Afbeelding
Foto: DaKo Fotografie

De stelling

In deze nieuwe serie geven Fenna Elzinga van opfok en revalidatiecentrum Lelymare en Gisella Bartels van Bartels Horse & Health Instituut iedere aflevering hun professionele, onderbouwde oordeel over een andere, prikkelende stelling. De eerste stelling: “Een peesblessure is gewoon pech.”


Tekst: Fenna Elzinga en Gisella Bartels | Foto's: DaKo fotografie | Illustratie: Jennifer van der Meer

Fenna: "Een peesblessure is in de eerste plaats erg vervelend voor een paard. Er is weefsel beschadigd en dat gaat vrijwel altijd gepaard met pijn en ongemak. Daarnaast staat de combinatie een tijd stil, want na een peesblessure volgt altijd een revalidatieperiode. Een peesblessure blessure lijkt vaak uit de lucht te komen vallen. Ineens staat je paard met een dikke pees of is hij kreupel. Dikke pech. Maar zo simpel is het niet. Heel vaak is een peesblessure niet simpelweg pech."

Verminderde belastbaarheid

"Klopt", gaat Gisella verder. "Er gaat vaak een heel traject aan vooraf, waarbij een opeenstapeling van kleine, vaak nauwelijks zichtbare of voelbare beschadigingen uiteindelijk leiden tot die 'grote' blessure. Zo plotseling als het lijkt te zijn ontstaan is het dus doorgaans niet. En het is dus inderdaad lang niet altijd gewoon pech. Piekbelasting, overbelasting, oververhitting, compensatie door een probleem elders in het lichaam, beslag, bodem en meer kunnen allemaal een rol spelen bij het ontstaan van kleine beschadigingen in de pees. Deze beschadigingen, die soms gepaard gaan met zwelling, gevoeligheid of een lichte kreupelheid, zijn soms aan de buitenkant moeilijk te herkennen. Toch zorgt dit voor een geleidelijk verminderde belastbaarheid van een pees. Tot het moment dat die pees dusdanig minder belastbaar is dat een uitspatting, zware training of iets anders zorgt voor een duidelijk zichtbare blessure."

Bouw en ligging van de pezen

Een pees is de verbinding tussen een skeletspier en de aanhechtingsplaats op het bot. Op het onderbeen vinden de buigpezen aan de achterzijde en de strekpezen aan de voorzijde. De buigpezen, en een klein stukje van de strekpezen, maken onderdeel uit van het passieve sta- apparaat van een paard. Ze voorkomen dat de kogels van een paard op de grond zakken als hij staat en beweegt. De strekpezen vormen de uitlopers van de spieren die zorgen voor het naar voren brengen van het been.De oppervlakkige en diepe buigpees zijn de uitlopers van spieren die aan de achter/binnenzijde van het been lopen, tussen elleboog en carpus en het been buigen. Vanaf de carpus, waar er middels een klein bandje een tussenaanhechting is (check ligament) lopen ze naar respectievelijk het kroonbeen en het hoefbeen. De tussenpees begint bij de carpus en loopt vanaf de kogel naar voren, naar de strekpezen. De tussenpees zit niet vast aan een spier. Een pees is gemaakt van collageen en kan niet, net als een spier actief samentrekken. Een pees kan wel rekken, maar maximaal een paar procent. Als die rek gebruikt is en er wordt vanaf dat punt met veel kracht nog rek gevraagd van die pees, dan ontstaan er scheurtjes in de pees. Van microtrauma van enkele vezels, tot een complete ruptuur of scheur. De belastbaarheid van een pees wordt onder invloed van beweging grotendeels bepaald in de eerste drie levensjaren, daarna kan een pees zich nog maar beperkt aanpassen.


Welke 'pezen'?

Fenna: "Als we het over 'de pezen' hebben bij een paard, dan hebben we het meestal over de buigpezen op de onderbenen van zowel de voor- als achterbenen. Achterop het onderbeen lopen drie pezen (zie kader) die ongelooflijk sterk zijn, maar toch geregeld geblesseerd raken. De pezen zijn toch relatief kwetsbaar. Enerzijds door hun ligging (een paard kan zichzelf makkelijk aantikken), maar zeker ook door hun functie. Ze 'dragen' het lichaam, want ze maken onderdeel uit van het passieve sta-apparaat. Zelfs als een paard stilstaat, staan de pezen op spanning. Kijk maar eens wat er gebeurt bij het doorveren van de kogels in draf en galop, of in de landing na een hindernis. Toch is een gezond lichaam en een gezonde pees bij geleidelijke opbouw met voldoende rust- en herstelmomenten in principe berekend op zijn taak."

Supercompensatie

"De training en de rust- en herstelmomenten zijn inderdaad heel belangrijk", vertelt Gisella. "In principe wordt een paard sterker en fitter van training. Het is echter wel belangrijk dit geleidelijk op te bouwen. Het fitter en sterker worden gebeurt tussen de trainingen, als het paard rust heeft of licht beweegt. Het paard is dan even minder belastbaar maar het lichaam is na 2-3 dagen een heel klein beetje meer belastbaar, supercompensatie noem je dit. Geef je een paard te weinig hersteltijd dan ligt overbelasting op de loer. Maar ook paarden die veelal licht werken en dan ineens lang of zwaar moeten werken (denk aan een fanatieke bosrit met een ongetraind paard) kunnen door deze piekbelasting hun pezen beschadigen. Vermoeidheid zorgt voor een verminderde coördinatie en een verminderd vermogen van spieren om beweging op te vangen."

Oververhitting

"Oververhitting wil ik zeker ook niet vergeten", aldus Fenna. "Bij temperaturen in de pees van boven de 42 graden kunnen eiwitten denatureren. Zie het als eiwit dat stolt: de eigenschappen van het weefsel veranderen hiermee en dit proces is onomkeerbaar. Van nature wordt het been aardig gekoeld door wind die erlangs loopt, maar bijvoorbeeld lappen met bandages kunnen zorgen dat de temperatuur te veel oploopt. Dit zorgt in eerste instantie voor slechts microtrauma, waar je doorgaans niks van zult merken, maar kan op lange termijn een negatieve invloed hebben op de belastbaarheid van peesweefsel."

Compensatie

Gisella: "Een andere oorzaak voor het ontstaan van een peesblessure kan compensatie zijn. Paarden kunnen heel goed compenseren. Stel dat je paard pijn heeft in zijn rug of dat hij rechtsvoor iets gevoelig is. Dan is de kans groot dat hij gewoon doorloopt en een manier zoekt om de beperkte of pijnlijke structuren te ontlasten. Dat kan echter wel zorgen voor overbelasting van andere structuren, zoals bijvoorbeeld een pees linksvoor. Daarom is het belangrijk compensaties in het lichaam serieus te nemen. Een pijnlijke of beperkte structuur is op zichzelf al vervelend, maar kan door compensatie dus ook tot blessures elders in het lichaam leiden."

Trauma van buitenaf en vrije beweging

Toch is er volgens Fenna altijd een bepaald percentage van de peesblessures dat voortkomt uit trauma van buitenaf: "Meestal is dit een blessure aan de oppervlakkige buigpees of de strekpees. Soms is dit pech, maar toch is dit ook niet altijd het geval. De manier hoe een paard is opgegroeid heeft veel invloed op de sterkte van o.a. de pezen. Hoe meer beweging in de opfokperiode (0-3 jaar) hoe sterker de pezen, banden en het gehele gestel is. Maar ook na de opfokperiode is vrije beweging heel belangrijk. Paarden die 23 uur per dag op stal staan en enkel uit de box komen om getraind te worden, hebben meer kans op peesblessures, dan paarden die buiten de training om vrije beweging hebben in de paddock of weide."

sociaal contact

Fenna gaat verder: "Er zijn nog steeds mensen die bang zijn voor blessures als ze het paard buiten zetten. Toch heb je hiermee minder risico op een peesblessure dan als de paarden géén of nauwelijks vrije beweging krijgen. Uiteraard is het wel belangrijk dat het paard veilig buiten kan staan. Voor een paard is het fijn als dat in een groep kan. Dat is beter voor de sociale ontwikkeling van het paard en draagt bij aan de mentale gezondheid. Een drukke groep paarden of een te kleine ruimte voor het aantal paarden kan wel zorgen voor trauma vanbuitenaf. Maar dit is dan ook geen rustige en veilige omgeving. Kijk daarom goed wat voor jouw paard het beste is. Als het voor het paard toch beter is om niet samen te staan, zorg dan voor sociaal contact door een (braaf) paard in de wei of paddock naast het paard te plaatsen, liefst zodat ze aan elkaar kunnen snuffelen. Denk echter ook aan het belang van een veilige bodem en omheining. (Een gladde bodem, teveel modder, stukken puin of een onveilige draad of hek kunnen ook voor problemen zorgen)."

Afwijkende hoefstand

"Een welbekende uitspraak, maar ook echt waar: Een paard met een afwijkende hoefstand heeft een grotere kans op een peesblessure dan een paard met gelijke én een goede hoefstand. Een bokvoet, een platte voet, een Franse of toontredende stand heeft gevolgen voor de belasting van de pezen. Als je paard een afwijkende hoefstand heeft is het heel belangrijk om dit goed te laten begeleiden door je hoefsmid. Eventueel in samenspraak met de dierenarts."

Mogelijkheden

Gisella: "Hoewel de boodschap dat een peesblessure niet altijd alleen te wijten is aan pech misschien wat confronterend is, biedt het ook mogelijkheden! Het betekent dat we door goed management en een doordachte combinatie van training en rust een hoop kunnen voorkomen. En als je in een vroeg stadium een irritatie of beschadiging aan een pees weet op te sporen, kun je erger voorkomen en vaak zorgen voor vlot herstel. De factor pech is nooit geheel uit te sluiten, pech bestaat helaas. Maar ons handelen kan de kans op een blessure wel degelijk vergroten of verkleinen. Dat laatste is positief en biedt mogelijkheden om peesblessures zoveel mogelijk te voorkomen." P

Heb jij ook een stelling voor Fenna en Gisella? Mail 'm naar bit-cap@mp-horses.nl.


Revalidatie van een peesblessure

Een peesblessure kent een lange revalidatieperiode. Gemiddeld duurt de revalidatie 3-6 maanden met soms een uitloop naar een jaar. Uiteraard is dit afhankelijk van de ernst van de blessure. Die wordt vastgesteld aan de hand van een echografie door de dierenarts. In de revalidatie is gecontroleerde beweging heel belangrijk. Er is geen strikte boxrust, maar altijd in combinatie met stappen aan de hand. Hoe beter de gecontroleerde opbouw vervolgens ingezet wordt hoe groter de kans op een succesvolle revalidatie. Een piekbelasting van de pees wil je voorkomen, want dit verstoort het herstel van de pees aanzienlijk. Behandelingen zoals stamceltherapie of PRP (bloedplasma) kunnen het herstel noemenswaardig bevorderen. Ook is bewezen dat lasertherapie en shockwave leidt tot een beter en sneller herstel. Wanneer welke behandeling ingezet wordt is aan de dierenarts. Op revalidatiecentra zijn er faciliteiten aanwezig om de revalidatie extra te ondersteunen. Denk hierbij aan de aquatraining en de vitafloor. De aquatrainer heeft als voordeel dat het paard kan bewegen zonder dat er teveel belasting op de pezen komt. Daarnaast werkt het paard aan balans, stabiliteit en een goed bewegingspatroon. Eventuele compensaties worden zichtbaar en kunnen indien nodig ook behandeld worden door een chiropractor, fysiotherapeut of osteopaat.

Afbeelding
supercompensatie