Annemarie Kroekenstoel
Annemarie Kroekenstoel

Dagboek van een dierenarts: Hoofdpijndossier

Nieuws

Dierenarts Annemarie Kroekenstoel werkt bij Diergeneeskundig Centrum Bekenland in Gelselaar. Binnen de paardengeneeskunde heeft ze speciale interesse in gynaecologie, veulenziektes en tandheelkunde. Ze geeft je een kijkje in het leven van een paardendierenarts.


“Toch nog even over die schimmelmerrie”, begint Jan Huurneman van de paardenkraamkliniek tijdens de koffie. Niet weer dat been dik, denk ik direct. Helaas, ondanks alle inspanningen en medische behandelingen is het been toch weer opgelopen. Dit dreigt een regelrecht hoofdpijndossier te worden. Hoofdpijndossiers zijn de patiënten waarbij je van alles probeert, maar op de een of andere manier niks lijkt aan te slaan.

Het begon met een vrij simpel wondje, waarschijnlijk door een klap van een ander paard. Een paar dagen ontstekingsremmers en dan komt het meestal goed. Dat leek in eerste instantie ook het geval, totdat het paard een week later weer met een dik been stond. Het wondje leek toch wat ontstoken, dus antibiotica zou de oplossing moeten zijn. En inderdaad, het been werd mooi dun, maar een paar weken na de behandeling liep het net zo hard weer op. Dat is het moment waarop je moet beslissen om verder onderzoek te doen. We hebben röntgenfoto’s gemaakt, een kweek ingezet, zwaardere kuren ontstekingsremmers en antibiotica voorgeschreven, maar je raadt het al: wat we ook proberen, vrij snel na het stoppen met de kuur wordt het been weer net zo dik. Hoofdpijndossier dus.

Er moet iets in de wond of in het been zitten waardoor het maar niet wil genezen. Maar wat? We moeten opnieuw onderzoek doen. We beginnen weer bij röntgenfoto’s, maar daarop is wederom geen oorzaak te vinden. Dan maar een echo. Daarop kun je soms heel kleine veranderingen opsporen. Ik begin op het wondje bovenaan de pijp en zie een soort kanaaltje doorlopen de diepte in. Ik volg het kanaaltje en zie dat het eindigt op het griffelbeen, met een vreemd wit streepje. Het streepje is maar een millimeter breed en vijf millimeter lang, maar ik ben ervan overtuigd dat het daar niet thuishoort. Wat het is, kan ik nog niet definiëren, maar ik ben er vrij zeker van dat het de oorzaak van de irritatie is. Met een goede verdoving probeer ik via het wondje bij het plekje te
komen, maar daar is de schimmelmerrie het niet mee eens. Het dreigt een gevaarlijke situatie te worden voor het paard en voor mijzelf. Ik ben bang dat de enige oplossing algehele narcose is.

Onderweg naar huis bel ik mijn collega op voor overleg. Gelukkig is hij het met me eens dat dit inderdaad de beste optie is. En hij wil me ook graag helpen. Op zich een geruststellende gedachte, want twee weten altijd meer dan een. Het is een hele puzzel in de planning, maar op dinsdagmiddag om vijf uur hebben we allebei tijd. Het is weliswaar de eerste vakantiedag van mijn collega en mijn vrije middag, maar voor hoofdpijndossiers zet je veel opzij.

Bij de kraamkliniek hebben we een ruime stal waar we goed in kunnen werken. Het paard wordt neergelegd en alles wordt klaargemaakt voor de ingreep. Onder echobegeleiding zoeken we het vreemde witte streepje weer op en met een speciaal instrument proberen we het te pakken te krijgen. Tot onze verbazing komen er een stuk of vijf haren uit! Waarschijnlijk zijn ze door de klap het been ingeslagen. Net als een splinter wil het lichaam ze naar buiten laten zweren, maar ze zaten zo diep dat dit gewoon niet lukte.

Terwijl het paard de narcose ligt uit te slapen in het stro, maken we het onszelf gemakkelijk en improviseren we een koffiehoekje op de gang. Zo kunnen we alles goed in de gaten houden, terwijl we een kop koffie drinken op de goede afloop. Met een heerlijk stuk gebak, die middag gebracht door een klant waarvan we alle merries drachtig hadden gekregen. Hoofdpijndossier gesloten!”
Annemarie (1) (Large)