Nieuwe paardenwet in IJsland

22 oktober 2014, 00:00 Nieuws
De wet bevat onder andere de volgende punten:

• De stal moet een rustplaats voor het paard zijn. Er moet visueel contact met andere paarden worden gegarandeerd en stroombanden in de stal zijn verboden. Paarden moeten minstens een uur per dag vrij hebben en het is niet toegestaan ze alleen op stal of de weide te houden. Een uitzondering geldt voor hengsten.


• Het is verboden paarden te mishandelen of slecht te behandelen.


• De ruiter is volledig verantwoordelijk voor zijn paard en zijn uitrusting, die het paard moet passen.


• In trainingen mag geen materiaal worden gebruikt dat schade veroorzaakt of het paard bang maakt. Het gebruik van een stangbit met tongvrijheid is voortaan op alle wedstrijden verboden.


• Er geldt een volumelimiet op de muziek tijdens wedstrijden.


• Paarden moeten minstens tweemaal per dag worden gevoerd en moeten minstens vier kilo ruwvoer krijgen. Ze mogen niet langer dan zes uur zonder water en niet meer dan 14 uur zonder ruwvoer zitten. Een merrie met een veulen aan de voet mag niet langer dan twee uur zonder voedsel en water. Het voedsel mag niet bedorven zijn.


• Tussen 1 juni en 1 oktober moeten paarden tenminste twee maanden toegang tot de weide hebben.


• Zwaarlijvigheid wordt verdeeld in drie fasen. Een gezond rijpaard moet in fase 3 zitten. Een voedingstoestand op niveau 2 wordt beschouwd als slechte behandeling. Het is verboden een paard uit te hongeren om een voedingstoestand te bereiken.


• Groepen van veertig paarden of meer moeten worden opgedeeld in voedergroepen.


• De stal moet zo groot zijn dat het paard kan liggen en draaien. Een drachtige merrie moet minstens acht vierkante meter tot haar beschikking hebben. Een paard mag slechts een uur in een stand staan en slechts vijf dagen aaneen op stal. Op de bodem van de stal moeten rubberen matten liggen en hij moet dagelijks worden uitgemest. Er moet daglicht en natuurlijke ventilatie in de stal aanwezig zijn. Het is niet toegestaan paarden in een constante ruis te huisvesten (60 dB in de stal en 90 op wedstrijd).


• De inrichting van stal en weiland moet veilig zijn.


• Elk paard dat op stal wordt gehouden moet minstens 20 vierkante meter paddock tot zijn beschikking hebben. Een gedeelde paddock mag niet kleiner dan zijn 100 vierkante meter en mag op het kleinste stuk niet smaller zijn dan vijf meter.


• Paarden die in de wei staan moeten beschikking hebben over een al dan niet natuurlijke beschutting, die groot genoeg is om onderdak te bieden aan alle paarden.

Bron: icelandreview.com