161011069_ABFweb
161011069_ABFweb

Kennis over de Kladruber

Nieuws

Dit paardenras is vrij onbekend en zeldzaam. Reden te meer om je kennis als Bit-lezer op te vijzelen als het gaat om de Kladruber. Dit artikel gaat in op de geschiedenis, het exterieur, de kleuren en het gebruik van dit bijzondere paardenras.


Ontstaansgeschiedenis van de Kladruber

Als historisch paardenras uit de Tsjechische Republiek kent dit paardenras een bewogen geschiedenis. Deze geschiedenis gaat ruim 400 jaar terug en het is het enige inheemse paardenras van de Tsjechische Republiek. De verbintenis met het land is groot, waardoor dit paardenras in 1995 de status kreeg van ‘nationaal cultureel monument’.

In 1562 kreeg keizer Maximiliaan II van het Heilige Roomse Rijk een enorm landgoed ter beschikking met daarop een stoeterij. Deze keizer had een zwak voor het fokken van paarden van Spaanse komaf. Zijn zoon, Rudolf II, richtte in de plaats Kladrub een eigen stoeterij op. 

Deze stoeterij is één van de oudste ter wereld en werd de spil van de fokkerij van de Kladruber. Rudolf II fokte graag paarden van Spaanse en Napolitaanse afkomst. Het was zijn doel om elegant, maar zwaar koetspaard te fokken. Dat moest in zes- of achtspannen de koninklijke koetsen trekken.

Aartshertog Karel II, de broer van Maximiliaan II, zette in Lipizza in Slovenië ook een stoeterij op voor de productie van rij- en cavalariepaarden. De stoeterij heeft nu faam als ‘kraamkamer’ voor Lippizaners. Deze Lippizaners hebben genen die voor een groot deel overeenkomen met die van de Klabruber.


Exterieur van de Kladruber

De Kladruber heeft een stokmaat tussen de 165 - 175 centimeter. Het hoofd van de Kladruber is fraai en groot; een ramsachtig profiel met een breed voorhoofd en vriendelijke ogen. 

De hoog aangezette hals is gewelfd en wordt statig gedragen. Aan de lichaamsbouw vallen vooral de sterke schouders en sterke achterhand op. Daarnaast vertaalt zijn lichaamsbouw zich ook in z’n bewegingen, want een kenmerk is de hoge knieactie in de draf.

De Kladruber heeft over het algemeen ook echt een klassieke barokke uitstraling.

Kleuren van de Kladruber

De Kladruber werd vanaf de 18e eeuw gefokt op kleur. Alleen schimmel (net als de Lippizaner) of zwart was toegestaan. Het zijn nu ook nog de enige kleuren die bij dit paardenras voorkomen. Eerst kwamen er ook palomino’s en bonte Klabrubers voor, maar omdat er veel belang werd gehecht aan uniformiteit waren afwijkende kleuren ongewenst.

Omdat de Klabrubers specifiek op kleur gefokt zijn, vertonen de schimmels en de zwarte paarden nog steeds enige verschillen. De Kladruberschimmels zijn doorgaans fijner, groter en hebben meer Spaans aandoende bewegingen. Dit terwijl de zwarte equivalent zwaarder is, omdat deze puur gefokt is als koetspaard voor de geestelijkheid en omdat dit type meer Napolitaans bloed bezit.

Het stamboek van de Kladruber

Het stamboek van de Kladruber is volledig verloren gegaan tijdens een brand in de Zevenjarige Oorlog (1756-1763). Tegenwoordig onderscheiden we daarom vier bloedlijnen voor schimmels (Generale, Generalissimus, Favory en Rudolfo) en vier voor zwarte Kladrubers (Sacramoso, Solo, Siglavi Pakra en Romke). 

De Generale- en Sacramosolijnen zijn hierbij het belangrijkst. Op dit moment zijn er ter wereld slechts 1700 raszuivere Kladrubers.

Het gebruik van de Kladruber

Kladrubers blinken uit in de mensport en de dressuur. Vanwege hun karakter zijn het ook zeer geschikte recreatie- en politiepaarden.

Bron: De schoonheid van het paard, Librero

130221974_ABFweb
960926074_ABFweb