Afbeelding

Nooit meer 'blind' ontwormen, kan dat wel?

In de praktijk merk ik dat veel eigenaren het liefst drie keer per jaar 'blind' ontwormen. Waarom moet je eigenlijk nooit 'blind' ontwormen en hoe kun je dan ontwormen wel verantwoord doen? In dit artikel bekijken we hoe worminfecties bij paarden opgespoord kunnen worden, maar zeker ook naar wat we preventief kunnen doen om worminfecties te voorkomen.


Tekst: Julie D'Hooghe | Foto's: E.C van der Schelde

 

Als eerste is zomaar of 'blind' ontwormen niet goed voor je paard. Een ontwormmiddel is tenslotte medicatie en moet afgebroken worden door het lichaam. Bij een gezond paard vormt dit geen probleem, maar waarom zou je een dier onnodig willen belasten met iets dat niet nodig is?

Resistentie

Een tweede, misschien zelfs nog belangrijkere, reden is het feit dat er veel resistentie optreedt tegen verschillende ontwormproducten. Dit wil zeggen dat de wormen niet meer onder de indruk zijn van het product waarmee we ze willen verdrijven. Resistentie is ontstaan doordat er teveel blind ontwormd werd en wordt en/of als de doses, die gebruikt worden incorrect zijn. 

De bloedwormen (strongyliden)

Ter preventie kijken we naar het aantal paarden per hectare. In het ideale geval lopen er maximaal twee of drie paarden op een hectare grond. In België is dit bijna altijd meer. Hierdoor is goed management noodzakelijk om worminfecties te voorkomen. Verwijder daarom de mest van paddock en weides minimaal één keer per week en verspreid de mest niet opnieuw over het land. Jongere paarden hebben meestal een hogere besmettingsgraad dan oudere paarden. Het scheiden van de verschillende leeftijdsgroepen maakt deel uit van de oplossing.

Mestonderzoek

Voor het opsporen van besmettingen zijn mestonderzoeken tijdens het weideseizoen aan te raden. De frequentie hangt af van het management en de gevoeligheid per individu. Mensen denken vaak dat als één paard uit de kudde positief test, de hele kudde ontwormd dient te worden. Dit is niet zo. Het is juist de kracht van het individuele mestonderzoek, dat je heel gericht kijkt naar welk paard wel of niet ontwormd hoeft te worden. Het is ook niet zo dat er geen eitjes in de mest mogen zitten. Het is volstrekt normaal dat paarden wormen hebben in de darmflora. Zolang dat aantal onder controle is, hebben ze er geen last van. 

Op stal niet overdraagbaar

Paarden die in de winter op stal gaan, hoeven tijdens die wintermaanden geen mestonderzoek te ondergaan. De rode bloedworm wordt namelijk niet overgedragen in stallen. 

Een ander argument van eigenaren om 'blind' te gaan ontwormen, is dat in de winter de larven zich inkapselen in de darmwand. Even later kunnen ze massaal vrijkomen, dit heet wintercyathostominose, maar met een correct management van preventie en onderzoek in het weideseizoen hoef je hiervoor niet bang te zijn. Je hebt er immers voor gezorgd, dat gedurende het gehele seizoen de besmetting op de weide laag is gehouden.

De lintworm (anaplocephala perfoliata)

Preventie tegen lintwormen is moeilijk omdat de besmetting niet gaat van worm op paard, er is een extra schakel, namelijk een mosmijtsoort. 

Het opsporen daarentegen is wel goed mogelijk, waardoor het jaarlijks 'blind' ontwormen met een middel met pyrantel of praziquantel niet meer nodig is. Een mestonderzoek volstaat niet, met een speekseltest daarentegen is een lintworminfectie adequaat op te sporen. Als eigenaar kun je twee keer per jaar deze test zelf uitvoeren, één keer in de herfst en één keer in de lente. Het enige nadeel is dat de test alleen in de UK geanalyseerd mag worden. Je moet dus toch op twee weken rekenen voordat je dierenarts de uitslag krijgt en advies kan geven. Als het gaat om routineonderzoeken is het natuurlijk geen probleem om even te wachten. 

Frequentie

De frequentie van onderzoeken wordt per bedrijfsplaats en zeker ook per individueel paard bepaald. Uiteraard hebben we ook nog de horzellarven, de aarswormen, veulenwormen, spoelwormen, et cetera. Wie weet komt hier nog een vervolgartikel over! P

Julie d'Hooghe, paardentandarts en dierenarts
Afbeelding
Julie D’Hooghe, dierenarts en lid van Paarden Therapeuten
Afbeelding