Afbeelding
Foto: Arnd Bronkhorst - Arnd.nl

Een goede volte rijden

Lastige oefeningen komen in iedere tak van de paardensport voor. Vanaf nu zijn ze geen probleem meer maar een uitdaging. Bit & Cap geeft je tips en tricks om je rijkunst te verbeteren. Deze keer een oefening die je al helemaal aan het begin van je ruitercarrière tegen zult komen, maar die nog net zo goed en vaak wordt ingezet door Grand Prix dressuur- en springruiters: de volte.


Tekst: Natasha Bruinsma | Foto's: Arnd Bronkhorst, Sabine Timman, privébezit Bianca Schoenmakers

Vaak is een volte de eerste oefening in de rijbaan, die je aangeleerd wordt. Dit geldt zowel voor de ruiter als het paard. Het is eigenlijk een uitbreiding van ‘een hoek doorrijden’ en of je nu als dressuur-, spring- of recreatieruiter bezig bent, de volte zal altijd een onderdeel zijn in je rijden. Al vanaf het opwarmen kun je deze oefening meepakken in stap, draf en galop maar ook in de rest van je trainingsuur is het een bruikbare exercitie. Springruiter Bianca Schoenmakers legt uit wat de trainingswaarde is van de volte en welke uitdagingen je daarbij tegen kunt komen. 

Wat is een volte?

Een volte is eigenlijk niks anders dan een cirkel. Als je een volte rijdt, maak je dus een rondje. De ‘grote volte’ is een cirkel met een doorsnede van 20 meter, net zo breed als een officiële rijbak. Het is het makkelijkst om de volte bij A of C te rijden. Dit omdat je dan handig gebruik kan maken van de gesloten zijdes van de rijbak. Vooral met een jong paard kan dit een beetje steun geven in het draaien. Als je de volte correct rijdt, zou je dus in beide gevallen over de X moeten komen. Maar een grote volte kan je ook vanaf de B of E beginnen. De moeilijkheidsgraad is dan wat hoger, omdat je twee open zijdes hebt zonder steun van de hoefslagkering. 

Kleine volte

Wanneer jij en je paard de grote volte onder de knie hebben, kun je het nog wat moeilijker maken door een kleine volte te rijden. Dit heet dan een ‘volte halve baan’ wanneer je hem vanaf een lange zijde inzet. Deze volte is tien meter doorsnede en je komt daarmee dus op de middenlijn ofwel tot de helft van de baan. De kleine volte wordt ook uitgevoerd bij de A of de C en soms wordt hij in de gevorderde dressuurproeven gevraagd met een doorsnede van acht meter. Een oefening om te controleren of jij en je paard in balans zijn, is om op de middenlijn, de A-C lijn, een spiegel tegemoet te rijden en dan van daaruit de volte halvebaan in te zetten. Je kunt dan heel mooi in de spiegel zien, bij het inzetten van de volte of je het hoofd van je paard niet te veel naar binnen trekt maar vanuit de schouder de volte op stuurt. Op het einde van de volte kan je in de spiegel controleren of je correcte stelling en buiging hebt en of je mooi de schouders van je paard op de middenlijn hebt geplaatst. 

In balans

Een volte is niet simpelweg een cirkel die beoordeeld wordt in een dressuurproef en waarvoor je een cijfer kunt krijgen. De manier waarop de volte wordt gereden geeft veel informatie, aan de jury en aan de ruiter, over hoe het ervoor staat met de training van je paard. Vandaar dat springruiter Bianca Schoenmakers ook vaak voltes rijdt in haar training. “In een springparcours zou je strafpunten krijgen als je een volte rijdt nadat je over de startlijn bent gegaan. Uiteraard wordt het rijden van voltes in de springtraining wel in alle vormen en maten toegepast. Het geeft informatie over de gehoorzaamheid van je paard en ook over de balans van zowel paard als ruiter. Wij als springruiters zijn niet bezig met de afmeting van een volte, er staan niet eens letters in onze rijbaan. Ik kijk meer naar wáár ik wil uitkomen. Van tevoren bepaal ik: wil ik vóór of achter een bepaalde hindernis draaien. Dat is belangrijk want anders rijd je er tegenaan! Plus het zorgt ervoor dat ik, als ik op een hindernis af rijd, een wending van de juiste grootte kan maken om in balans en mooi recht voor de sprong uit te komen.”

Binnenbeen en buitenteugel

“Het hele spel van de volte draait om het gebruik van je binnenbeen en je buitenteugel.” Vat Bianca Schoenmakers samen: “Als je je paard door een wending of volte wilt sturen, dan wil je dat je paard in zijn hele lichaam buigt in dezelfde mate als de wending of volte rond is. Je gaat dan iets meer op je binnenzitbeenknobbel zitten zonder naar binnen te hangen, legt je binnenbeen aan bij de singel, legt je buitenbeen iets naar achter, brengt je binnenhand iets van de hals en houdt contact met de buitenteugel. Je binnenbeen zorgt ervoor dat je paard buigt in het middenstuk en niet naar binnen valt. De buitenteugel zorgt dat de schouder niet naar buiten valt en die regelt hoe groot je volte wordt, niet de binnenteugel. De binnenteugel geeft lichtjes de stelling aan maar het is juist niet zo als op een fiets, dat je steeds meer je binnenteugel naar je toe moet halen als je een kleinere wending wil maken. Dat wordt namelijk bepaald door de controle die je buitenteugel over de schouders heeft. 

Niet het hoofd sturen

Hoewel de teugels aan het hoofd van het paard vastzitten, moeten we niet het hoofd sturen. Het hoofd zit door de flexibele hals redelijk los aan het lichaam en een paard kan dus prima een andere kant op lopen, dan waarheen zijn hoofd kijkt. Om een paard goed te sturen, zal je de schouders met daaronder de voorbenen de goede richting op moeten sturen. Dit zie je vaak fout gaan. Het binnenbeen van de ruiter wordt niet of niet voldoende gebruikt, waardoor het paard naar binnen valt. Om dat tegen te gaan haalt de ruiter zijn binnenhand naar zich toe, of brengt die zelfs over de hals naar buiten. Zo druk je de schouder naar buiten en dat geeft de ruiter het gevoel van een buiging. Maar in plaats van buigen van staart naar oren, knikt het paard alleen in bij de schouder en soms ook achter de kaak. Hierbij brengt hij dan de achterhand naar binnen en spant de rugspieren aan de binnenzijde. In plaats van kleiner zal de wending of volte groter worden. De buiging in het lichaam, die vaak minder hoeft te zijn dan je denkt, verkrijg je met je binnenbeen en je buitenhand. Hierdoor voorkom je dat het paard met de schouder te ver naar buiten gaat lopen. Als je die twee dingen goed in gedachten blijft houden, dan blijft je paard ook goed van achteren naar voren lopen. Verder moet je paard leren om de eenzijdige kuitdruk te accepteren en zich om jouw binnenbeen heen te buigen. Je maakt er geen zijgang van, omdat je dus met je buitenteugel de schouders van je paard in het spoor van de wending plaatst en houdt.”

Goed voor de sprong komen

Wat is de waarde van een volte? Bianca Schoenmakers: "Voor mij als springruiter is het trainen van een volte belangrijk om goed voor de sprong te komen. Het op de letters rijden zegt mij niks. Maar ik wil wél controle hebben over de grootte en de plaats van de volte. In mijn hoofd bepaal ik dus precies: ‘dáár wil ik hem hebben'. Een volte gebruik ik verder als gymnastische oefening om mijn paard soepel en in balans te rijden. Als springruiter train ik er ook op dat ik de volte steeds kleiner kan maken, want in een barrage wil ik snel kunnen draaien. Als de kleine voltes nog niet lukken, wil dat zeggen dat een paard eigenlijk nog te veel gewicht op de voorhand draagt en moet ik in de training focus leggen op het sterker maken van de achterhand. Hoe makkelijker het draaien van een volte gaat, hoe meer kracht en balans het paard heeft. Wat ik vaak merk bij mijn leerlingen is dat ze op de korte zijde willen afwenden om op een hindernis aan te rijden die op de binnenhoefslag staat, dat hun paard helemaal naar buiten, richting de hoefslag trekt. Ook hier is het dan vaak de neiging om het hoofd naar binnen te trekken in plaats van de schouders te plaatsen. Vaak draait het paard dan ook nog zijn kont naar binnen doordat de ruiter aan zijn binnenteugel trekt en zijn buitenbeen eraan drukt. Je doet dan dus precies het omgekeerde van wat je moet doen en komt dan nooit recht voor de sprong uit. Wat uitvergroot wordt door de neiging van het paard om richting de hoefslag steun te zoeken.” P

Afbeelding
Bianca Schoenmakers demonstreert hoe het niet moet: het hoofd van je paard naar binnen trekken om te sturen
Zo moet het wel!
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Afbeelding
Zo moet het wel!
Een volte rijd je op je binnenbeen en buitenteugel
Bianca Schoenmakers demonstreert: trek het hoofd van je paard niet naar binnen om te sturen