
Dagboek van een dierenarts: Dekseizoen
NieuwsDierenarts Annemarie Kroekenstoel (32) werkt bij Diergeneeskundig Centrum Bekenland in Gelselaar. Binnen de paardengeneeskunde heeft ze speciale interesse in gynaecologie, veulenziektes en tandheelkunde. Ze geeft je een kijkje in het leven van een paardendierenarts.
“Nu het dekseizoen in volle gang is, begin ik iedere ochtend op het dekstation bij de Paardenkraamkliniek. Voordat ik de deur uit ga, belt een ongeruste fokker. Hij heeft een veulentje van een dag oud met diarree wat niet meer wil drinken. Jonge veulens zijn ontzettend kwetsbaar en zeker bij diarree kan het snel de verkeerde kant opgaan. Ik besluit eerst bij het veulen te kijken, de klanten op het dekstation moeten maar even wachten. Het veulen is gelukkig nog niet uitgedroogd, maar heeft last van buikkrampjes. Waarschijnlijk wil het daarom niet drinken. Ik dien een darmontspanner en een pijnstiller toe en een pasta tegen de diarree. Het veulen reageert goed op de medicatie en gaat gelijk drinken bij zijn moeder. Dat lijkt mee te vallen. Snel richting de paardenkraamkliniek waar de eerste klanten staan te wachten. Gelukkig zijn het allemaal fokkers die begrijpen hoe het is om een ziek veulen te hebben.
De eerste merrie kan de opvoelbox in. Eerst voel ik naar de baarmoeder en de eierstokken en daarna kijk ik met de echo hoe het er van binnen uitziet. Zo probeer ik te voorspellen wanneer de merrie richting eisprong gaat en ze dus geïnsemineerd kan worden. Omdat het sperma soms van ver moet komen, moeten we vroeg in de ochtend controleren, zodat het op tijd besteld kan worden. Iedere merrie is weer anders en reageert verschillend en dat maakt het werk ook zo uitdagend.
Twintig merries en een kop koffie later zit ik in de auto richting de praktijk voor de rest van de visites. Ik bel nog even met de fokker van het zieke veulen. Dat lijkt goed te gaan. Het veulen speelt in de stal. Maar aan het eind van de middag krijg ik telefoon. Het gaat toch weer minder. De pijnstiller zal wel uitgewerkt zijn. Het veulen is inderdaad terug bij af. Hij staat enorm te persen en er komt telkens een klein beetje urine mee. Ik onderzoek het veulen en bekijk de buik met de echo. Ik zie allemaal opgezette dunne darmpjes gevuld met diarree. De overige organen lijken niet afwijkend. In overleg besluiten we het veulen bij de kraamkliniek neer te zetten. Daar kunnen we het beter in de gaten houden aangezien ik daar twee tot drie keer per dag kom. ’s Avonds geven we het voor de zekerheid een infuus tegen uitdroging.
We hebben nog een paar merries staan die met diepvriessperma geïnsemineerd moeten worden. Bij paarden vraagt dat een nog intensievere begeleiding dan met vers sperma, omdat ingevroren spermacellen bij paarden niet zo lang blijven leven na het ontdooien. ’s Avonds controleren we die merries nog een keer. Een van hen heeft eisprong gehad en kan meteen geïnsemineerd worden. Ik loop nog even langs het veulen voor controle. Een box ervoor is een hoogdrachtige merrie erg onrustig. Die zou wel eens een veulen kunnen gaan krijgen. Ik besluit nog even te wachten. En inderdaad, het geboorteproces komt op gang. Alles lijkt in eerste instantie volgens het boekje te gaan, maar de merrie gaat erg vaak staan en liggen en werkt heel hard met weinig resultaat. Dan komt er een hoefje ondersteboven naar buiten. Dat is niet zoals het hoort! Dit is het moment waarop ik besluit assistentie te verlenen. Het veulen ligt nog op de rug en is dus niet goed ingedraaid. Met behoorlijk wat krachtinspanning krijg ik het in een normale borstbuik-ligging en helpen we de merrie bij de bevalling. Gemakkelijk gaat het nog niet. Jan, van de Paardenkraamkliniek, en ik moeten behoorlijk trekken, maar het veulen komt eruit en hinnikt direct. Een goed teken. Een enorm hengstveulen ligt op de grond in de stal.
Als we er zeker van zijn dat alles goed is met merrie en veulen loop ik een stal verder. Het veulen met diarree heeft het nog wel moeilijk, maar voor de nacht lijkt alles stabiel. Morgen weer een dag...”
