Annemarie Kroekenstoel
Annemarie Kroekenstoel

Dagboek van een dierenarts: Gebit

Nieuws

Dierenarts Annemarie Kroekenstoel werkt bij Diergeneeskundig Centrum Bekenland in Gelselaar. Binnen de paardengeneeskunde heeft ze speciale interesse in gynaecologie, veulenziektes en tandheelkunde. Ze geeft je een kijkje in het leven van een paardendierenarts.


“Vandaag een pittig programma, er staan acht gebitsbehandelingen op de planning. Gelukkig heb ik goed materiaal en werk ik nagenoeg alleen machinaal. Maar dan nog is het fysiek werk! Enkele collega’s vragen zich altijd af wat er nu zo leuk is aan die gebitsbehandelingen. Het is zwaar werk. Klopt. Je wordt er altijd vies van. Klopt. Maar het resultaat is heel direct en dat maakt het erg leuk en dankbaar.

Voordat ik begin met een gebitsbehandeling vindt eerst een uitgebreide controle plaats van de schedel en de mond waarbij alle problemen in kaart worden gebracht. Vaak laat ik de eigenaar meekijken en voelen. Vaak krijg ik reacties als: ‘Heeft een paard zoveel kiezen?’ ‘Au, dat is scherp!’ ‘Wat een golfbaan!’ Zo krijg je als eigenaar ook gevoel bij de behandeling. Tijdens het behandelen voel ik het gebit steeds mooier en correcter worden. Wanneer je dan uiteindelijk ook de eigenaar het verschil kunt laten voelen, geeft het een ontzettend goed gevoel. Moe, maar voldaan.

Uiteindelijk bepaalt het paard natuurlijk of je goed werk hebt afgeleverd. Zo ook een oude Fjord van 25 die mager begint te worden. Het paard heeft jarenlang dienst voor de huifkar gedaan en is door vermindering van de conditie bijna toe aan zijn pensioen. De Fjord begint de laatste weken snel te vermageren. Vader en zoon hebben allebei een andere visie hoe hiermee om te gaan. De zoon vraagt of het zin heeft om naar het gebit te kijken. Dat lijkt mij zeker een goed idee. Eenmaal aangekomen op het erf zit vader alleen maar te mopperen. “Wat een flauwekul, vroeger was dat ook nooit nodig. Dat is zeker weer iets moderns.”
Ik probeer uit te leggen dat dit zeker niet iets moderns is. Vroeger, toen het leger paarden gebruikte als dienstpaard, was de tandheelkunde heel ver ontwikkeld. Al in 1800 was men bezig met gebitsverzorging bij het paard. Paarden waren een erg belangrijk onderdeel van de legermacht en goede zorg voor de paarden had hoge prioriteit. Deze ontwikkeling stopte helaas in 1940 toen de paarden niet meer belangrijk waren voor de gemoderniseerde legers. Vanaf toen raakte de tandheelkunde inderdaad een tijdlang in de vergetelheid. Vader kijkt me met een scheef oog aan. Ik geloof niet dat hij me serieus neemt.

Toch begin ik vol goede moed aan de behandeling. Oudere paarden zijn moeilijke patiënten. Paarden hebben maar een bepaalde reserve wat betreft hun kiezen, dus alles wat ik weg vijl gaat van de reserve af. Uiteindelijk mag het resultaat er toch zijn, vind ik zelf. Nu nog even afwachten wat de Fjord ervan vindt. Ik geef nog wat dieetadviezen en vraag of ze me op de hoogte willen houden. Het heeft wel een week geduurd om te ‘wennen’ aan het nieuwe gebit, maar de Fjord is weer lekker gaan eten en is weer een stuk fitter. Zo fit dat de merrie zelfs al weer een paar korte koetsritjes heeft gelopen. Nieuwsgierig informeer ik wat vader ervan vindt. Die zegt niet veel, maar aan zijn gezicht te zien is hij ook erg blij met het resultaat.”
Annemarie (45) (Large)