hooi voeren
hooi voeren

Paard & voer: ik geef mijn paard geen...

Welzijn Opvallend Voeding

Op voergebied doen veel ‘stalwijsheden’ de ronde. Er zijn echter voedingsstoffen die je bij een paard niet ongestraft kunt weglaten of toevoegen. Voedingsdeskundige Martine van Tilburg legt uit.


Ik geef mijn paard geen… supplementen, want dat heeft hij niet nodig

“Dat is inderdaad bijna altijd zo. Er wordt veel geld verdiend in de supplementenindustrie en de reclames zijn zo mooi dat je je bijna schuldig voelt als je ze niet geeft. Maar wees realistisch. Is je paard een beetje down of zit hij slecht in zijn vacht?
Dan is dat vaak met een bezoekje van de paardentandarts, een goede wormenkuur, meer afwisseling in de training, in de wei mogen spelen met zijn vriendjes of een schepje krachtvoer per dag te verhelpen. Daar voegt een poedertje echt niets aan toe. Kalmerende supplementen worden vaak aangewend voor paarden die heel veel krachtvoer krijgen en 23 uur per dag op stal staan. Dan heb je het dus echt niet begrepen.
Als je paard te heet is, stop dan met krachtvoer en ga over op een dieet met een laag zetmeelgehalte, zoals ruwvoer met eventueel wat olie. Als de basisprincipes van je rantsoen niet deugen, kan een supplement daar weinig aan veranderen.
Paarden die alleen ruwvoer krijgen maar continu op stal staan kunnen behoefte hebben aan enige aanvulling, omdat ze geen zonlicht en vers gras krijgen. Alles wat zo’n paard nodig heeft zit in een handje krachtvoer per dag.
Dat is goedkoper dan een dure pot vitaminen. De enige zinvolle toevoeging voor een rantsoen is olie. Dat hoeft echt niet van die speciale te zijn. Alle plantaardige oliën zijn bruikbaar. Vaak is 100 gram per dag al voldoende. Het heeft positieve effecten op de vacht en geeft langzaam vrijkomende energie, zonder dat een paard er heet van wordt.”

Ik geef mijn paard geen... ruwvoer, want dat wordt hij te dik

Voedingsdeskundige Martine Van Tilburg reageert furieus. “Daar heb ik geen ander woord voor: dierenmishandeling! Het hele wezen van een paard is gericht op het eten van ruwvoer. Een paard in de vrije natuur is altijd aan het grazen.
Krijgt een paard geen ruwvoer, dan gaat er inwendig van alles mis. Een paard maakt alleen speeksel aan als hij kauwt. Speeksel is nodig om maagzuur te neutraliseren. Naast dit lichamelijke aspect is er ook een psychologisch effect. Een paard spendeert normaal zestien uur per dag aan het eten van stengelig ruwvoer met een lage energiewaarde. Krachtvoer is in een paar minuten op. Wanneer hij niets te eten heeft gaat hij iets anders zoeken.
De ‘ideale’ aanleiding voor het ontwikkelen van stalondeugden. De maagwand van een paard kan niet tegen een te hoge zuurgraad. Te weinig neutraliserend speeksel geeft maagzweren die de prestaties van een paard beïnvloeden. Dierenartsen ontdekken dat steeds meer paarden kampen met maagzweren. Het maagdarmkanaal van een paard is bovendien voor 65 procent ingesteld op vertering van ruwvoer. Staat dit proces zo goed als stil omdat er geen vezels binnenkomen, dan kan koliek optreden. Ieder paard heeft minimaal 1 procent van zijn lichaamsgewicht in ruwvoer per dag nodig (gemiddeld 5 kilo hooi of 8 kilo kuilgras).
Het ruwvoer wordt vaak alleen gezien als dikmaker, maar het levert energie op, langzaam vrijkomende energie, die je voor duurprestaties zo graag wilt hebben. Bovendien houdt het water vast, wat bijvoorbeeld voor een endurancepaard belangrijk is. Bij gebrek aan water kun je je paard nog zo veel energie geven, de verbranding werkt dan niet optimaal.
Ruwvoer heeft de naam voor dikke buiken te zorgen, maar vlak in dat opzicht brok niet uit. Een grasbuik betekent dat een paard te energierijk ruwvoer heeft gegeten. Van veel krachtvoer krijg je ook vette paarden.
Goed ruwvoer levert zoveel energie op dat een recreatiepaard of een paard dat alleen in de basiswedstrijdsport wordt gebruikt er niets bij nodig heeft. Ruwvoer weglaten? Dat kan de dood van je paard betekenen.”