden. Een goede schuilmogelijkheid is daarom een must. Evenals vers en schoon water, maar dit geldt uiteraard als basisvoorwaarde voor alle viervoeters.

Hoefverzorging

Aangezien ezels van nature een rotsachtige bodem gewend zijn en ze hier bij ons vooral aarde, gras en modder hebben, kun je je wel voorstellen dat hun hoeven qua groei en slijtage niet in evenwicht zijn. Ezels hebben over het algemeen nog vaker een bekapbeurt nodig dan paarden. De verbinding tussen de hoefwand en het hoefbeen is bij ezels ook iets zwakker dan bij paarden, ze krijgen heel snel last van schimmel. Je huisvesting optimaliseren is dus ook voor de hoeven nuttig: droge plekken, de mest weghalen, veel natuurlijke slijtage …

Hoefproblemen voorkomen

Hoeven bestaan uit hoorn. Goed voer en veel beweging geeft sterk hoorn. Maar dat hoorn mag niet te lang groeien, want dan verliest het al z’n kracht. Alles wat te lang is, zit al snel in de weg, het zorgt voor een verkeerde drukverdeling en kan de hoef gaan vervormen. Het zit bovendien de doorbloeding in de weg. Met frequent bekappen kun je heel wat hoefproblemen voor zijn. Voor een ezel mag je, afhankelijk van omstandigheden en het individuele dier, toch rekenen op een bekapinterval van vier tot acht weken. Wist je dat je ook zélf kunt leren de hoeven van je ezel te bekappen, tussen de bekapbeurten van je hoefverzorger door? Op die manier breng je groei en slijtage meer in evenwicht. Het is bovendien erg leuk om te doen! P

Tine Dewulf, bekapper
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding