Een galopwissel
Een galopwissel

Twee nieuwe onderdelen in het Skala

Training Dressuur

Iedere dressuurruiter moet ze kunnen dromen, de zes punten uit het skala van de africhting. Het van oorsprong Duitse systeem geeft houvast voor het geleidelijk opleiden van een paard en is tevens de basis voor de manier waarop juryleden verrichtingen beoordelen. Het skala is onlangs uitgebreid met twee onderdelen.

Takt, ontspanning, aanleuning, impuls, rechtrichten en verzameling. Dat zijn de zes punten uit het skala van de africhting, die in het vernieuwde Duitse boekwerk grafisch worden weergegeven in een piramide van blokjes, waabrij takt de onderste bouwsteen vormt. 

Een handige weergave, want hieruit is in één oogopslag duidelijk dat het bovenste puntje, de verzameling, alleen kan worden bereikt als de fundering die wordt gevormd door de andere punten voor elkaar is. Deze piramide werd al vaker gebruikt. Er zijn echter aan de zijkant twee pijlen van onder tot boven bij gekomen: evenwicht en durchlässigkeit. 

Dat Duitse woord laat zich lastig vertalen, maar komt erop neer dat de hulpen maximaal doorkomen in combinatie met optimale souplesse. De plek waarop ze zijn neergezet geeft aan dat deze twee begrippen door de hele africhting heen van belang zijn. Je zou verwachten dat de dressuurwereld staat te schudden op zijn grondvesten. In ieder geval het Duitse deel ervan, aangezien de ‘heilige’ zes punten zijn toe te wijzen aan de eeuwenoude africhtingsleer, die bij onze oosterburen wordt gepraktiseerd en door menigeen geïdealiseerd. 

Niets is minder waar. De aanpassingen in de ‘Richtlinien für Reiten und Fahren’ zijn door de Duitse bond recent in de openbaarheid gebracht, maar hebben geen revolutie ontketend. “Geen wonder”, zegt voormalig internationaal jurylid dr. Volker Moritz. “Deze punten zijn niet nieuw. We namen dit altijd al mee in ons hoofd. Er is nu alleen een manier gevonden om het op papier weer te geven. Een heel heldere manier, vind ik. Ik kan me niet voorstellen dat iemand daar tegen is.”

De Bijbel

Thies Kaspareit heeft de leiding over de afdeling opleiding van de Duitse federatie. De actualisering van de ‘paardenbijbel’ nam vele jaren in beslag. “We zijn echt niet van ons geloof gevallen. Alle principes waar we voor staan, zijn gehandhaafd.

 We hebben alleen gezocht naar een manier om het beter te verwoorden. Het is nog altijd hoe wij vinden dat moet worden gewerkt. We hebben nieuwe richtlijnen, geen nieuwe wijze van rijden en trainen. Het skala is en blijft de basis. Neem een begrip als durchlässigkeit. Daar staat al een hele passage over in rijvoorschriften voor het leger uit 1912, ver voor we het skala hadden.

 Het is dus absoluut niet nieuw. En iedereen gebruikt het ook in de praktijk. Datzelfde geldt voor evenwicht. Daar wordt in de Duitse rijkunstige literatuur minder aandacht aan besteed dan in de Engelse of Franse. Maar als je met vakmensen spreekt, hechten ze er ook bij ons veel waarde aan in het rijden.”

‘Durchlässigkeit wordt wel eens verkeerd geïnterpreteerd als eindstadium, als iets dat je pas hebt bij een volledig afgericht paard’

Springruiters

Ook voor springruiters is een passage toegevoegd in de nieuwe richtlijnen. De nadruk ligt meer op de basisafrichting en dat is eveneens grafisch samengevat in een piramide. Die begint bovenaan met het toerijden op een hindernis. De overige blokken worden gevormd door grondtempo/ritme, evenwicht van ruiter en paard en dat de ruiter het paard vóór zich heeft. Dat alles moet leiden tot het passend toerijden naar de afsprong.

Het kostte Kaspareit wel enige moeite om de twee begrippen in het skala te krijgen. En vervolgens brak intern een flinke discussie los op welke plek ze dan zouden moeten komen. “Durchlässigkeit wordt wel eens verkeerd geïnterpreteerd als eindstadium, als iets dat je pas hebt bij een volledig afgericht paard. Maar zowel durchlässigkeit als evenwicht wil je ook al bij jonge paarden. 

Je gaat het in de loop van de africhting verfijnen, maar het telt mee in alle punten van het skala. We hebben voor een plek aan de zijkant gekozen, omdat we het skala op zich niet willen aanpassen. Dan zouden mensen die daar jarenlang mee zijn opgegroeid ineens iets nieuws moeten leren. En waar zou je deze twee begrippen tussen moeten plaatsen? 

Een onmogelijke puzzel. Dit is dan misschien een compromis, maar ik vind het een goede oplossing. Het zijn namelijk punten die je consequent in je hele rijden moet meenemen.”

Modernisering

Kaspareit bestrijdt dat het nieuwe skala en de overige aanpassingen van de richtlijnen een stap in de richting van ‘moderne’ rijwijzen is. “Het zijn begrippen die ook door de oude meesters werden gehanteerd. Als je de focus op evenwicht legt, dan gaat het om goed of slecht rijden. Het heeft niets met modern of klassiek te maken. Deze richtlijnen botsen met tegennatuurlijke trainingsmethoden.” 

Komende tijd worden er in Duitsland enkele seminars gegeven om de vernieuwingen met de professionals en het publiek door te nemen. De eerste reacties zijn goed. “De mensen in Duitsland zijn de laatste jaren bijzonder kritisch geworden. Veranderingen liggen snel gevoelig. Maar in dit geval draait het om het welzijn van het paard.” Kaspareit doelt daarmee ook op de aanpassingen van de hoofdstukken over de zit en hulpgeving. In de oude versie werd de juiste zit nogal star voorgeschreven, waarbij de dressuurhouding op strenge wijze eerst moest worden aangeleerd, voordat iemand zich bijvoorbeeld aan de verlichte zit waagde. 

“We hebben ervaringen uit de bewegingsleer meegenomen, waarbij meer succes wordt bereikt met het ontwikkelen van balans door verschillende zitvormen spelenderwijze te ervaren. Dat zal even omschakelen zijn voor sommige rijinstructeurs van de oude stempel. Maar het kan ook heel leuk zijn, als je kinderen hun evenwicht leert houden tijdens een spelletje.” Op gebied van hulpgeving viel Kaspareit erover dat in de richtlijnen wel werd omschreven hoe hulpen moesten worden gegeven, maar niet waarom en wat de werking is. “

We konden er geen roman van maken, maar we hebben toch ons best gedaan om meer uitleg in het handboek te zetten, zodat het een begrijpelijker en toegankelijker verhaal is.”

Overbodig?

Dr. Volker Moritz werkte mee aan het internationale handboek voor juryleden van de FEI. Hij heeft zich nog niet in detail verdiept in de nieuwe richtlijnen. “Als je al zoveel jaren met de praktijk bezig bent, duik je niet zo vaak meer in de boeken. Maar ik denk dat dit voor mensen in opleiding een verbetering is.” Hij vindt de aanpassing van het skala met de twee extra punten een goede zaak. 

“Ik heb er hier in Duitsland nog geen negatieve geluiden over gehoord. Dus in dat opzicht is het zeker geen hot item. Het is ook niet nieuw, deze termen. Juryleden hoeven niet ineens een hele andere manier van denken aan te leren, ze namen dit al mee in de beoordeling.”

Ook de Nederlandse klassiek geschoolde ruiter en instructeur Rien van der Schaft kijkt niet heel erg op van de veranderingen die zijn doorgevoerd. Alleen twijfelt hij even over de plek van de twee nieuwe begrippen, aan de zijkant van de piramide. Hij vindt dat er namelijk een hele duidelijke relatie is tussen evenwicht en verzameling, het einddoel van het skala.“Dressuurrijden gaat niet om Grand Prix worden, maar om de optimalisering van het evenwicht. Een paard loopt van nature op de voorhand. Als ruiter wil je het gewicht meer over vier benen verdelen en in enkele situaties meer naar de achterhand. Het evenwicht verleggen onder controle en op verzoek van jou, daar werk je steeds aan.

En dat is eigenlijk niets anders dan het streven naar verzameling. Als een paard verder ontwikkelt, wordt de afstemming beter en verfijnt het evenwicht. En om dit alles te bereiken heb je durchlässigkeit nodig. Als je hulpen namelijk niet doorkomen, kom je nooit bovenin die piramide van het skala terecht.”

Staat als huis

Van der Schaft is wel blij dat het skala op zich intact blijft. “Als je die zes punten op de juiste manier afwerkt, dan is je paard in evenwicht en durchlässig. Dus ik vraag me wel een beetje af hoe nodig de toevoeging is en of het er duidelijker van wordt. In mijn ogen zit het grootste probleem veel meer in het nastreven van de eerste punten van het skala. Ik ben bang dat negentig procent van de ruiters begint met de aanleuning. 

Zonder dat de takt en de ontspanning voldoende voor elkaar zijn. En daarbij vind ik ontspanning eigenlijk geen goede vertaling voor de Duitse term ‘losgelassenheid’. Bij ontspanning denk ik aan voor de televisie op de bank hangen. Terwijl we het wel degelijk over een fysieke aanspanning hebben.” De trainer denkt dat de toevoeging niet moet worden gezien als de oplossing voor het verbeteren van het welzijn van paarden. 

“Ruiters die foutieve methoden gebruiken kijken sowieso niet naar het skala. Ik denk ook niet dat het opvallende veranderingen op gebied van jurering veroorzaakt. Deze aanpassingen zullen weinig ophef veroorzaken. Dat was wel anders geweest als ze in het skala zelf hadden gerommeld. Dat had de Duitse achterban niet geaccepteerd. En ik ben ook blij dat het onaangetast is gebleven, want het staat nog steeds als een huis.”

Als je die zes punten op de juiste manier afwerkt, dan is je paard in evenwicht en durchlässig